
Melkveehouder Rik Lenes over beter voeren
'Goed ruwvoer maakt of breekt het rendement'

Samen met zijn vader Jos en jongere broer Niek vormt Rik Lenes (27) een maatschap in Suwald (FR). Daarnaast is hij vier dagen per week actief als rundveespecialist bij ABZ Diervoeding. “Voeding is gewoon super interessant en het meedenken met de ondernemers is mooi werk. Op ieder bedrijf is het weer anders.”
Ook op het thuisbedrijf stelt Rik het rantsoen samen. “Natuurlijk willen we graag veel melk in de tank, maar gezondheid staat voorop. Daarnaast proberen we het maximale uit het rantsoen te halen. We voeren een energierijk PMR-rantsoen (partial mixed ration) van mais en kuilgras, aangevuld met tarwe, R-xpandaat, bestendige soja, sojahullen, mineralen en pensbestendig vet”, somt de Friese melkveehouder op. “In de robot voeren we naast een productiebrok ook soja bij. Zo kunnen we het ureumgetal goed in de hand houden.”
Bedrijfsgegevens Mts. Lenes in Suwald (FR)
- 200 melkkoeien en 112 stuks jongvee
- 109 ha grasland
- 12,5 hectare mais
- 3 melkrobots
- Gemiddeld 9800 kg melk
- 4,40% vet, 3,52% eiwit en 17,5 ureum

Goed ruwvoer is de basis
Goed voeren begint bij de basis. “Dat is ruwvoer van goede kwaliteit. De afgelopen jaren hebben we geïnvesteerd in graslandvernieuwing en de capaciteit van ons machinepark, want het inkuilen doen we grotendeels in eigen beheer. We maken twee lasagnekuilen. De eerste snede maaien we niet te vroeg, zodat de snede voldoende volume heeft. Daarna proberen we om de 3,5 week in te kuilen. Door gras jong te maaien behoud je de kwaliteit van het grassenbestand en heeft het gras een hoge voederwaarde.”
Voersaldo op de voet volgen
Enkele jaren geleden maakte Lenes de overstap van natte bijproducten naar droge, enkelvoudige grondstoffen. “Daarmee kunnen we sneller schakelen en besparen we voerkosten. Het voersaldo is momenteel 13,6 euro exclusief ruwvoer. Dat saldo volg ik op de voet. Het geeft de efficiëntie van het rantsoen weer. Zo zit ik er dicht op. Het gaat mooi. De koeien doen het goed en er is weinig gedoe.”
Hoog op het wensenlijstje staan sleufsilo’s. “Die hebben we nu niet, maar door het inkuilproces goed te managen, kun je nog steeds een hele goede kuil maken”, vertelt Lenes uit ervaring. “We houden een korte veldperiode van één dag aan. Daarnaast zijn we scherp op schoon inkuilen en heel belangrijk: vast aanrijden. We zetten soms een inkuilmiddel in, zoals afgelopen jaar toen de inkuilomstandigheden uitdagend waren. Nu we die kuilen voeren, zie ik vrijwel geen broei of vieze lagen. Zijn die er wel, dan verwijderen we ze. Daar zijn we heel precies in, zodat de koeien altijd smakelijk, fris voer tot hun beschikking hebben.”
Mycotoxinen oorzaak van vage problemen
Als adviseur bij ABZ Diervoeding komt Lenes ook wel eens een bedrijf tegen waar het gewoon niet lekker loopt. “Er zijn bijvoorbeeld te veel klauwproblemen of andere vage klachten waar je niet goed de vinger op kunt leggen. Ik begin dan altijd bij het ruwvoer. Regelmatig zijn mycotoxinen de oorzaak. Door een inefficiënte conservering of vervuiling in de kuil krijgen ongewenste kiemen de kans om zich te ontwikkelen. Op bedrijven waar dit speelt, zie ik goede resultaten met een mycotoxinebinder. Daarnaast kijk ik met de melkveehouder waar verbetering van het inkuil- of voerproces mogelijk is om dergelijke problemen in de toekomst te voorkomen.”
Pensbestendig vet voeren
'Meer melk én de vruchtbaarheid op peil houden'
Pensbestendig vet verhoogt de energiewaarde van het rantsoen. Afhankelijk van het seizoen, bepaalt Lenes welke vetzurensamenstelling het beste aansluit. “In de weideperiode voeren we vet met een hoog aandeel C16:0 om de gehaltes vast te houden. In de herfst is dat niet nodig en stappen we over op Megalac. Dat heeft naast C16:0 een hoog aandeel C18:1. Dit vetzuur houdt de koeien in conditie. Met name de verse koeien kunnen die extra energie goed gebruiken. Ze houden de productie dan gemakkelijker vol en ik zie het terug in een betere vruchtbaarheid. Vorig jaar was er natuurlijk nog de blauwtongperiode en toen waren er vrijwel geen verwerpers. Dat schrijf ik mede toe aan de extra energie uit pensbestendig vet.”

Altijd perfect mengen
“We hebben veel aandacht voor het mengen. Dat moet perfect gaan. Een gelijkmatig rantsoen waar koeien niet kunnen selecteren, is belangrijk voor de pensgezondheid, zeker bij een energierijk basisrantsoen. De pens moet altijd vol zijn. Ruwvoer speelt een hele belangrijke rol, maar het hele rantsoen moet kloppen om een optimale voerefficiëntie en rendement te halen."
Tekst: AgriCommunicatie
Beeld: Anne van der Woude