Column: ‘Van iedere 1.000 kilogram geoogste soja is slechts 178 kilogram geschikt voor menselijke consumptie’

In de commissie landelijk gebied hadden wij vanuit de fractie vragen dan ook een aantal gesteld. En we hadden onze zorgen doorgegeven aan de Tweede Kamer fractie van de BBB. En nu kreeg ik gisteren te horen dat de motie is aangenomen. Tromgeroffel en de vlag uit.

Er waren plannen om rond Schiphol de 10-20 kilometer zone verjagend afschot weg te strepen. Met als gevolg dat de 0-10 kilometer zone voller gaat worden met ganzen. Immers de zone eromheen wordt minder verstoord, doordat er niet meer aan populatiebestrijding wordt gedaan. En daarbij komt de veiligheid van het vliegverkeer in het gedrang. Best zorgelijk. Nu moet het ministerie aan de bak om samen met de provincie actie te ondernemen. Om te waarborgen dat er voldoende ruimte blijft voor adequaat ganzen beheer in de straal van 20 kilometer rondom Schiphol. Altijd fijn als de inspanning resultaat geef. Het is helaas niet altijd zo. Maar voor nu ben ik blij.

Ook rondom Schiphol mogen de ondernemers nu weer zelf bepalen wat ze verbouwen. Ondernemers vrijheid is een groot goed. We willen immers ook allemaal eten, en het liefst zo lokaal mogelijk met minste milieu impact. Maar niet alle akkers zijn geschikt voor alle teelten. De graanakkers worden na de oogst van het graan al onder gewerkt om ganzen vraat te voorkomen. Maar er zijn ook gebieden die alleen geschikt zijn voor gras. Omdat de bodemgesteldheid niks anders kan dragen. Dan is het toch mooi dat er vee op kan grazen, dat gras kan omzetten in hoogwaardig voedsel.

Wat minder bekend is dat er veel reststromen vanuit de humane consumptie verwaard worden tot veevoer. Zelf voeren wij nu citrusschillen aan de koeien. Samen met kuilgras en snijmais geeft dit een prachtig rantsoen. Dikke melk en een laag ureum. Bijkomend voordeel is dat het in de stal heerlijk zoet naar sinaasappels ruikt. De koeien eten het heel graag. Wat de consument zich niet realiseert is dat door deze verwerking van reststromen de boodschappen betaalbaar blijven.

Zullen ze weten van hoeveel producten er een reststroom is? Ik kreeg het laatst te horen op een klanten avond in Friesland. In totaal wordt er ruim 5 miljoen ton per jaar aan reststromen uit de humane consumptie verwerkt in veevoer. Ik was best onder de indruk van deze hoeveelheid. De reststromen zijn vooral afkomstig van de verwerking van aardappels, bier, mais, suikerbiet.

Daarnaast is er nog het verhaal van de soja. Gebruiken we de soja nu voor het veevoer of voor menselijke consumptie? Het blijft een eeuwige discussie. Van de 1.000 kilogram geoogst product is slechts 178 kilo geschikt voor de menselijke consumptie in de vorm van plantaardige zuivel en andere vegetarische gerechten. De overige 822 kilo is niet geschikt voor de mens en wordt verwerkt in het veevoer. We moeten met elkaar de ogen niet sluiten voor dit gegeven en voorkomen dat we belanden in een discussie over wat goed of slecht is. Laten we met elkaar open staan voor de verschillende meningen. Iedereen heeft recht op een eigen mening. Het gaat meestal pas fout wanneer een ander jou zijn of haar mening probeert op te leggen. Dat moet stoppen. Iedereen doet qua bedrijfsvoering wat bij hem of haar past. Laten wij voor nu en in de toekomst trots zijn op onze sector en onze prestaties. Het produceren van kwalitatief hoogwaardig voedsel met de minste uitstoot, door de verwaarding van reststromen uit de humane consumptie. Voor nu ben ik trost en blij.

Ingrid de Sain, melkveehouder in Schellinkhout en fractievoorzitter BBB Noord-Holland, schrijft op persoonlijke titel.