
‘Tot 20 procent opbrengstverlies door continuteelt maïs’

Een rustgewas is een gewas in een rotatie dat bijdraagt aan de verbetering van de kwaliteit van water en bodem. Het beperkt de uitspoeling van stikstof en fosfaat, heeft een diepgaand wortelstelsel, zorgt voor opbouw van organische stof en houdt ziekten en plagen in de bodem onder controle.
Dat vertelde Roy Kuenen, productmanager ruwvoer bij DSV, woensdag tijdens een door het veredelingsbedrijf georganiseerd webinar met als thema Slim omgaan met ruwvoer. „Voordelen van rustgewassen zijn onder andere een verhoogde bodemgezondheid door meer organische stof, verbeterde bodemstructuur door diepgaande wortelstelsels, doorbreking van continue teelt om ziekten te voorkomen, stimulatie van een breder bodemleven en mogelijk winst in de portemonnee door verbeterde ruwvoerproductie en efficiënter nutriëntengebruik. Uit onderzoek is namelijk gebleken dat een continuteelt van mais tot een opbrengstverlies van 20 procent kan leiden. Andersom resulteert vruchtwisseling in een 18 procent hogere opbrengst.”
Enkele interessante rustgewassen voor een ruwvoederbouwplan zijn een onbemest vanggewas dat vóór 1 september is ingezaaid, grasland, luzerne, sorghum of een mengteelt van sorghum en mais.
Onbemest vanggewas vóór 1 september ingezaaid
Een onbemest vanggewas dat vóór 1 september is ingezaaid, telt als rustgewas voor het 7e Actieprogramma Nitraatrichtlijn, maar niet voor het GLB. Na de oogst van de hoofdteelt (bijvoorbeeld mais) moet het vanggewas worden ingezaaid en mag het niet worden bemest of vernietigd vóór 1 februari. Kuenen: „Een kans is dat je mais op mais kunt blijven telen, terwijl je toch aan de verplichting voldoet. Ook kun je eventueel nog een snede van het onbemeste vanggewas oogsten als je een gras-klavermengsel inzaait. Bij het wegvallen van derogatie kan dit interessant zijn om meer mais te telen. Een uitdaging is dat je wellicht een vroeger maisras moet kiezen, wat ten koste kan gaan van de opbrengst.”
Grasland: veel gebruikt
Vooral grasland is een mogelijk rustgewas dat veel wordt gebruikt. De graslandteelt telt mee voor het 7e Actieprogramma Nitraatrichtlijn. Met één keer zaaien van een twee- of driejarig grasmengsel kun je aan meerdere tijdvakken van de rustgewasverplichting voldoen, vertelde Kuenen. „Je kunt profiteren van de voordelen van gras (eventueel met klaver) in rotatie met mais, zoals de verhoogde organische stof en het stikstofleverend vermogen. Uitdagingen zijn de afstand tot percelen (in verband met transport) en de geschiktheid van sommige percelen voor grasland. Soortrijk grasland kan ook worden ingezet voor de ecoactiviteit kruidenrijk grasland in het GLB en voor premies van melkfabrieken.”
Luzerne bindt stikstof uit de lucht
Luzerne is een interessante optie als rustgewas, maar kent zowel kansen als uitdagingen. Een van de belangrijkste voordelen is dat luzerne zowel voor het 7e Actieprogramma Nitraatrichtlijn als voor het GLB in aanmerking komt. Omdat het een meerjarig gewas is, kan met één keer zaaien aan de eisen van meerdere tijdvakken worden voldaan. Bovendien bespaart het op kunstmest, omdat het stikstof uit de lucht bindt.
Ook kan luzerne worden ingezet voor de ecoactiviteit stikstofbindend gewas binnen het GLB. Het gewas staat bekend om zijn hoge eiwit- en drogestofopbrengst en heeft een goede droogtetolerantie. Door de diepe worteling verbetert het de bodemstructuur.
Er zijn ook uitdagingen, stelt Kuenen. „Zo is er een risico op onkruiddruk en vraagt het teeltmanagement extra aandacht, bijvoorbeeld bij het bepalen van het moment en de hoogte van het maaien en de mate van bemesting. Omdat luzerne vier tot vijf keer per jaar geoogst kan worden, moeten boeren nadenken over de geschiktheid van percelen die verder weg liggen. De pH-waarde van de bodem moet minimaal 5,5 zijn op zand en 6 op klei, zodat de rhizobiumbacteriën goed kunnen functioneren voor de stikstofbinding.”
Sorghum: droogtetolerant
Ook sorghum is zowel voor het GLB als het 7e Actieprogramma inzetbaar. Het is een droogtetolerant gewas met een diepgaand wortelstelsel en het gaat efficiënt om met vocht en nutriënten. „Het is structuurrijk ruwvoer”, weet Kuenen. „In een mengteelt met mais (sorghum-maismix) combineer je de voordelen van beide gewassen. Een uitdaging is dat het een nieuw gewas is, dat extra aandacht vraagt voor het teeltmanagement. Ook is sorghum met name interessant in warme jaren, maar dat weet je natuurlijk niet van tevoren. Bij de sorghum-maismix is het belangrijk om het zaaitijdstip, de zaaidiepte en de gewasbescherming af te stemmen op sorghum. Minimaal twee derde van de gewassen moet sorghum zijn om te voldoen aan de rustgewasverplichting. Daarnaast moet je extra aandacht besteden aan gewasbescherming om te voorkomen dat middelen de ontwikkeling van mais of sorghum nadelig beïnvloeden.”
Er is geen enkel rustgewas dat voor alle situaties de oplossing is. Het is belangrijk om in overleg te gaan met je adviseur en een rustgewas te kiezen dat past bij je grondsoort, je bedrijfsvoering en de geldende wet- en regelgeving, adviseert Kuenen. „Bedenk of je te maken hebt met een ‘moetje’ (de verplichting) of een ‘mag’ (de ecoactiviteit) en welke gewassen daarvoor in aanmerking komen. Houd rekening met de logistiek, de teelttechnische aspecten en de economische haalbaarheid.”
Wat is de regelgeving rond rustgewassen?
De soorten rustgewassen zijn afhankelijk van de regelgeving: het 7e Actieprogramma Nitraatrichtlijn en het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB). Voor het 7e Actieprogramma zijn er 146 mogelijke rustgewassen, terwijl er voor het GLB 47 mogelijkheden zijn, legde Kuenen uit. „Ze overlappen niet volledig. Het is dus belangrijk om te weten over welke regelgeving je het hebt.”
Een rustgewas moet eens per tijdvak worden geteeld. Hoe vaak, is afhankelijk van de regelgeving. „Voor het 7e Actieprogramma Nitraatrichtlijn zitten we nu in het eerste tijdvak, dat loopt van 2023 tot 2026. Tijdvak twee start in 2027, en dan geldt ook de verplichting om eens in de drie of vier jaar een rustgewas op een perceel te telen. Hoe vaak precies, is afhankelijk van het 8e Actieprogramma Nitraatrichtlijn. Daarnaast is er het GLB, waar de ecoactiviteit rustgewas kan worden ingezet als een mogelijkheid om een premie te krijgen. Dit houdt in dat er één keer per drie jaar een rustgewas geteeld moet worden, maar dit is niet voor iedereen verplicht. Het is een optie om de premie te behalen.”
De verplichting om rustgewassen te telen geldt op zand- en lössgronden. Dit is een eis vanuit het 7e Actieprogramma Nitraatrichtlijn, een verplichting om de waterkwaliteit te verbeteren en de uitspoeling van nitraten te verminderen. De specifieke regels en uitzonderingen kunnen variëren afhankelijk van de regio en het type grond. Zo is in het noordwesten van Nederland veel blijvend grasland, waardoor de verplichting minder impact heeft.