Fosfaatbank kan voor jonge veehouders gunstig uitpakken
Vanaf de inwerkingtreding kunnen veehouders een aanvraag indienen bij de fosfaatbank. Alleen grondgebonden veehouders komen in aanmerking en bovendien krijgen jonge boeren voorrang. Insteek van de fosfaatbank is het bevorderen van de grondgebondenheid van de Nederlandse melkveehouderij. De bank wordt gevuld met de 10 procent afroming bij elke overdracht van fosfaatrechten. Middels loting worden de, in de fosfaatbank beschikbare, kilogrammen fosfaat als ontheffing toegekend. Adviseur Anke Custers van Arvalis in Nuth heeft de voorwaarden nader bestudeerd om deze beknopt uit te leggen. „Een veehouder kan een ontheffing alleen krijgen wanneer hij de zogenoemde latente ruimte kan benutten. Het aantal ontheffingen hangt af van de inhoud van de fosfaatbank. Bij meer aanvragen dan beschikbare ruimte, vindt een loting plaats onder de aanvragers. Jonge veehouders hebben een voordeel, zij loten twee keer mee”. In dit kader verstaat het ministerie van LNV onder een jonge veehouder een persoon die op het moment van de aanvraag niet ouder is dan 40 jaar. Verder moet hij bedrijfshoofd zijn en dit maximaal vijf jaar geleden voor het eerst zijn geworden”.
Extra ruimte benutten
Volgens Custers is er een behoorlijke groep melkvee- en vleesveehouders die over meer fosfaatruimte dan fosfaatrechten beschikt, en dus een aanvraag kunnen doen. „Een aanvraag heeft alleen maar zin, wanneer de ruimte van de ontheffing daadwerkelijk op het eigen bedrijf kan worden benut”. De hoogte van de ontheffing bepaalt de veehouder zelf. Wanneer hij een fosfaatplaatsingsruimte heeft van 1.000 kg en een beschikking van 500 kg fosfaatrechten, kan hij voor maximaal 500 kg ontheffing aanvragen bij de fosfaatbank.
Vijf jaar geldig
De verleende ontheffing geldt voor 5 jaar. Bedrijven die voor de ontheffing in aanmerking komen moeten tijdens deze 5 jaar aan diverse voorwaarden voldoen. Zo mag hij gedurende deze 5 jaar geen rechten verkopen of verleasen. Verder moet de productieruimte van het bedrijf de gehele periode positief of nul zijn. Oftewel: de gehele periode moet het bedrijf grondgebonden zijn (plaatsingsruimte is groter dan de productie). Vraagt een jonge veehouder de ontheffing aan dan moet hij de gehele periode voldoen aan de voorwaarden van bedrijfshoofd. Een bedrijf krijgt zeker geen ontheffing als in de drie voorgaande kalenderjaren een eerdere heffing is ingetrokken en/of op het bedrijf meer dieren worden gehouden dan het aantal op het bedrijf rustende fosfaatrechten.
Verlaging fosfaatnormen 2020
Anke Custers waarschuwt melkveehouders om alert te blijven. Zo kan het zijn dat bij een gelijkblijvend areaal grond, de fosfaatruimte op het bedrijf toch afneemt. „Bijvoorbeeld bij wijzigingen in het bouwplan, of als andere grondmonsters worden genomen en/of door een verdere aanscherpingen van de fosfaatgebruiksnormen vanaf 2020.” Volgens Custers voldoe je niet meer aan de voorwaarden wanneer je grondgebondenheid binnen de periode van 5 jaar afneemt. „De (concept-) regeling geeft aan dat de heffing dan geheel of gedeeltelijk wordt ingetrokken. Het is nog onduidelijk hoe dit uiteindelijk in zijn werk gaat”. Volgens Custers zal de verlaging van de fosfaatnormen in 2020 voor veel bedrijven gevolgen hebben wat betreft de grondgebondenheidseis in het kader van de ontheffing. De Tweede Kamer heeft hierover inmiddels vragen gesteld aan LNV minister Schouten.
Niet overdraagbaar
Een ontheffing van de fosfaatbank is niet overdraagbaar. Krijgt het bedrijf een nieuw KvK-nummer, dan vervalt de ontheffing. Het nieuwe bedrijf kan dan wel weer een nieuwe aanvraag doen. „Dit geldt tevens voor een splitsing van bedrijven”, besluit Arvalis adviseur Anke Custers.