
Factsheet
Weidegang zonder derogatie kan!
Met de juiste planning blijft weidegang haalbaar, zelfs zonder derogatie. Ontdek hoe u voldoende mest behoudt voor eigen gebruik en verplichte afvoer.

Factsheet
Een reactie op de aflopende derogatie kan zijn dat de koeien minder of geen weidegang krijgen. Vanuit het idee dat anders niet of moeilijk voldaan kan worden aan de verplichte mestafvoer. Stichting Weidegang laat in bijgaande analyse zien dat weidegang prima kan bij een aflopende derogatie. Maar het vraagt wel om een nauwkeurige planning. Waarbij alles draait om het tijdig en voldoende sparen van mest zodat je én genoeg hebt voor eigen aanwending én voor je verplichte afvoer. En dat kan prima met behoud van weidegang!

Grondgedachte
De grondgedachte om koeien minder weidegang te geven is dat het aandeel weidemest relatief hoog is. De figuur hiernaast laat zien dat bij aflopende derogatie het aandeel gelijk blijft. De echte pijn zit bij het aandeel verplichte mestafvoer dat groter wordt. De grafiek is gebaseerd op een analyse van 86 Grip op Gras-bedrijven1, gebruik makend van de rekentool Derogatiewijzer®2 en de Kringloopwijzers van de bedrijven.
Ook na afloop van derogatie is er ruimte voor weidegang, maar heb je dan ook genoeg drijfmest voor eigen aanwending in het voorjaar en kun je voldoen aan de mestafvoer plicht? Een scenariostudie laat zien dat bijna elk bedrijf - intensief of extensief, groot of klein, veel of weinig weidegang - kan blijven weiden, kan voldoen aan zijn mestafvoer-verplichting én genoeg mest overhoudt om zelf uit te rijden. Maar het vraagt wel een zorgvuldige planning.
Het extensieve bedrijf hoeft ook na afloop derogatie geen mest af te voeren. Bedrijven met een gemiddelde of hoge intensiteit wel (blauwe balkje). Maar ook dan blijft in vrijwel alle gevallen voldoende mest over om zelf uit te rijden in het voorjaar (bruine balkje). Het knelt alleen bij een intensief bedrijf met 4000 uur weidegang, maar dat zal in de praktijk niet of nauwelijks voorkomen.
Nu laat het bruine balkje in voorgaande grafiek zien hoeveel m3 mest er beschikbaar is voor het hele jaar. Interessanter is het om in te zoomen op de beschikbaarheid voor de 1e, 2e en 3e snede.
Dat laat onderstaande grafiek zien.
Belangrijk hierbij is dat voor de 1e weidesnede de vuistregel (na afloop derogatie) geldt van 10 m3 drijfmest per ha en voor de maaisnede 20 m3 per ha. Voor de weidesnede komt een gemiddeld intensief bedrijf boven de 2500 uur weidegang in de problemen; bij 4000 uur weidegang is er immers maar 7 m3 per ha beschikbaar. En voor de maaisnede komt een gemiddeld intensief bedrijf boven jaarlijks 720 uur weidegang mest tekort.
Dit laat zien dat de aflopende derogatie betekent dat je je mestvoorraad strak moet plannen. Daarbij zijn twee data zijn belangrijk in het voorjaar: 15 februari (vanaf die datum mag je weer mest uitrijden op je eigen land) en 1 april (datum waarop akkerbouw mest nodig heeft). Het streven is om op 1 april in één keer (100%) te voldoen aan de verplichte mestafzet. Dan is de vraag het hoogst en de prijs (relatief!) het laagst. Beide grafieken gaan uit van 100 procent verplichte mestafvoer op 1 april.
Nu kun je er voor kiezen, als blijkt dat je te weinig mest hebt voor eigen aanwending, om op 1 april maar de helft van je verplichte mestafvoer af te zetten. Maar dat is wel riskant, omdat de afvoerprijs van mest verderop in het seizoen hoger is en je maakt je erg afhankelijk van het weersverloop in het groeiseizoen. Een andere optie is om één jaar extra mest te sparen, zeg maar een correctie, waardoor je de jaren erna voldoende mest hebt.
Mest sparen!
- Extensieve bedrijven hebben voldoende mest beschikbaar in het voorjaar voor eigen aanwending. Ze maaien relatief minder waar meer drijfmest voor nodig is. En ze hoeven geen mest af te voeren. Toch is ook hier mest sparen als het kan goed.
- Bij gemiddeld intensieve bedrijven met redelijk wat weidegang wordt het krapper. Die moeten mest gaan sparen voor voldoende mest voor eigen aanwending in voorjaar en verplichte afvoer.
- Voor intensieve bedrijven gelden drie zaken: vroeg mest sparen, ureum scherp in de gaten houden (een lager ureum betekent minder kuubs verplichte mestafvoer) en ze moeten beschikken over voldoende mestopslagruimte. Anders hebben ze in het vroege voorjaar (15 februari) te weinig om zelf uit te rijden en met 2de en 3de snede juist teveel.
Eindnoten
1) De Derogatiewijzer® is een simulatieprogramma die werkt met gegevens uit de Kringloopwijzer. Vervolgens kun je ‘spelen’ met allerlei variabelen. Zoals afvoer en eigen aanwending mest, RE-gehalte rantsoen. De consequentie van al je maatregelen staan dan in een grafiek. Daarnaast rekent de tool ook de financiële gevolgen uit. De Derogatiewijzer® is in opdracht van de Stichting Weidegang ontwikkeld door Aart Pellikaan van PPP-Agro Advies en Harm Rijneveld van Adviesbureau ‘Terug naar de basis’. Hier vind je een video met uitleg over de Derogatiewijzer.
2) Grip op Gras is een onlangs afgerond project van de Stichting Weidegang. Daarbij zijn 279 melkveehouders samen met 22 weidecoaches aan de slag gegaan met de essentie van het project: hoe krijg je zoveel mogelijk weidegras in de koe? Klik hier voor meer informatie.
Tekst: Stichting Weidegang
Beeld: Stichting Weidegang
Bronnen: Stichting Weidegang, Factsheet Weidegang zonder derogatie kan!, Datum: 02-2025