Spreiding gewasopbrengst groot tussen bedrijven bij een lagere kunstmestgift
Countus ziet dat veel melkveehouders ervoor kiezen om de korting van 20 procent op de totale stikstofgebruiksnorm in NV-gebieden opvangen door minder kunstmest te gebruiken. Zo kunnen ze binnen de beschikbare ruimte zoveel mogelijk dierlijke mest benutten.
Uit de analyse op de Kringloopwijzer-data van Countus-klanten blijkt dat een lage stikstofgift uit kunstmest op gras zorgt voor een lagere opbrengst (uitgedrukt in kilo drogestof per hectare) én een lagere kwaliteit van het gewas (uitgedrukt in VEM per kilo drogestof). Het effect van lagere bemesting is sterker op de opbrengst van het grasland dan op de kwaliteit van het geoogste gewas. Bij maïs is een genuanceerder beeld te zien: de opbrengst per hectare neemt bij lagere stikstofbemesting licht toe, terwijl de kwaliteit van het gewas licht daalt.
Spreiding groot
De spreiding tussen bedrijven is echter groot. Zo blijkt dat er bedrijven in staat zijn om een hoge opbrengst per hectare en kwaliteit te behalen met een lage stikstofgift uit kunstmest. Ook het omgekeerde vindt plaats: bedrijven die veel stikstof uit kunstmest gebruiken met achterblijvende opbrengsten en kwaliteit.
Uit de Kringloopwijzer-data blijkt dat een hoog percentage klaver in het gewas zorgt voor een lichte stijging van de opbrengst. Daarnaast ziet het accountbureau andere factoren die niet direct uit de cijfers zijn te halen, maar in de praktijk wel een groot verschil kunnen maken. Denk aan het type kunstmest en het moment van bemesten. ‘Nu de bemestingsnormen steeds strenger worden, is het belangrijk om op het juiste moment, in de juiste samenstelling én op de juiste manier te bemesten. Zo haal je het maximale uit je gewassen’, luidt het advies.
Ook de grondsoort heeft invloed op de opbrengst en kwaliteit. Het gemiddelde effect op de opbrengst van gras is het grootst op kleigrond en het kleinst op veengrond. Daarentegen is het effect op de kwaliteit weer beduidend groter op veengrond. Bij maïs zien we de opbrengst licht toenemen op veen- en kleigrond bij lagere kunstmest bemesting, terwijl deze op zandgrond juist afneemt. Het kwaliteitsverschil is ook daar op veengrond het grootst.
Tekst: Sandra Wilgenhof
Tijdens stages ontwikkelde Sandra een passie voor de landbouwsector. Haar studie Dier- en Veehouderij in Dronten combineerde ze met een minor en stage journalistiek. Als redacteur schrijft ze al enkele jaren nieuws en achtergrondartikelen over de landbouwsector.
Beeld: Ellen Meinen
Bron: Countus