Destructietarief per dier stijgt 130 procent
Het Ministerie van Landbouw, Visserij, Voeselzekerheid en Natuur (LVVN) heeft haar goedkeuring gegeven aan de destructietarieven voor 2025. In 2023 en 2024 daalden de destructietarieven fors. Dit was een gevolg van verrekenen van eenmalige extreem hoge opbrengsten van de eindproducten van het destructieproces.
Energiecrisis dreef prijzen op
Ten tijden van de energiecrisis vielen de opbrengsten van de eindproducten onverwacht hoog uit. Deze extra opbrengsten zorgden voor een daling van de destructietarieven in 2023 en 2024. Tegelijkertijd is er over het jaar 2023 een tekort ontstaan, dat nog verrekend moet worden in het tarief van 2025. Het gevolg hiervan is dat de tarieven per dier in 2025 ten opzichte van 2024 met 130 procent stijgen. Het tarief per stop daalt licht in 2025. Op basis van deze prognoses berekent Rendac een stijging van de totale destructiekosten van 42 procent.
Aanpak tariefschommelingen
Het verrekenen van overschotten en tekorten leidt vaak tot grote schommelingen in het tarief. De destructor wil graag met de betrokken sectoren in overleg om te beoordelen of het wenselijk is verder onderzoek te doen naar de mogelijkheden om toekomistige tariefschommelingen te matigen.
Opbouw destructietarief
De tarieven voor het ophalen, verwerken en vernietigen van kadavers bestaat uit twee componenten: het tarief per dier en het tarief per stop.
Tarief per dier
Het tarief per dier omvat de verwerkingskosten, (verkoop)opbrengsten van eindproducten en de verrekening van de nacalculatie. Als gevolg van het verrekenen van het tekort over 2023 stijgen de destructielasten per dier met 117 procent. In combinatie met de algemene kostenstijgingen door inflatie en een naar verwachting iets hogere aanvoer dan in het tarief voor 2024 was verwerkt, vormen de basis voor de verhoging.
De opbrengsten komen uit de verkoop van de eindproducten diermeel, dierlijk vet en huiden. De opbrengsten worden mede beïnvloed door ontwikkelingen van energieprijzen en kennen veel schommelingen. Voor 2025 wordt een instabiele afzet van 'categorie 1 – meel' voorzien vanwege het onzekere afnamepatroon bij kolencentrales. In het tarief 2025 is daarom rekening gehouden met een naar verwachting lagere opbrengst.
Tarief per stop
Het ‘tarief per stop’ betreft de kosten voor het ophalen van kadavers. Rendact verwacht voor 2025, als gevolg van een algemene kostenontwikkeling, een beperkte stijging (+3,7 procent) van de totale transportkosten. Tegelijkertijd verwacht de destructor in 2025 een beperkte stijging van het aantal 'stops' in vergelijking met 2024. De combinatie debeperkte stijging van de totale transportkosten en de beperkte stijging van het aantal stops, levert per saldo een daling van het ‘tarief per stop’ van gemiddeld 1,6 procent op. Het tarief voor een reguliere stop gaat van 28,87 euro naar 28,41 euro per stop. Het tarief voor een geplande stop gaat omlaag van 24,76 euro naar 24,30 euro per stop. Het verschil tussen een geplande en reguliere stop bedraagt 4,11 euro.
Vaststellen tarieven
Rendac is door het ministerie van LVVN als enige partij aangewezen om in heel Nederland kadavers van landbouwhuisdieren volgens op te halen en te verwerken.
De destructietarieven die Rendac in rekening brengt, worden jaarlijks vastgesteld door de minister van LVVN. Dat gebeurt nadat bestuurlijk overleg heeft plaatsgevonden met sectorvertegenwoordigers en nadat een onafhankelijke accountant en de Accountantsdienst Rijk (ADR) de nacalculatie van Rendac hebben gecontroleerd.
Tekst: Hermien van der Aa
Woont en werkt op een melkveebedrijf in Hernen met als neventakken educatie en zorglandbouw. Sinds 2020 parttime redacteur melkvee bij Agrio, waar ze hoofdzakelijk schrijft voor de website melkvee.nl, het vakblad Melkvee en de regiobladen
Beeld: Susan Rexwinkel
Bron: Rendac