Melkveehouderij zette 279 miljoen euro om via korte ketens in 2023
Hoewel 10 procent van de melkveebedrijven aangeeft een korteketenbedrijf te zijn, vertegenwoordigt dit toch bijna 1.340 bedrijven. Dit is 17 procent van het totale aantal korteketenbedrijven in Nederland. Zelfzuivelen van melk is een belangrijk onderdeel van de korte keten in de melkveehouderij. Ter vergelijking: de glastuinbouw behaalde een omzet van 896 miljoen euro via korte ketens in 2023. Dit is meer dan drie keer zo veel als de melkveehouderij.
De provincies met de meeste melkveebedrijven die actief zijn in de korte keten zijn Friesland, Overijssel en Utrecht. In deze provincies maken melkveehouderij en overige graasdierhouderij meer dan de helft van de korteketenbedrijven uit.
Net iets minder dan de helft (46 procent) van de melkveebedrijven die in de korte keten actief zijn, geeft aan dat de opbrengsten uit korte ketens minder dan 10 procent van hun totale omzet bedragen. Bijna een op de drie melkveebedrijven (30 procent) genereert echter meer dan de helft van hun omzet via korte ketens.
Fruitteelt en wijngaarden koploper
Het aantal korteketenbedrijven in Nederland groeide behoorlijk tussen 2017 en 2023. In 2017 waren er 5.735 bedrijven die als korteketenbedrijf werden geclassificeerd, dit steeg naar 7.234 bedrijven in 2020 en 7.857 bedrijven in 2023. Deze groei vertegenwoordigt een toename van 37 procent over de gehele periode.
De tuinbouwsector springt eruit als koploper in de korteketenverkoop in Nederland. Binnen deze sector scoort blijvende teelt, zoals fruitteeltbedrijven en wijngaarden, het hoogst, met bijna de helft van deze bedrijven die afzet realiseren via een korte keten.