NVWA: droogzetinjectoren met antibiotica onnodig gebruikt
Deze bedrijven werden specifiek geselecteerd op basis van gegevens uit Medirund, de database waarin dierenartsen registreren hoeveel antibiotica ze aan veehouders leveren. De NVWA koos bedrijven waar relatief veel droogzetters met antibiotica werden afgeleverd.
Uit inspecties van de NVWA bleek dat 10 veehouders afweken van de afkapwaarden – drempelwaarden voor ontstekingswaarden in de melk – die in het bedrijfsbehandelplan zijn vastgelegd. Dit betekent dat ze koeien behandelden met antibiotica zonder dat er sprake was van een uierinfectie.
Preventieve behandeling
De melkveehouders voerden volgens de NVWA verschillende redenen aan voor hun medicijngebruik. Sommige veehouders behandelden alle koeien preventief met antibiotica vanwege een te hoog celgetal in de melktank, omdat ze dit onverantwoord vonden om niet te doen. Andere veehouders rechtvaardigden de behandeling zonder infectie door te stellen dat de droogzetinjectoren een lage dosis antibiotica bevatten die onder de toegestane dierdagdosering (DDD) bleef. Een aantal veehouders paste droogzetinjectoren met antibiotica toe bij koeien met spenenproblemen, zoals een te ruim slotgat of eeltvorming, zelfs wanneer de afkapwaarden niet werden overschreden. In één geval gaf de veehouder aan dat er een vergissing was gemaakt tussen de afkapwaarden voor koeien en vaarzen.
Op alle geïnspecteerde bedrijven werden droogzetinjectoren toegepast met de werkzame stof cloxacilline benzathine, een eerstekeuze-antibioticum. Middelen van eerstekeuze werken volgens de laatste wetenschappelijke inzichten tegen de infectie waartegen ze worden gebruikt en veroorzaken de minste selectiedruk op antibioticumresistentie.
Ook dierenartsen overtraden de regels
De inspectiedienst concludeert ook dat dierenartsen de regels overtraden, bijvoorbeeld door bedrijfsgezondheidsplannen op te stellen die niet aan de voorwaarden voldeden of door onvoldoende toezicht te houden op het antibioticagebruik door veehouders.
De NVWA vindt dat er meer toezicht nodig is op het gebruik van droogzetinjectoren met antibiotica en dat er mogelijk een vervolgproject komt of dat er bij reguliere inspecties meer aandacht zal zijn voor het gebruik van deze middelen.
Tien melkveebedrijven kregen een sanctie opgelegd in de vorm van een bestuurlijke boete. De NVWA meldt niet wat de aard van de boete is.
Wat zijn de regels?
Melkveehouders kunnen gebruikmaken van droogzetters met en zonder antibiotica. Droogzetters met antibiotica mogen alleen worden gebruikt om een bestaande uierinfectie te genezen, niet preventief. Om te bepalen of een koe een uierinfectie heeft, worden afkapwaarden gebruikt. Dit zijn drempelwaarden voor ontstekingswaarden in de melk.
Veehouders die droogzetters met antibiotica willen gebruiken moeten samen met de dierenarts een bedrijfsbehandelplan en een bedrijfsgezondheidsplan opstellen. In deze plannen wordt onder andere beschreven hoe de veehouder kan vaststellen of een koe een uierinfectie heeft en wat de afkapwaarden zijn. De Richtlijn antimicrobiële middelen bij het droogzetten van melkkoeien van de Koninklijke Nederlandse Maatschappij voor Diergeneeskunde (KNMvD) kan hierbij als leidraad dienen.
Bij het gebruik van droogzetters met antibiotica moet de veehouder zich houden aan de afkapwaarden die in het bedrijfsbehandelplan zijn vastgelegd. Dit betekent dat een koe alleen mag worden behandeld met droogzetters met antibiotica als de ontstekingswaarden in de melk boven de afkapwaarde liggen. Afwijken van het bedrijfsbehandelplan mag alleen in overleg met de dierenarts waarmee het bedrijf een 1-op-1 overeenkomst heeft.