Harm Rijneveld schreef meest gelezen stuk op Melkvee.nl: ‘Column moet 100 procent kloppen’
Volgens Rijneveld gaat de landbouw een ramp tegemoet als morgen de wereld in oorlog raakt. ‘Want wat blijft erover van ons zogenaamde efficiënte landbouwland als er geen import van grondstoffen kan plaatsvinden? En wat blijft erover van de sterk gemechaniseerde veehouderij als er geen gas voor kunstmest en geen diesel voor machines is?’, vraagt hij zich af.
Visie goed onderbouwen
Harm Rijneveld, adviseur bij Terug naar de basis advies, houdt ervan columns te schrijven die prikkelen. Hij is niet uit op veel kliks, maar zou het teleurstellend vinden als zijn stukken helemaal niet worden gelezen. „De columns mogen scherp zijn, dat is de grens die je opzoekt. Maar de inhoud moet wél waar zijn. Ik lees mij altijd goed in om mijn visie te onderbouwen, lezers kunnen dat controleren. Ik zou het vervelend vinden als er onwaarheden in een column staan en je wordt teruggefloten.”
Dat zijn column over een dreigende oorlog en het uitkoopbeleid van melkveebedrijven zo veel is gelezen, verbaast hem niet. Het is niet alleen een onderwerp dat boeren interesseert, zegt hij. Dan zou die door boeren en mensen uit de agribusiness maximaal 10.000 keer zijn gelezen, rekent Rijneveld voor, uitgaande van 14.000 melkveehouders in Nederland. „Ook veel burgers zijn bezorgd over de steeds groter wordende dreiging. Defensie is leuk, maar er moet ook worden gegeten.”
Voer en energie schaars
In de column stelt Rijneveld onder andere dat in een oorlogssituatie de melkveehouderij krimpt tot het niveau van grondgebonden melkveehouderij. „Uit de vorige wereldoorlogen bleek dat naast voer, energie schaars was. De koe moest het gras zelf halen en de mest zelf wegbrengen. Dat probleem wordt nu nog veel groter, omdat alles is gemechaniseerd, en dat betekent dat er dan veel minder voedsel kan worden geproduceerd. Dit is een cruciaal gegeven waar te weinig over wordt nagedacht, met name in Nederland. Wij maken ons vooral druk om stikstof en uitkoop van melkveebedrijven. Dat baart mij zorgen.”
Het idee voor de column leefde al een tijdje bij hem. „Daar denk ik over na; ik pak het stuk op en leg het weer weg. Dat proces kan meerdere weken duren. Ik neem de tijd om een visie voor mijzelf te schetsen en te scherpen. Pas als ik 100 procent tevreden ben, gaat de column de deur uit.”
Oprechte irritatie
Rijneveld schreef dit jaar vijf columns, waarvan de laatste een Sinterklaasgedicht was. Die zette hij wel spontaan op papier, na een rondje hardlopen in de polder. Met ‘Een ode aan de opvolger’ hoopt hij jonge boeren en opvolgers een hart onder de riem te steken. Hij refereerde in die column aan Prikkebord, ‘vol met posts van ondernemers die zelf de moed al zijn verloren’. „Dat was enerzijds een grapje, maar ook een oprechte irritatie over alles wat je op dat platform voorbij ziet komen. Jongeren zijn best wel gevoelig voor negatieve uitlatingen. Er ligt een hele mooie toekomst voor de jeugd, maar dat idee krijg je niet als je de negativiteit op dergelijke forums leest.”
De vijf columns van Rijneveld kregen in heel 2024 79.405 kliks. In 2023 waren dat er 26.286 kliks voor drie bijdragen, waarvan de meeste (21.197) op een column over Wakker Dier. Hij vermoedt dat de organisatie die column zelf veel op haar sociale media heeft gedeeld. Zelf deelt Rijneveld zijn columns nooit online. „Ik vind het leuk als mensen de columns lezen, maar als ik ze zelf onder de aandacht moet gaan brengen klopt er iets niet, zowel aan de column als aan mijn eigen houding. Daarnaast ben ik met alle sociale media gestopt. Blijkbaar weten de columns toch de weg naar de boer én burger te vinden.”