Stikstof en fosfaat in 2024 onder het mestplafond, nog wel werk aan de winkel voor het lopende jaar

In 2024 bleef de stikstofuitscheiding van alle veesoorten samen 8 procent onder het geldende stikstofplafond van 489,4 miljoen kilogram stikstof. Vooruitkijkend naar dit jaar produceren de veehouderijsectoren samen met 450,2 miljoen kilogram stikstof nog 10,2 miljoen kilogram stikstof te veel.
Koeien scheiden 3 procent minder stikstof uit
Melkkoeien met bij behorend jongvee scheidde vorig jaar 267 miljoen kilogram stikstof uit, een daling van 3 procent ten opzichte van 2023.
Na de afschaffing van het melkquotum in 2015 groeide de melkveestapel, wat leidde tot een toename van de mestproductie. Maatregelen om de omvang van de melkveestapel terug te dringen zorgden voor een daling van de mestproductie vanaf 2017. Mede hierdoor is de stikstofuitscheiding van de veestapel sindsdien met 63 miljoen kilogram afgenomen. De fosfaatuitscheiding daalde in diezelfde periode met 21 miljoen kilogram.
Naast een afname van het aantal koeien en jongvee is ook de stikstofuitscheiding per dier gedaald.
Fosfaatuitscheiding koeien nagenoeg gelijk
De hoeveelheid fosfaat in dierlijke mest was vrijwel gelijk aan 2023 en kwam uit op 148 miljoen kilogram fosfaat, 2 procent onder het in 2024 geldende fosfaatplafond. Ruim de helft, 78 miljoen kilogram fosfaat, was afkomstig uit de melkveehouderij. Als enige sector zag de melkveehouder de fosfaatproductie toenemen in 2024, en wel met 3 procent. In 2025 daalt het fosfaatplafond naar 135 miljoen kilogram.
Meer fosfaat, minder stikstof
Dat de melkveehouderij meer fosfaat maar minder stikstof produceerde, komt onder andere door veranderingen in de samenstelling van het ruwvoer, zoals kuilgras en snijmaïs. Het fosforgehalte van het gevoerde ruwvoer was in 2024 hoger dan het jaar ervoor, terwijl dat voor stikstof niet het geval was.
Dalende trend intensieve sectoren
De uitscheiding van stikstof en fosfaat via de mest van varkens en pluimvee is, mede door een daling van het aantal dieren, sinds 2016 gestaag gedaald. In 2024 was er in de varkenssector een afname van de stikstof- en fosfaatuitscheiding met 3 procent en in de pluimveesector met 4 procent ten opzichte van het voorgaande jaar. Varkens en pluimvee produceerden samen 130 miljoen kilogram stikstof en 54 miljoen kilogram fosfaat.
Bij het overige vee, zoals vleesrundvee, paarden, pony’s, schapen en geiten, daalde de stikstofuitscheiding in 2024 vergeleken met een jaar eerder met 2 miljoen kilogram tot 53 miljoen kilogram stikstof. De fosfaatuitscheiding van overig vee bleef stabiel op 16 miljoen kilogram.