
Verse koeien met uierontsteking? Check uw droogstandsmanagement!

De droogstand is een cruciale periode voor zowel de melkproductie als de gezondheid van de koe in de volgende lactatie. Dit is ook de tijd waarin de uier de grootste veranderingen doormaakt en daarmee extra gevoelig is voor infecties. Veel nieuwe uierinfecties ontstaan juist in deze fase en kunnen pas na het afkalven tot mastitis leiden, omdat de koe dan een lagere weerstand heeft.
Onderzoek laat zien dat zo’n 60% van de klinische mastitisgevallen die na kalven optreden en worden veroorzaakt door omgevingsgebonden bacteriën, zoals E. coli, hun oorsprong vinden in de droogstand.
Wat gebeurt er tijdens het droogzetten?
In de eerste fase van de droogstand wordt de koe niet meer gemolken, waardoor melk zich ophoopt in het uier. Dit kan zorgen voor melklekken, wat bacteriën de kans geeft om via de speenpunt naar binnen te komen. Het immuunsysteem stuurt extra witte bloedcellen om de overtollige melk op te ruimen, maar dit kost energie en maakt de koe tijdelijk vatbaarder voor infecties. Hoe hoger de melkgift op de dag van droogzetten, hoe groter het risico op nieuwe infecties. Daarom is het belangrijk dat de melkgift onder de 12 kg melk per dag komt. De melkgift kan verlaagd worden door de energie- en eiwitopname te beperken en de melkfrequentie te verlagen (werkt het beste bij robotmelken in verband met de geleidelijke verlaging van de frequentie). Daarnaast duurt het even voor er een keratineplug gevormd is, al gebeurt dit nog maar bij 50% van de koeien. Daarom is het advies om altijd interne sealers te gebruiken. Zo worden de doorgang van de speen voor bacteriën geblokkeerd. Zodra de resterende melk is opgeruimd, komt de koe in de rustfase van de droogstand en neemt de kans op infecties af.
Richting afkalven
Tijdens de biestproductie neemt het risico op infecties weer toe. Het uier vult zich opnieuw met melk, terwijl de speendesinfectie nog niet op gang is. Dit verhoogt de kans op melklekken en bacteriegroei.
Om infectiedruk te verlagen is een schone, droge omgeving essentieel. Maak de ligboxen dagelijks schoon, houd roosters schoon om vieze klauwen te voorkomen, strooi de afkalfstal dagelijks in en houd de strotemperatuur onder de 35°C. Als de koe eenmaal heeft afgekalfd en wordt gemolken met de minimelker controleer dan wanneer de tepelvoeringen voor het laatst vervangen zijn (bij rubber iedere 6 maanden) en reinig het apparaat na elk gebruik. Minimelkers zijn vaak een bron van bacteriën.
Een zorgvuldig droogstandsmanagement is essentieel om de kans op uierontsteking na het afkalven te minimaliseren. Door de melkgift tijdig te verlagen, een goede hygiëne te handhaven en interne sealers te gebruiken, kan de gezondheid van de koe en de melkproductie in de volgende lactatie worden geoptimaliseerd. Een goed droogstandsbeleid draagt niet alleen bij aan het welzijn van de koe, maar ook aan de melkproductie en duurzaamheid van het bedrijf.
Wilt u meer weten over hoe u uw droogstandsmanagement kunt verbeteren? Neem dan contact op met één van onze dierenartsen: Jessica Hartjes, 06-3800 8533 (Nederland), Niels Groot Nibbelink (Zuid Nederland) 06-8100 2036, Anne-Miek Timmermans (Midden Nederland) 06-1370 2817, Sabine Hoogeveen (Noord-West Nederland) 06-8279 0165 of Anne-Lynn Geertshuis (Noord-Oost Nederland) 06-2046 9304.
Tekst: Hipra
Beeld: Hipra