Opinie: Landbouwtentoonstelling als teken van hoop
Helaas stond de landbouw er in die tijd slecht voor. Na een periode van bloei zorgde de aanvoer van goedkoop graan uit Noord-Amerika en later ook rundvlees en andere producten voor een diepe crisis in heel Europa.
Een historisch keerpunt
Desondanks vormde de landbouwtentoonstelling een keerpunt in de geschiedenis van de Nederlandse landbouw, aldus historicus Jan Bieleman in zijn boek Geschiedenis van de Nederlandse landbouw 1500-1950. Niet omdat boeren ontdekten hoezeer ze achterliepen – dat was zeker niet het geval – maar omdat de nationale overheid zich realiseerde dat een landbouwbeleid noodzakelijk was om de moderne technologie in te zetten voor voedselzekerheid.
Twee jaar later kwam er een Staatscommissie voor de landbouw, werden er rijkslandbouwconsulenten opgeleid en aangesteld, werd de Rijkslandbouwschool in Wageningen ingrijpend gereorganiseerd, kwamen er landbouwproefstations en werden er wetten aangenomen om de kwaliteit van Nederlandse landbouwproducten te waarborgen. Ook boeren begonnen zich te organiseren in coöperaties, aanvankelijk vooral voor de productie en afzet van kaas, boter en andere zuivelproducten, en later ook voor andere gewassen, zoals de eerste coöperatieve veiling in Broek op Langedijk voor groenten uit de volle grond.
De eerste groene revolutie
Die internationale landbouwtentoonstelling markeerde dus inderdaad een keerpunt. Initiatieven van boeren en overheden stelden de Nederlandse boeren in staat om te profiteren van de eerste groene revolutie aan het begin van de twintigste eeuw. In die periode kreeg de plantenveredeling een enorme impuls door de herontdekking van de erfelijkheidswetten van Mendel. Fritz Haber en Carl Bosch wisten stikstof uit de lucht om te zetten in ammoniak – de basis voor de kunstmestindustrie – en de eerste trekker werd geïntroduceerd.
De Gouden Driehoek en zijn verval
De samenwerking tussen overheid, onderzoek en bedrijfsleven – later bekend als de Gouden Driehoek – heeft de landbouwsector door menig crisis heen gesleept. In de jaren 2010 is deze samenwerking echter uit elkaar gevallen. De overheid trok zich terug, want de markt moest het werk doen. Het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) werd zelfs opgeheven, wat ook het einde betekende van de Dienst Landelijk Gebied en de Dienst Landbouwvoorlichting. Daarnaast verdwenen de productschappen, die een belangrijke rol speelden als intermediair tussen overheid en praktijk.
Eerder al werd de Landbouwhogeschool een universiteit, waarbij onderzoekers voortaan werden afgerekend op wetenschappelijke publicaties. De landbouwkundig ingenieur – de generalist met één voet in het lab en de ander op de akker – verdween uit beeld. Daarmee verdween ook de kennis van de boerenpraktijk uit het vernieuwde ministerie van LNV, wat leidde tot beleid dat eerder lijkt op een spelletje Farm Simulator dan op echte praktijkervaring.
Nieuwe hoop en innovaties
Toch gloort er hoop. Net als 140 jaar geleden dient zich momenteel een aantal nieuwe inzichten en technieken aan, die zorgen voor een permanente groene (duurzame) revolutie. Nieuwe fok- en veredelingsmethoden krijgen geleidelijk voet aan de grond, wat perspectief biedt voor resistentie tegen ziekten en plagen bij gewassen, evenals preventie van dierziekten. Naast synthetische middelen, die nodig blijven om de resistenties te beschermen, worden nieuwe fysische en biologische methoden ontwikkeld, zoals cabriodaken in de fruitteelt en de inzet van natuurlijke vijanden van plaaginsecten.
Ook in bodembeheer zijn er spannende ontwikkelingen, zoals lichtere voertuigen en robots die werkzaamheden uitvoeren zonder de bodem te verdichten. Sensoren maken gerichte bemesting en ziektebestrijding mogelijk, en er wordt onderzoek gedaan naar kunstmest die beter is afgestemd op de variërende behoeften van gewassen gedurende het groeiseizoen.
Kunstmatige intelligentie op het boerenbedrijf
Kunstmatige intelligentie (AI) kan een belangrijke rol spelen in het vertalen van deze innovaties naar praktische toepassingen op het boerenbedrijf. Hoewel het nu nog sciencefiction lijkt, kan AI op termijn de boer ondersteunen bij gewaskeuzes, bemestingsstrategieën, ziektepreventie en andere uitdagingen waar boeren dagelijks mee te maken hebben.
De rol van de overheid
Net als 140 jaar geleden is het essentieel dat nationale en Europese overheden hun angst voor nieuwe technieken overwinnen en meedenken, in plaats van obstakels op te werpen. Natuurlijk zal niet alles vlekkeloos verlopen, maar het potentieel voor duurzame ontwikkeling in de agrofoodsector is enorm.
Als de regering nu eindelijk eens doet wat ze belooft en inzet op innovatie, zou ze dus als de wiedeweerga een internationale landbouwtentoonstelling moeten organiseren. Dit kan boeren, burgers en buitenlui inspireren en enthousiasmeren voor de permanente groene revolutie in de landbouw.
Tekst: Joost van Kasteren
Freelance wetenschapsjournalist met een landbouwkundige achtergrond. Hoofdredacteur van Vork
Beeld: Ellen Meinen