
Duurzaamheid als basis voor bestaanszekerheid

Door de vele verhitte debatten over stikstofemissies en mestoverschotten lijkt Nederland sterk verdeeld als het gaat om de toekomst van de landbouw. Maar dat is niet zo, constateert het Nationaal Klimaat Platform (NKP). Uit recent onderzoek naar voedselvisies blijkt dat alle betrokken partijen in de voedselketen vinden dat Nederland moet overstappen op een duurzaam voedselsysteem dat bestaanszekerheid biedt voor boeren en tuinders. Het merendeel ziet deze transitie bovendien als een collectieve verantwoordelijkheid. De vraag is dus eerder: hoe organiseren we dat met elkaar? En wat is daarvoor nodig?
In het rapport ‘Een duurzame basis voor bestaanszekerheid van boeren en tuinders’ komt het NKP met drie aanbevelingen voor het kabinet. Dat moet bij het ontwikkelen van een toekomstgericht markt- en prijsbeleid aangeven hoe de bestaanszekerheid van boeren wordt geborgd. Daarnaast moet de overheid boeren die willen stoppen, goed ondersteunen. Een uitkoopregeling alleen is onvoldoende; er is maatwerk nodig. Tot slot pleit het platform voor het delen van regionale voorbeeldprojecten. Die zijn zowel interessant voor boeren en tuinders als voor beleidsmakers.
Icoonprojecten
Ook al gaat het meestal om projecten op kleine schaal of met subsidie, ze maken volgens het platform duidelijk dat het anders, rendabel en duurzamer kán. Zeker als ketenpartners, consumenten, financiers en overheden de initiatieven ondersteunen. 'Hier liggen kansen voor opschaling met meer maatschappelijke impact', schrijft NKP-voorzitter Kees Vendrik in het zogenoemde Signalenrapport in november 2023. Marktpartijen kunnen volgens het NKP concrete icoonprojecten opzetten met financiële hulp van de overheid, bijvoorbeeld via het Investeringsfonds Duurzame Landbouw.
''Hier liggen kansen voor opschaling met meer maatschappelijke impact.''
Kees Vendrik, NKP-voorzitter, 2023
Voorafgaand aan het rapport hield het NKP inspiratiesessies. Daarin lieten enkele boeren, tuinders en andere ondernemers al zien hoe ze bouwen aan een toekomstbestendig verdienmodel. Ook uit andere onderzoeken blijkt dat er op lokale en regionale schaal allerlei initiatieven lopen, bijvoorbeeld op het gebied van groene technologie, korte ketens, inkoop van duurzame landbouwproducten van eigen bodem, biobased bouwen, voedselgemeenschappen en gezonde voeding. Vaak werken gangbare partijen daarbij samen met groene koplopers.
1000 boeren schakelen over
Als voorbeeld noemt het NKP het programma ReGeNL. Dit is opgezet om 1000 Nederlandse boeren in de periode tot 2030 te helpen bij het overschakelen naar regeneratieve landbouw. Dat wil zeggen dat ze niet alleen de negatieve effecten van landbouwactiviteiten proberen te beperken, maar ook een neutrale of positieve bijdrage leveren aan milieu, klimaat, voedselzekerheid en sociale omstandigheden. Dat leidt tot bodemverbetering en natuurherstel, en zorgt daarnaast voor voldoende opbrengst en een stabiel inkomen voor de boer of tuinder.
De focus ligt op het optimaliseren van de gewasopbrengst, een gezond bodemleven, en het minimaliseren van het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen en meststoffen. Deelnemers krijgen vier jaar lang begeleiding, onder meer bij het opstellen van hun eigen bedrijfsontwikkelplan, monitoring en het verzamelen van gegevens, en het verbeteren van kennis en vaardigheden. Het uiteindelijke doel van ReGeNL is om duurzame en rendabele landbouw met een positieve impact op natuur en klimaat de nieuwe standaard te maken in Nederland.
De knop om
Regeneratieve landbouw past in één van de zeven transitiepaden die de Sociaal Economische Raad onderscheidt: Biologisch plus. Andere opties zijn bijvoorbeeld het gebruik van hightech systemen, natuur- en landschapsbeheer en het opzetten van maatschappelijke zorg-, recreatie- of educatietakken. Ook daarvan zijn genoeg praktijkvoorbeelden te vinden. Zo deelt het NKP via het eigen podcastkanaal ‘Van Onderopcast’ het verhaal van Jan Duijndam uit Delfgauw, die zich inmiddels landschapsboer noemt. Zijn bedrijf, Hoeve Biesland, verwerkt zuivel, heeft een bakkerij, een slagerij, een winkel en een zorgtak.
"De knop in je hoofd moet om", vertelt Duijndam. "Met een zomertaling in de sloot – een zeldzame eend – moet je even gelukkig zijn als met een koe in de wei. Want als ondernemer kun je zorgen voor de juiste biotoop voor zo’n dier. Lukt dat, dan krijg je een vergoeding van de overheid. Combineer je dat weer met biologisch boeren, dan zijn consumenten bereid om meer te betalen voor je producten, en krijg je subsidie. En dan heb je een verdienmodel."
Signalen vertalen
Om te leren in de praktijk, zijn innovatieprogramma’s zoals ReGeNL nodig die ondernemers stimuleren en die een impuls geven aan kennisontwikkeling, overheidsbeleid en financiering van de landbouw, schrijft het NKP. Naast lokale en regionale voorbeeldprojecten pleit het NKP voor een platform dat duurzame initiatieven onder de aandacht brengt en anderen kan inspireren. ‘Zo’n platform kan bovendien signalen over kansen en belemmeringen in de praktijk vertalen richting beleid.’
Meer informatie
Klik hier voor de vakinformatiepagina voor de melkveehouder.
Meer over wormen in de bodem vind je in de kennisbank van Groen Kennisnet.
Beeld: iStock
Bron: Groen Kennisnet