Topmest.org: 'Effectief en zonder krimp veestapel'
‘Uitstoot melkveehouderij kan gehalveerd worden door minder eiwitrijk krachtvoer te gebruiken’

Minder eiwitrijk krachtvoer resulteert in stabielere mest die minder stikstof uitstoot en toevoeging van koolstofrijk materiaal aan de mest bindt de stikstof op natuurlijke wijze en verlaagt de pH, wat uitstoot voorkomt, stelt Topmest.org. Inzetten op deze aanpak is goedkoper dan ingewikkelde, technische oplossingen en inkrimpen van de veestapel is niet nodig, stellen Nigten en Bakker.
Betaalbaar en toepasbaar
Deze aanpak is eenvoudig, betaalbaar en direct toepasbaar. Het is goed voor de bodem, stelt de organisatie in een overzicht van praktijkervaring met agrarische ondernemers. „Het versterkt het bodemleven, waardoor boeren minder afhankelijk worden van kunstmest”, verklaart Peter Vanhoof, als agrarisch adviseur verbonden aan Topmest.org.
In een persverklaring becijfert Topmest.org op basis van RIVM-cijfers dat de uitstoot van de Nederlandse landbouw circa 106 kiloton ammoniak bedraagt. Die zou bij breed doorvoeren van de kennis uit het Topmest-project naar 20 tot 50 kiloton per jaar kunnen slinken.
Lagere uitstoot (direct uit de drijfmest) en minder snelle uitspoeling bij gebruik van de mest op akkers en grasland kan bijdragen aan het behalen van de doelen uit de Kaderrichtlijn Water, is de boodschap van Nigten en Bakker.
Kwaliteitswaarde mest
Op de site van Topmest.org beschrijft de organisatie hun aanpak aldus: „Het onderzoek Topmest 2024 heeft duidelijk laten zien hoe de ruim bekeken kwaliteitswaarde van drijfmest verandert door beheersmaatregelen op het bedrijf als rantsoen, boxenstrooisel, diepte van de mestput, gebruikte geneesmiddelen, enzovoorts. De bedoeling van dit initiatief is de aandacht vestigen op boeren die het goed in de vingers hebben. Waarschijnlijk is de invloed van de kwaliteitswaarde van de drijfmest vele malen groter dan de manier van toepassen als het gaat om emissiereductie. Veehouders kunnen dus door eenvoudige maatregelen de kwaliteit van hun drijfmest aanzienlijk beïnvloeden. Ze lossen een biologisch probleem op door te werken met die biologie op hun bedrijf. Dure technische end-of-the-pipe oplossingen zijn dan niet meer nodig en tegelijk ontstaat een prachtig productiemiddel voor zowel veehouders als akkerbouwers, namelijk waardevolle rijpende drijfmest. Daardoor kan het gebruik van milieuschadelijke kunstmestsoorten stilaan uitgefaseerd worden zowel in de veehouderij, als de akkerbouw.”

Tekst: Jorg Tönjes
Beeld: Jorg Tönjes