Significant verband in de praktijk aangetoond tussen eiwit gerelateerde factoren en ammoniakuitstoot
‘In deze studie is de variatie in ammoniakemissie uitgezet tegen factoren zoals RE, TAN en melkureum om te analyseren in hoeverre deze factoren variatie in ammoniakemissie kunnen verklaren’, schrijft LTO Noord, dat spreekt van een tussenrapportage en doorgaat met het onderzoek in 2025. ‘Er is een positief effect van eiwit gerelateerde factoren (melkureumgehalte, RE-gehalte, TAN-excretie) op ammoniakemissie. Deze factoren kunnen daarbij slechts een klein deel (6-11 procent) van de variatie verklaren. Een hoger RE-gehalte, TAN-excretie, of melkureumgehalte resulteert zoals verwacht in een hogere ammoniakemissie.’
Dat het percentage zo laag uitvalt, ligt volgens de onderzoekers van de Wageningen Universiteit aan verschillende factoren. ‘Dit komt mogelijk door verschillen tussen de bedrijven, niet-voedingsgerelateerde invloeden op de ammoniakemissie, seizoensinvloeden (metingen zijn door het jaar heen genomen) en een kleine spreiding binnen de geteste parameters (zoals RE) binnen de bedrijven zelf. Verschillen tussen de bedrijven en seizoensinvloeden spelen derhalve een rol, naast de onderzochte dier- en voedingsfactoren.’
Onbekende invloeden
LTO Noord in het eigen bericht: ‘Uit nadere analyses bleek dat de vaste effecten van het ventilatiedebiet, de staltemperatuur en het gemiddelde melkproductieniveau (naast effecten van week- en bedrijfsinvloeden) 40 procent van de gevonden variantie in deze dataset konden verklaren. Willekeurige bedrijfseffecten leveren ook een significante bijdrage bij het voorspellen van de wekelijkse ammoniakemissie. Er lijken dus nog onbekende invloeden op ammoniakemissie te zijn, die op bedrijfsniveau variëren en nu mogelijk niet zijn meegenomen in de dataverzameling.’
Desondanks zien de onderzoekers wel aanknopingspunten om ammoniakemmissie te verlagen via voermanagement. Vooral sturen op melkureum biedt mogelijkheden. Ze schrijven in het rapport ‘Relatie tussen voerkenmerken en de emissie van ammoniak uit melkveestallen in het Netwerk Praktijkbedrijven’: ‘Het continueren van de genomen stappen in de vorm van voedingsmaatregelen is gewenst. Zowel het verlagen van ruw eiwit in het rantsoen, als het verlagen van de TAN-excretie en lagere melkureumgehaltes reduceren de NH3-emissie.’
Ureum
Omdat melkureum in deze praktijkdataset de sterkste correlatie met de NH3- emissie had, èn deze in de praktijk regelmatig wordt gemeten, is melkureum een kengetal dat eenvoudig kan worden ingezet om de NH3-emissie te reduceren, schrijven de onderzoekers in het tussenrapport.
LTO Noord is niet teleurgesteld over de resultaten: ‘Bij experimenteel verkregen data in speciaal hiervoor ontworpen emissiestallen worden mogelijk betere verklaringen gevonden vanwege meer gecontroleerde omstandigheden. Het is echter juist een van de doelen van Netwerk Praktijkbedrijven om te testen in hoeverre emissiereducerende maatregelen meetbaar zijn in praktijkomstandigheden.’