“Melkproductie steeg bijna 20 procent dankzij nieuwe voerstrategie” aldus Andreas
Sinds 2018 voert een Lely Vector zowel 160 melkkoeien als 140 stuks jongvee op het bedrijf van Andreas en zijn ouders Ludwig en Agnes. “Toen we deze stal in 2008 bouwden, wilden we al een automatisch voersysteem”, vertelt Andreas. “Mijn oom probeerde zelf een systeem te bouwen, maar dat was niet zo eenvoudig. Daarom zijn we gaan kijken wat er op de markt beschikbaar is. We hebben eerst nog naar andere systemen gekeken, met voerbunkers. Maar toen ik eenmaal de Lely Vector had gezien, was ik overtuigd dat dit het beste systeem is voor ons.”
Meer flexibiliteit
“We kozen voor de Lely Vector omdat dit systeem veel meer opties biedt dan een systeem met voerbunkers.” De voerkeuken voor de Lely Vector bevat een vlakke vloer met vakken. “In theorie kun je op elk vlak een andere voersoort zetten, zo ben je veel flexibeler. Wanneer je werkt met voerbunkers, dan heb je al snel meer voersoorten dan dat er bunkers beschikbaar zijn.” Een ander groot voordeel van de Lely Vector vindt Andreas het voermoment. “De Lely Vector beslist zelf wanneer het tijd is voor een nieuwe portie, op basis van de hoeveelheid restvoer aan het voerhek. Dat combineert perfect met weidegang.”
Bijna 20 procent meer melk
De melkproductie is sinds de aanschaf van de Vector bijna 20 procent gestegen, dat is stijging van gemiddeld 1.800 liter per koe op dit familiebedrijf. Dat komt niet alleen door het continue voeraanbod, maar ook omdat het eenvoudiger is meer voersoorten te voeren. “Het is gemakkelijk om aanvullende voeders bij te mengen.”
Makkelijk met weidegang
De koeien van de familie Heinen krijgen van april tot oktober, overdag weidegang op 35 hectare grasland. “In de zomerperiode ligt de voergoot vol na de ochtendmelking, daarna stopt de Vector met voeren. Rond 10.00 uur is de voergang leeg en gaan de koeien de wei in. Aan het eind van de middag begint de Vector met de nieuwe portie. De koeien gaan bij binnenkomst direct naar de wachtruimte. Als ze dan uit de melkstal komen, ligt er weer voldoende vers voer klaar.” Op dagen dat de koeien in de wei minder vers gras vreten, merkt de sensor van de Lely Vector al snel dat er meer voer nodig is aan het voerhek. “Daar hoeven we zelf niet op te letten, dat beslist de Vector. Dat is ideaal”, vindt Andreas.
Koeien goed verzorgd
Met de Lely Vector zijn Ludwig en Andreas veel flexibeler qua werk. “Als we een drukke dag voor de boeg hebben, zorgen we dat de voerkeuken vooraf is gevuld. Wij melken de koeien ’s ochtends en ’s avonds, verder hoeven we over het voeren niet na te denken.” Ook tijdens het melken zijn ze niet bezig met voeren. “Wanneer je zelf voert, moet je zorgen voor voldoende voer aan het voerhek wanneer de koeien uit de melkstal komen. Wij weten dat de Vector dat heeft geregeld. We zijn minder gebonden omdat we weten dat de Vector de koeien goed verzorgt. En we hebben geen extra arbeid nodig, we kunnen het werk samen aan.”
Meer rust
Ook de koeien hebben profijt van de Lely Vector. Ludwig vertelt: “De koeien zijn veel rustiger, omdat ze weten dat er altijd genoeg voer is. Ze hoeven niet snel op te staan om op tijd bij het voerhek te zijn voor het verse voer. Er is altijd vers voer.” Ludwig en Andreas hebben ook het gevoel dat de gezondheid van de dieren daarvan profiteert.
Voerkeuken vullen
Het vullen van de voerkeuken past Andreas aan op z’n overige werkzaamheden. “Ik vul de keuken wanneer het uitkomt, zo eens per drie of vier dagen. Ik houd altijd rekening met weekenden en vakanties of werk op het land. Maar ik doe het vooral wanneer ik tijd heb.”
Het vullen van de voerkeuken is volgens Andreas ook afhankelijk van de grootte. “Als je een grotere voerkeuken hebt, kun je droge producten zoals hooi en luzerne voor langere tijd in de voerkeuken op voorraad leggen.” Producten die sneller achteruitgaan in kwaliteit, zoals bierbostel, vragen meer aandacht. “Bierbostel kun je in de zomer niet langer dan twee dagen op voorraad in de keuken leggen. In de winter kan je dit oprekken tot vier dagen.”
Zelden storingen
“We zijn erg positief over de Lely Vector. Het loopt allemaal zo soepel. De machine staat alleen stil tijdens de onderhoudsbeurten en als de koeien in de wei lopen. En als er dan een keer iets is, bellen we het Lely Center. Meestal is het telefonisch op te lossen. Zo niet, dan komt er direct iemand langs. Zo weten we zeker dat de koeien altijd worden gevoerd.” Ook qua stroomgebruik zijn ze positief. “We verbruiken maar 10.000 kilowatt per jaar, dat valt heel erg mee. En zeker nu we via onze eigen biogasinstallatie elektriciteit opwekken, is het nog rendabeler.”
*Resultaten in dit artikel zijn niet geverifieerd door Lely of een onafhankelijke partij. Uw resultaten kunnen variëren.
Andreas en zijn ouders Ludwig en Agnès melken 160 Holstein-koeien in de provincie Luik. Ze melken in een 2x16 swing-over melkstal, met een gemiddelde productie van ruim 11.000 liter per koe per jaar en gemiddeld 4,3 procent vet en 3,6 procent eiwit.