Column: 'Laat de ondernemer doen waar hij of zij goed in is'

Zo zijn we alles in orde aan het maken zodat de koeien weer voor het eerst naar buiten kunnen. Altijd weer een beleving waarbij de buurt graag komt kijken. En iedere keer is het weer spannend of alles goed gaat. En ook of je nog gekke foto’s kan maken met dansende koeien.

Ook staan er nog een aantal werkbezoeken op de agenda. Dat is leuk, met de fractie komen we op veel verschillende plaatsen. Altijd goed om de verhalen achter een onderneming of persoon te horen. Zo zijn we ook naar de bijeenkomst ‘super boeren’ geweest. Een bijeenkomst in het teken van de korte keten. Een prachtig initiatief voor lokale telers van diversen producten. Hoe kunnen we de retailmarkt beïnvloeden om meer lokale producten in het schap aan te bieden. Heel lastig want er was niemand van de Retail aanwezig. Dat alleen al geeft je te denken. Verschillende personen kwamen aan het woord. En wat mij bij dit soort bijeenkomsten opvalt is dat de promotie van eigen handel voorop staat. Dan zal je misschien denken, logisch toch? Niet voor mij.

Of het nu regulier, biologisch of biologisch dynamisch is maakt mij niet uit. De consument trouwens ook niet. Het gaat erom dat je een product produceert waar jij als ondernemer achter kan staan. Dat het voedzaam voedsel is met een zo laag mogelijke milieu impact. Voor de ene ondernemer is het biologisch voor een ander is het regulier. Beiden is goed. Biologisch is voor een nichemarkt. Voor consumenten die het kunnen betalen en daar ook meer geld voor over hebben. Regulier is ook goed, dat is meer productie voor een lagere prijs en beschikbaar voor iedereen. Ook voor de mensen met een smalle beurs.

Laten we nog eens een stapje verder gaan. Een biologische ondernemer zegt mijn akkers stoten het minste uit. Terwijl een reguliere ondernemer zegt per kilogram product stoot ik het minste uit. Immers een regulier haalt vaak meer kilogrammen product van een hectare af. Ik weet nog steeds niet wat nu beter is. Eén ding weet ik wel, laat de ondernemer doen waar hij of zij goed in is. En laten we vanuit de sector de burger meer betrekken bij onze manier van produceren. Door ze goed te informeren hoe ze de Nederlandse producten kunnen herkennen in de winkel.

Bij aanvang van de bijeenkomst kwam ik in gesprek met een andere aanwezige. We waren het erover eens dat we veel meer aandacht moeten hebben voor de herkomst van producten in het winkelschap. En dat we moeten proberen zoveel mogelijk Nederlandse producten te kopen. Ik wist als enige te vertellen dat er op bijna alle etenswaren een klein ovaaltje staat met de afkorting van het land en het herkomstnummer erin. Ik pakte de koffiemelk erbij om het te laten zien. Wat bleek, de koffiemelk kwam uit België. Dus mensen, verbeter de wereld begin bij jezelf. Consumeer waar jij je zelf prettig bij voelt en wat je kan betalen. In Nederland hebben wij deze keuzevrijheid gelukkig. Maar wees wel lief voor het klimaat en de Nederlandse ondernemers en koop wat van Nederlandse bodem komt. Kom je er in de winkel niet uit, loop dan naar de manager van de winkel en spreek hem of haar aan en vraag naar de Nederlandse aardappel, appel, peer of wat dan ook. Is dit niet aanwezig, vraag dan of de winkel deze producten in het assortiment wil opnemen. Immers, door producten van eigen bodem te kopen, helpen wij elkaar beetje bij beetje de wereld te verbeteren.

Ingrid de Sain, melkveehouder in Schellinkhout en fractievoorzitter BBB Noord-Holland, schrijft op persoonlijke titel.