Voederwaarde kolfloze maïs valt mee
In totaal vergeleek de voercoöperatie de uitslagen van 305 kuilen. De maïs met de laagste voederwaarde bleef steken op 23,6 procent drogestof met, 771 VEM en 19 gram zetmeel. De droogte heeft er wel voor gezorgd dat de variatie in voederwaarde groter is dan andere jaren. Zo zit er tussen de beste en de ‘slechtste’ maïs van de eerst bemonsterde kuilen van Agrifirm-klanten ruim 300 VEM. De maïs met de hoogste voederwaarde komt uit op 1.128 VEM en 464 gram zetmeel bij 47,1 procent drogestof. Gemiddeld bevatten de kuilen 965 VEM en 281 gram zetmeel bij 35,1 procent drogestof.
Gemiddelde voederwaarde stijgt nog
Volgens Leo Tjoonk, kenniscoördinator ruwvoergewassen bij Agrifirm, betreft het een indicatie en kunnen de cijfers nog veranderen als er meer kuilen worden bemonsterd. „Ik verwacht dat de gemiddelde voederwaarde nog wel wat zal stijgen naarmate van meerdere kuilen de uitslag bekend is. De minste kuilen zijn het eerste geoogst en daarom ook het eerst geanalyseerd en vertekenen daarmee het gemiddelde een beetje. Wel kunnen we nu al de conclusie trekken dat de voederwaarde van kolfloze maïs meevalt en dat de spreiding in kwaliteit dit jaar erg groot is.”