Twee van de vijf Europese landbouwbedrijven beschikt over mestopslag
Het percentage bedrijven met mestopslag varieert aanzienlijk tussen lidstaten, met uitersten van bijna 100 procent in Slovenië tot slechts 7 procent in Cyprus.
In Nederland had 30 procent van de landbouwbedrijven (inclusief akkerbouwbedrijven en glastuinbouw) opslagfaciliteiten voor vaste mest, en 30 procent had overdekte opslagfaciliteiten voor vloeibare mest. Er waren in 2020 geen landbouwbedrijven in Nederland met onoverdekte opslagfaciliteiten voor vloeibare mest.
Vaste mest meer voorkomend
De meest voorkomende vorm van mestopslag in de EU is de opslag van vaste mest, die in 2020 door 57 procent van de bedrijven met mestopslag werd gebruikt. Dit varieert van onbedekte hopen tot gecontroleerde composthopen. Bedekte opslagfaciliteiten voor vloeibare mest waren de op één na populairste optie (16 procent). Andere vormen van opslag, zoals diepe strooiselsystemen, putten onder dierenverblijven en onbedekte vloeibare mestopslagfaciliteiten, kwamen minder vaak voor.
Het onderscheid tussen vaste en vloeibare mestopslag is volgens de onderzoekers van Eurostat belangrijk vanwege de verschillende milieueffecten. Vloeibare mestopslag, vooral zonder afdekking, brengt risico’s met zich mee zoals ammoniakemissies en uitspoeling van voedingsstoffen naar grond- en oppervlaktewater. Dit kan leiden tot waterverontreiniging en andere milieuschade. Opslag van vaste mest, hoewel niet zonder risico’s, wordt vaak anders behandeld in relatie tot emissies.
Onafgedekte opslag
Het aandeel EU-landbouwbedrijven met onbedekte vloeibare mestopslagfaciliteiten is tussen 2010 en 2020 met 5 procentpunt afgenomen. Landen zoals Nederland en Malta hadden in 2020 zelfs helemaal geen boerderijen meer met deze faciliteiten. Sommige landen (Spanje, Estland, Tsjechië, Bulgarije en Italië) zagen echter een lichte toename.
Onbedekte vloeibare mestopslag, zoals lagunes en onafgedekte tanks, is een bron van milieuschade. Deze faciliteiten veroorzaken ammoniakemissies, die bijdragen aan luchtverontreiniging, en leiden tot uitspoeling van nitraten en fosfaten naar grond- en oppervlaktewater, wat de waterkwaliteit aantast.
Landbouwbedrijven met meer vee hebben over het algemeen vaker mestopslagfaciliteiten. Uit de gegevens van Eurostat blijkt dat bijna 90 procent van de bedrijven met 100 tot 500 vee-eenheden over mestopslag beschikte. Dit aandeel daalt naarmate de grootte van het bedrijf (gemeten in vee-eenheden) afneemt.
Tekst: Stefan Buning
Geboren en getogen op een melkveebedrijf in de Achterhoek. Sinds 1998 werkzaam als redacteur bij Agrio. Als chef Melkvee is hij samen met zijn team verantwoordelijk voor het kritisch volgen van alles wat er in en om de melkveehouderij in Nederland gebeurt.
Beeld: Susan Rexwinkel
Bron: Eurostat