Liquiditeitspositie Nederlandse melkveehouder met 35.500 euro toegenomen
Ook voor het lopende jaar gaat de bank uit van een positieve ontwikkeling van de liquiditeitspositie bij melkveehouders, hoewel de kosten voor mestafzet en dierziektes nog roet in het eten kunnen gooien.
Toename liquiditeit varieert tussen de 21.500 en 57.000 euro
Zagen de melkveehouders in 2023 hun liquiditeit na een hoopvol begin nog scherp dalen, nam in 2024 de liquiditeit met name de laatste paar maanden gestaag toe. Dit resulteerde uiteindelijk in een toename van de liquiditeit variërend tussen de 21.500 en 57.000 euro.
Liquiditeit is het bedrag dat op de rekening courant staat. Het is een belangrijke graadmeter om te bepalen of een melkveehouder op korte termijn aan zijn verplichtingen kan voldoen. Liquiditeit, zo benadrukt de bank, is niet hetzelfde als inkomen. Wageningen University & Research raamt het gemiddelde inkomen van de melkveehouder in 2024 op 74.000 euro.
De in dit artikel gepresenteerde cijfers zijn afkomstig uit de liquiditeitsmonitor van ABN AMRO. In deze monitor volgen ze een constante groep van meer dan 1.000 melkveebedrijven met een hoofdinkomen dat afkomstig is uit de melkveehouderij, zonder significante nevenactiviteiten.
Blauwtongvirus kan melkproductie flink laten dalen
De toename aan liquiditeit is voor een belangrijk deel toe te rekenen aan de goede melkprijs in 2024. In Nederland produceerde de melkveehouders van januari tot november vorig jaar 1,9 procent minder melk dan in 2023. ABN AMRO schrijft de productiedaling toe een kleinere veestapel, het blauwtongvirus en de matige kwaliteit van het ruwvoer. Hoewel de impact van het blauwtongvirus op nationale schaal beperkt bleef, kan deze op bedrijfsniveau aanzienlijk zijn. Uit een analyse van onderzoeksinstituut Royal GD blijkt dat getroffen koeien permanent een kilo melk per koe per dag minder produceren.
Krapte op de markt
Niet alleen in Nederland, maar ook in de ons omringende landen nam de melkproductie af. Kijken naar alle landen van de Europese Unie name de totale melkproductie 0,5 procent toe. Wereldwijd nam de vraag naar zuivel flink toe, wat uiteindelijk resulteerde in krapte op markt en een sterk oplopende melkprijs in het tweede deel van het jaar. Aan het einde van het jaar bracht een liter melk dan ook 57 cent per liter op.
Ook kosten mestafzet gedekt
Dankzij de hoge melkprijs verbeterde de stand van de rekening courant bijna alle maanden van het jaar, ondanks de toegenomen kosten voor de afzet van mest en de dunne marges in het tweede kwartaal. Dunne marges die het gevolg waren van de jaarlijks terugkerende ‘voorjaarsuitgaven’, zoals loonwerkerskosten voor het zaaien van mais, uitrijden van mest, de eerste snede gras, pachtbetalingen en de aankoop van krachtvoer. Hoewel de prijs van krachtvoer hoog blijft, is deze voorbij de piek van 2023.
Kosten over langere periode uitgesmeerd
In de meeste jaren kenmerkt ook het derde kwartaal zich door hogere kosten. Al gaat het dan met name om het oogsten en aankopen van mais. Door het natte najaar vielen een deel van deze kosten in 2024 in het vierde kwartaal. Dit zorgde bij veel melkveehouders voor rode cijfers in oktober. Het uitbetalen van de voorschotten van Europese landbouwsubsidies zorgde met name in december voor een flinke piek in de inkomsten.
Geen relatie bedrijfsomvang en liquiditeitsontwikkeling
Voor het maken van de liquiditeitsanalyse maakte ABN AMRO gebruik van data afkomstig van meer dan 1.000 gespecialiseerde melkveebedrijven in Nederland. Het gevolg van deze aanpak is dat de gemengde bedrijven, die doorgaans kleiner zijn, ondervertegenwoordigd zijn in de dataset. Een analyse van de cijfers laat echter zien dat de liquiditeitsverbetering zich bij bedrijven van elke omvang heeft voorgedaan. ‘Oftewel, we zien geen duidelijke relatie in de bedrijfsomvang en liquiditeitsontwikkeling waardoor de hier beschreven trend representatief is voor de melkveehouderij’, schrijft de bank in haar persbericht.
Mestafvoer vooral risico voor kleine bedrijven
Voor 2025 voorziet de bank, met name voor kleine en middelgrote bedrijven, een toename van de kostprijs van 1,5 tot 3 cent per kilogram melk. Deze toename zal volledig toe te schrijven zijn aan de kosten voor mestafvoer. Omdat grote bedrijven vaak al een verleden hebben met het afvoeren van mest verwacht de bank bij de grote melkveebedrijven weinig problemen.
De ervaring leert dat de bank tot op heden nog geen bedrijven kent die acuut in de problemen zijn gekomen door de hogere mestafzetkosten. Een mogelijke verklaring is volgens ABN AMRO dat een deel van de melkveehouders de mest nu nog opslaan en op die manier de afvoerkosten voor zich uitschuiven. Een andere mogelijkheid is dat de afgelopen jaar gerealiseerde marges nu nog voldoende zijn om de kostprijsverhoging (tijdelijk) op te vangen.
Liquiditeit stijgt door in 2025
Voor 2025 verwacht ABN AMRO dat de melkprijs relatief hoog blijft en de extra kosten voor mestafzet worden gedekt. ‘Over de gehele linie verwachten we dat de kosten op een acceptabel niveau blijven en 2025 een positieve liquiditeitsontwikkeling zal laten zien. Tegelijkertijd bestaan er risico’s die op bedrijfsniveau voor geheel andere resultaten kunnen zorgen’, schrijft de bank. Met name de gevolgen van dierziektes, vergunningverlening en het onzekere overheidsbeleid kunnen een negatieve invloed hebben op de individuele resultaten. De bank verwacht, net als in de voorgaande jaren, een laag niveau van investeringen.