Minister werkt aan regeling om bovengronds mest aanwenden op te nemen in de Omgevingswet

De Vrijstellingsregeling verviel op het moment dat de nieuwe Omgevingswet in werking trad. In januari 2024 liet de minister de Tweede Kamer weten dat nader onderzoek nodig was, om te bepalen hoe de ‘oude’ Vrijstellingsregeling opgenomen kon worden in de nieuwe Omgevingswet.
Uitzondering
In een verzamelbrief over diverse onderwerpen van het mestbeleid van vrijdag 7 maart, schrijft de minister een manier te hebben gevonden de Vrijstellingsregeling in de nieuwe wet op te nemen. De minister is voornemens de huidige regeling als uitzondering op de verplichting tot emissiearm aanwenden op te nemen in het stelsel van de Omgevingswet. Dit wil ze doen via een wijziging van het Besluit activiteiten leefomgeving en de Omgevingsregeling.
Internetconsultatie
De internetconsultatie opende op 24 februari en sluit op 24 maart. Na verwerking van de inbreng hangt minister Wiersma de regelgeving voor bij de Eerste en Tweede Kamer. En legt ze de regeling voor aan de Afdeling advisering van de Raad van State voor een advies.
Het moge duidelijk zijn dat de regelgeving niet voor de start van het huidige uitrijdseizoen gereed is. De uiteindelijk inwerkingtreding van de regeling gebeurt dan ook met terugwerkende kracht.
Praktijkonderzoek
Dit jaar loopt het praktijkonderzoek naar de effecten van bovengronds uitrijden af. Op basis van de resultaten van het onderzoek neemt de minister een besluit nemen over het verder voortzetten van de regelgeving die bovengronds uitrijden mogelijk maakt.
Stemming Renure opnieuw uitgesteld
In haar brief aan de Kamer laat de minister weten dat zij er op basis van de conceptagenda van het Nitraatcomité van 20 maart aanstaande vanuit gaat dat er nog niet gestemd zal worden over het voorstel voor toelating van RENURE-producten als kunstmestvervanger.
Het voorstel staat wel geagendeerd voor bespreking. De minister verwacht dat het hier gaat om enkele nadere technische vragen van lidstaten. Ze geeft aan dat Nederland zo veel als mogelijk deze lidstaten voorziet van informatie en argumenten.
Onzekerheid houdt aan
De minister is zich ervan bewust dat hiermee de onzekerheid rondom het toestaan van RENURE en de voorwaarden waaronder het wordt toegestaan voortduurt. Tegelijkertijd geeft ze in haar brief aan dat tijdens de afgelopen Landbouw- en Visserijraad en ook uit de Visie op Landbouw en Voedsel wederom duidelijk werd dat de Europese Commissie en veel lidstaten RENURE inmiddels zien als een kans om de Europese afhankelijkheid van stikstofkunstmest uit (Wit-)Rusland te verminderen en de CO2-footprint van ons voedsel te verlagen. Ze houdt goede hoop dat het voorstel op korte termijn op een gekwalificeerde meerderheid van de lidstaten kan rekenen.

Tekst: Hermien van der Aa
Woont en werkt op een melkveebedrijf in Hernen met als neventakken educatie en zorglandbouw. Sinds 2020 parttime redacteur melkvee bij Agrio, waar ze hoofdzakelijk schrijft voor de website melkvee.nl, het vakblad Melkvee en de regiobladen
Beeld: Ruth van Schriek
Bron: Tweede Kamer