‘Grote verschillen per merk hakselaar; dezelfde haksellengte en toch totaal ander product’
De Duitse adviseur, die op uitnodiging van New Holland een aantal workshops deed op de Topmaïsevenementen in Hapert (NB) en Beerzerveld (OV), toonde deze verschillen aan de bezoekers. „Elke merk hakselaar heeft zijn eigen systeem. Dan heb ik het nog niet over shredlage. Het ene systeem is niet beter dan het ander. De kwaliteit van het hakselen moet daarom altijd beoordeeld worden door de eerste vracht maïs te zeven, en de hakselaar zo nodig bij te stellen”, stelt Semmler.
De adviseur die zich specialiseerde in de relatie tussen techniek en voeding, demonstreerde dit door de maïs te zeven op vijf verschillende fracties: groter 20 millimeter, 10 millimeter, 7 millimeter, 4 millimeter en kleiner dan 4 millimeter. „Op de bovenste en onderste zeef mag maximaal 1 procent liggen. Om ook bij te dragen aan de structuurvoorziening is het gunstig dat er zoveel mogelijk product in de 7 en 10 millimeter zeven blijven liggen. Tegelijk wil je de korrels wel graag stuk hebben. Hele korrels blijven op de 7 millimeter zeef liggen. Daarmee kan al eenvoudig beoordeeld worden of alle korrels stuk zijn”, vertelde de specialist. „Een eenvoudige zeef kan al heel veel inzicht geven over de hakselkwaliteit.”
Hakselhoogte
Semmler ging ook in op de hakselhoogte. „Hoger hakselen kan voordelen opleveren. Betere kwaliteit maïs en minder slijtage van de hakselaar, wel tot 15 procent. Het opbrengstverlies is ongeveer 5 procent bij elke 10 centimeter hoger hakselen.