Oude rassen passen goed in nieuw systeem van natuurinclusieve boeren

Onderzoekers van de WUR rondden recent een onderzoek af naar welke type koe het best past binnen een natuurinclusieve bedrijfsvoering. De in aantal afnemende dubbeldoelrassen passen goed in een extensieve, natuurinclusieve bedrijfsvoering. Dubbeldoelrassen worden door boeren vaak omschreven als robuutst, zelfredzaam en goed in het benutten van gras en ruwvoer. Eigenschappen die goed aansluiten bij de uitgangspunten van een natuurinclusieve aanpak.
Kruisen om van alle rassen wat mee te pikken
Het onderzoek bestond uit een data-analyse op basis van stamboek-, melkcontrole- en KringloopWijzergegevens van 490 melkveebedrijven met dubbeldoelkoeien. En het verzamelen van praktijkgegevens van 31 veehouders die actief deelnamen aan het onderzoek.
De data-analyse maakte duidelijk dat er veel variatie is in rassen, bedrijfssystemen en prestaties. De verschillen tussen de rassen zijn groot, waar Holstein goed scoort op melkproductie, scoren de dubbeldoelrassen in een aantal situaties beter op vet- en eiwitgehalte en het celgetal. Geen enkele ras blonk uit op alle kenmerken.
Om een koe te fokken die het beste heeft van alle rassen maken veehouders veel gebruik van kruisingen. Slechts een klein deel van de melkveehouders fokt met een volledig raszuivere veestapel.
Benutten grasland essentieel
De 31 veehouders die actief deelnamen aan het onderzoek zijn extensiver dan de gemiddelde gangbare melkveehouder. Een groot deel boerde biologisch of biologisch-dynamisch. Op deze bedrijven is veel aandacht voor weidegang, ruwvoerbenutting en laag krachtvoergebruik.
De boeren gaven aan dat hun ideale koe gezond en productief moet zijn onder wisselende omstandigheden. Dat zij goed moet omgaan met een wisselend ruwvoerrantsoen en melk en vlees van goede kwaliteit moet leveren. Het benutten van gras en biodivers grasland werd als essentieel gezien. Ook gaven ze aan dat biodiversiteit vaak extra inspanning kost, die niet altijd financieel wordt beloond.
Fokkerij cruciaal
De onderzoekers benadrukken dat fokkerij een cruciale rol speelt in het ontwikkelen van koeien die goed passen in natuurinclusieve systemen. Het vastleggen en meten van kenmerken als robuustheid en ruwvoerbenutting zijn van groot belang. Mede omdat de huidige fokdoelen slechts deels aansluiten bij de wensen van natuurinclusieve melkveehouders. Deze melkveehouders omschrijven hun ideale koe als zelfredzaam, robuust en productief onder wisselende omstandigheden. Meer maatwerk ras en bedrijfstype kan deze boeren helpen bij fokken van deze ideale koe.
Kansen voor behoud van rassen en biodiversiteit
De onderzoekers concluderen dat er geen 'beste ras' is voor het natuurinclusief houden van vee. Bedrijfstype, rantsoensamenstelling en de specifieke doelen van de veehouder bepalen uiteindelijk wat voor een koe een veehouder nastreeft. Wel bieden Nederlandse dubbeldoelrassen duidelijke aanknopingspunten voor een toekomstbestendige melkveehouderij, waarin biodiversiteit en voedselproductie hand in hand gaan. Door de inzet van dubbeldoelrassen in natuurinclusieve systemen krijgen rassen nieuw perspectief. Samenwerking tussen boeren, fokkers en organisaties is hierbij essentieel.

Tekst: Hermien van der Aa
Woont en werkt op een melkveebedrijf in Hernen met als neventakken educatie en zorglandbouw. Sinds 2020 parttime redacteur melkvee bij Agrio, waar ze hoofdzakelijk schrijft voor de website melkvee.nl, het vakblad Melkvee en de regiobladen
Beeld: Susan Rexwinkel
Bron: Wageningen Universiteit