GEA komt met kunstmatige intelligentie voor vaststellen conditiescore en kreupelheid
De techniek gebruikt een 2D-camera bij een sorteerpoort of melksysteem om de conditiescore vast te stellen. Hiermee wordt elke koe geregistreerd die een melkrobot of melkstal verlaat. De camera legt beelden vast van de koeien vanuit een bovenaanzicht, terwijl ze door een gang lopen. Deze beelden worden opgeslagen in de cloud en verwerkt door CattleEye.
Koeherkenning en positiebepaling
De beelden worden verwerkt door een vooraf getraind algoritme voor koeherkenning en positieschatting. Het systeem herkent belangrijke sleutelposities van de koe, zoals de ruggengraat, heupbeenderen en staart. Vervolgens wordt een kwaliteitsbeoordeling van de beelden uitgevoerd, gebaseerd op deze sleutelposities. Beelden met een betrouwbaarheid van minder dan 90 procent worden niet gebruikt. Dit kan bijvoorbeeld gebeuren wanneer een koe gedeeltelijk bedekt is door andere koeien of objecten, bij slechte belichting of een ongewone houding. Beelden met voldoende betrouwbaarheid worden omgezet via een algoritme naar een conditiescore.
Op basis van de beelden kan het systeem ook onregelmatigheden in bewegingspatronen vaststellen, zoals een onregelmatige gang, asymmetrische stappen of beperkte bewegingsvrijheid. Dit kan wijzen op kreupelheid. De gegevens van het systeem zijn op elk moment toegankelijk via een app voor smartphones, tablets of computers.
Lagere nauwkeurigheid bij extreme BCS-scores
De nauwkeurigheid van het CattleEye BCS-systeem is onderzocht door de Universiteit van Liverpool. De onderzoekers concludeerden dat de resultaten van het systeem vergelijkbaar zijn met die van dierenartsen. Daarnaast bleek het systeem zeer consistent: opeenvolgende metingen gaven telkens vrijwel dezelfde waarde.
Het systeem heeft echter een lagere nauwkeurigheid bij extreme BCS-scores van minder dan 2,5 of meer dan 4. Dit komt vermoedelijk doordat deze scores ondervertegenwoordigd zijn in de trainingsdataset. Volgens de Universiteit van Liverpool kan dit probleem worden opgelost door het algoritme meer te trainen met koeien die extreme BCS-scores hebben. Uit het onderzoek blijkt ook dat de techniek moeite heeft met het detecteren van subtiele veranderingen in de lichaamsconditie van de koe in de loop van de tijd.
Maat voor vetreserves
De conditiescore is een maat voor de vetreserves van koeien. Het stelt melkveehouders in staat het rantsoen te optimaliseren om metabole ziekten, zoals ketose en leververvetting, te voorkomen en daarmee de vruchtbaarheid te verbeteren.
Traditioneel wordt de BCS-score handmatig vastgesteld door een getraind persoon, zoals een dierenarts of een voedingsdeskundige. De beoordelaar observeert de koeien en evalueert de vetbedekking op verschillende punten van het lichaam, waaronder de ruggengraat, heupbeenderen en staart. De meest gebruikte schaal voor Holstein-koeien loopt van 1 tot 5 met stappen van 0,25. Een score van 1 staat voor zeer mager, 2 voor mager, 3 voor gemiddeld, 4 voor vet en 5 voor zeer vet. Een score tussen 3 en 3,5 wordt als optimaal beschouwd. De beoordeling is echter subjectief en kan variëren tussen verschillende beoordelaars.