Erf Snip Jerseys werkt toe naar een systeem waarin ze misbaar zijn

Sinds de bedrijfsovername in 2021 willen de jonge ondernemers Karst-Jan en Andrea Snip gas geven. Ze willen alle ideeën die ze hebben concreet maken en uitvoeren. De ouders van Karst-Jan molken eerder zestig Holstein-koeien op het erf in het Groningse Jonkersvaart.

Karst-Jan wilde graag verder met het bedrijf. Maar door de bedrijfsomvang was het voor hem niet mogelijk om meteen na school in het bedrijf mee te werken. Hij werkte eerst een aantal jaren in de periferie en ging voor zijn werk regelmatig naar het buitenland, net als Andrea. Beiden deden veel ideeën op voor hoe ze later het melkveebedrijf wilden inrichten.

Samen uitstippelen

Met de ouders van Karst-Jan stippelden ze een meerjarenplan uit tot aan hun pensioen. „Wij wilden als opvolgers gas geven en nieuwe dingen ontwikkelen”, vertelt Karst-Jan. „Het was goed om duidelijk met elkaar uit te stippelen hoe de komende jaren eruit zouden zien.” Ze kozen een datum uit voor de bedrijfsovername in 2021. De verantwoordelijkheid voor het bedrijf ligt vanaf dan bij Karst-Jan en Andrea.

Bij de nieuwe visie van de twee hoorde het overschakelen naar Jerseys. Die koe past namelijk goed in hun natuurlijke en extensieve visie. In 2019 en 2020 kwamen de eerste Jersey-koeien. Ook kwamen er melkrobots: twee stuks DeLaval VMS 300.

Andrea legt uit: „Die robot heeft als voordeel dat de voerbak en het achterhek zich automatisch aanpassen aan de grootte van de koe. Dat was handig, omdat we toen nog Holsteins én Jerseys molken. Daarnaast kun je bij deze robot veel op afstand met de telefoon regelen. Bijvoorbeeld het opnieuw aansluiten van de koe in de box.”

Zelf misbaar zijn

Dat de robot op afstand te bedienen is, past bij de toekomstvisie van de ondernemers. Ze willen toewerken naar een bedrijfssysteem waarin ze misbaar zijn, vertelt Karst-Jan. „We willen afwisseling houden in ons werk. Dat betekent het bedrijf zover klaarmaken dat iemand anders de koeien ook kan doen. Er zijn zoveel jongeren die graag boer willen worden, maar geen bedrijf kunnen overnemen. Zo iemand willen we bij ons dan de kans geven om een melkveebedrijf te runnen.”

In 2022 vertrokken de laatste Holstein-koeien van het erf naar een melkveehouder in de buurt. Ze maakten ruimte voor veertig drachtige Jersey-vaarzen. Daarmee was de omschakeling naar volledig Jerseys volbracht en kreeg het bedrijf de nieuwe naam Snip Jerseys.

Biologisch en regeneratief

Ook werd de omschakeling richting biologisch ingezet. „Er waren twee redenen die ons in het verleden tegenhielden om biologisch te worden”, vertelt Andrea. „De eerste was dat biologische bedrijven geen gebruik mochten maken van gesekst sperma. Wij wilden dat wel, omdat we de top van de veestapel willen insemineren met gesekst, zodat we bij de rest een vleesstier kunnen gebruiken. Die regel werd in 2022 aangepast, waardoor het toegestaan werd. De tweede reden was derogatie. Maar die werd langzaam afgebouwd, waardoor dat ook geen ding meer was.” Met de omschakeling konden de ondernemers intern salderen, waardoor een groeistap mogelijk was naar 110 biologische Jersey-melkkoeien.

Nu ze biologisch zijn, willen de ondernemers nog een stap verder richting regeneratief. „Met alleen biologisch zijn we er nog niet”, vindt Karst-Jan „We willen graag het bodemproces dusdanig stimuleren dat we de opbrengsten op een natuurlijke manier kunnen verhogen.” Volgens beide ondernemers kunnen ze zo groeien naar een gezond bedrijfssysteem dat gezond voedsel produceert.

Eigen kaasmakerij

Dat gezonde voedsel is voor de ondernemers melk én kaas. Sinds 2020 laten ze een deel van de melk verkazen. Doel is om dat op korte termijn op het eigen erf te kunnen gaan doen, in een kleine kaasmakerij die ze willen gaan bouwen. De kaasmakerij is een project waar Andrea zich voor inzet.

„In de kaasmakerij willen we drie of vier dagen per week kaas maken”, licht Andrea toe. „Het idee is om te starten met het verwerken van 1.500 liter melk per week. We hoorden van andere kaasmakers dat ze vrij snel ruimte tekort kwamen wanneer ze wilden groeien. Vandaar dat we voldoende ruim gaan bouwen, zodat we nog kunnen groeien in de hoeveelheid die we verwerken. Ook zouden we naast harde kazen ook graag zachte kazen willen produceren.”

Ook bij de kaasmakerij zoeken ze de samenwerking op. Zo is een kaasmaker die ze kennen mede-eigenaar van de nog te bouwen kaasmakerij. „Hij vertelde ons dat hij voor zichzelf wilde beginnen”, legt Andrea uit. „Het is alleen niet makkelijk om een vergunning te krijgen om bijvoorbeeld op een industrieterrein te starten met kaasmaken. Op een boerenerf mag je echter vergunningvrij met kaasmaken beginnen. Zo helpen we elkaar en kunnen we ons eigen bedrijf verbreden.” Ze hopen dit jaar de financiering voor de bouw van de kaasmakerij rond te krijgen, zodat de bouw in 2026 kan beginnen.

Emissiereductie

Waar de kaasmakerij het project van Andrea is, heeft ook Karst-Jan een eigen project. Hij is namelijk bezig met het bekendmaken van een vermifiltratiesysteem in Nederland. Vermifiltratie is een biologische waterzuiveringstechniek, waarbij regenwormen en micro-organismen dunne fractie van mest afbreken terwijl het door een filterbed stroomt. De eindproducten zijn schoon water en wormenmest.

Het bedrijf BioFiltro heeft een vermifiltratiesysteem ontwikkeld, dat Karst-Jan bij hen op het erf in proefopstelling wil testen in samenwerking met Wageningen UR. Karst-Jan vertelt: „We verwachten 60 tot 80 procent emissiereductie te kunnen behalen, omdat met het systeem zowel in de stal als op het land een reductie ontstaat. Dat willen we onderzoeken door eerst een proefopstelling in een container te bouwen. Daarin kunnen we de reductie meten, in samenwerking met Wageningen UR. Alleen is, door alle uitspraken rondom stikstof in december en januari, het moeilijker geworden om dit soort projecten door te zetten.”

Als het vermifiltratiesysteem uitgerold kan worden in Nederland, gaat Karst-Jan naast het melkveebedrijf binnen de Nederlandse portefeuille van BioFiltro werken. Bij de bouw van de stal is daar al rekening mee gehouden, door kantoorruimten te bouwen met uitzicht op de Jerseys. Eventuele andere teamleden kunnen dan ook op het erf van Karst-Jan en Andrea werken.

Plannen genoeg dus. De komende jaren hopen ze hun erf steeds meer te kunnen vormgeven, passend bij hun visie. Karst-Jan: „We proberen altijd te zoeken naar wat wél kan en daarbij onze eigen visie te blijven volgen.”