Stikstof- en fosfaatproductie van Nederlandse veestapel gedaald
De melkveestapel produceerde in het derde kwartaal 77,3 miljoen kilo fosfaat, de varkenssector 31,7 miljoen kilo, de pluimveestapel 21,8 miljoen kilo en overige dieren 16,2 miljoen kilo.
In totaal bedroeg de fosfaatproductie 147 miljoen kilo. Dat is 3,7 miljoen kilo onder het nationale productieplafond van 2024 en 1 miljoen kilo lager ten opzichte van het tweede kwartaal. Met uitzondering van melkvee zitten alle sectoren onder het sectorplafond.
Hoge fosforgehalte in ruwvoer
Hoewel de totale fosfaatexcretie in het derde kwartaal van 2024 onder de nationale plafonds ligt, overschrijdt de melkveesector het sectorale fosfaatplafond met 5 procent. De belangrijkste reden hiervoor is het hoge fosforgehalte in het verbruikte ruwvoer. Experts uit de diervoedersector geven aan dat de fosforgehalten in vers gras en graskuil in 2024 substantieel hoger zijn dan in 2023. Dit effect is groter dan de daling van de fosfaataanvoer door het gebruik van krachtvoer met een lager fosforgehalte.
De melkveesector heeft het fosforgehalte in melkveevoeders per 1 januari 2024 al verlaagd met 0,2 gram fosfor per kilogram. Verdere verlagingen worden door veevoerdeskundigen als ongewenst beschouwd, vanwege de mogelijke negatieve impact op de diergezondheid.
Door de krimp van de veestapel en de lagere aanvoer van fosfor via melkveekrachtvoer wordt verwacht dat de fosfaatexcretie in 2024 op hetzelfde niveau zal blijven als in 2023.
Alle sectoren in productieplafond
Wat stikstof betreft, produceerde de melkveesector 265,6 miljoen kilo, varkens 79,1 miljoen kilo, pluimvee 50,2 miljoen kilo en overige dieren 53,3 miljoen kilo. Alle sectoren produceerden daarmee onder het sectorplafond. Gezamenlijk produceerde de veestapel 448,1 miljoen kilo. Dat is ruim onder het nationale stikstofplafond van 489,4 miljoen kilo.
De stikstofexcretie zal naar verwachting in 2024 met 4 procent dalen ten opzichte van vorig jaar. Dat komt door onder andere de krimp van de melkvee-, varkens- en pluimveestapel en door een lager ruweiwitgehalte in het melkveerantsoen.
Plafonds in 2025 omlaag
In 2025 gaan de fosfaat- en stikstofplafonds omlaag naar respectievelijk 135 en 440 miljoen kilo. Dit betekent wanneer de huidige omstandigheden niet wijzigen, dat het nationale plafond naar verwachting zal worden overschreden met 8,9 procent voor fosfaat en 1,9 procent voor stikstof. Hierbij is het effect van de verhoging van de afroming en de deelname aan de opkoopregelingen Lbv en Lbv-plus op de mestproductie in 2025 nog niet meegenomen.
De overheid heeft afspraken gemaakt met de melkveesector over het verlagen van het ruweiwitgehalte in het melkveerantsoen tot maximaal 160 gram RE per kilo droge stof in 2025. Het CBS monitort de voortgang hiervan. In het derde kwartaal bevatte het rantsoen gemiddeld 161 gram RE per kilo droge stof.
Kwartaalrapportage fosfaat- en stikstofexcretie
Deze rapportage, opgesteld in opdracht van het ministerie van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur (LVVN), geeft een prognose van de fosfaat- en stikstofexcretie van de Nederlandse veestapel per kwartaal van 2024. Daarnaast wordt een verwachting gegeven van het ruweiwitgehalte in het melkveerantsoen. Dit is relevant in het kader van de stikstofproblematiek en de afspraken om de uitstoot te verminderen.
De cijfers zijn gebaseerd op voorlopige gegevens over het aantal dieren in het Identificatie & Registratiesysteem (I&R) voor rundvee en de Landbouwtelling voor andere diersoorten. Daarnaast wordt er rekening gehouden met de melkproductie per koe, de voersamenstelling en het voerverbruik.