Niet te pittig en niet te zout en nog meer tips over mestkwaliteit

‘Wie goede mest heeft, heeft minder emissie en zorgt met mínder stikstof voor een goede plantengroei. De bodemvruchtbaarheid verbetert.’ Maar wat zijn de eigenschappen van goede drijfmest? 4 kenmerken waar je op moet letten volgens Peter Vanhoof.

1. Goede mest heeft weinig stank

‘Mest stinkt. Maar goede mest stinkt minder, want het fermenteert. Dat komt doordat de emissie van ammoniak en waterstofsulfide (H₂S) laag is.’

2. Niet te pittig

‘Het ammoniakgehalte van mest heeft idealiter een ppm (parts per million) onder de 30. Als mest te pittig is – een ammoniakgehalte van 60 ppm – dan spreken we van pittige mest. Is het nog hoger dan is dat niet goed voor je bodemleven.’

3. pH-graad geeft belangrijk signaal

‘De zuurgraad van de mest bepaalt veel. Bij een licht zure mest, met een pH van 6, is er bijna geen ammoniakvervluchtiging maar bij een pH van 8 stijgt de vervluchtiging al naar 33 procent. Bij hoge pH-waarden gaat de mest rotten en ontstaat onder andere waterstofsulfide en andere giftige stoffen die giftig zijn voor het bodemleven en de planten. Hoe je zorgt voor een ideale pH tussen de 6,8 en 7,1? Een juist rantsoen en goed strooisel in de boxen.’

4. Let op je zout

‘De zoutwaarde (EC) zegt wat over de kwaliteit van de drijfmest, in de akker- en tuinbouw is het een veelgebruikte waarde. Te veel zouten in de mest, beschadigen de planten. Water toevoegen aan de mest verlaagt de EC, goed voor je bodem.'

Ten slotte adviseert Peter Vanhoof om water toe te voegen aan drijfmest. Dat kan de ammoniakvervluchtiging bij het uitrijden van mest verlagen. ‘De ammoniakemissie treedt op zolang de mest op de bodem ligt. Hoe dunner de mest, hoe gemakkelijker hij in de bodem zakt.’