Column: 'Naar Alberta voor de oogsttijd en niet meer weg willen…'
Toen ik weer naar huis zou, dacht ik: dat wil ik helemaal niet, ik wil de winter hier ook meemaken. De tijd vliegt, niet normaal. Je knippert een keer met je ogen en er is weer een maand voorbij.
'Drukte op het platteland'
Ik voel me hier heel vrij. Laatst was ik onderweg en kwam ik 15 minuten niemand tegen. Toen dacht ik bij mijzelf, waaauw, wat lekker, wat is dat mooi. Nederland past wel 15 keer in Alberta, terwijl hier 4 miljoen inwoners zijn. En dan hoor je hier, op drie kwartier afstand van de grote stad, de mensen nog zeggen dat het ‘crowded’ wordt. Vergeleken met vroeger komen er namelijk steeds meer ‘acreages’ op het platteland. Huizen met wat land, geen boerderijen, die stukjes afknabbelen van de grote blokken landbouwareaal. Normaal gesproken wordt het boerenland per quarter verkocht, dat is een blok van 64 hectare.
Oogstmaaltijd
Ze hebben hier geen keetfeesten en een sociaal leven opbouwen kost hier wat meer moeite dan in Nederland. Maar ik ben er druk mee bezig. Al snel had ik een goede Canadese vriendin, die onderhand als een zus voelt. We lijken erg op elkaar. Ik spreek af met Nederlandse en Canadese vrienden en we gaan ook samen uit. Onlangs ben ik mee geweest naar de Oogstmaaltijd in de plaatselijke ‘community hal’, die ieder jaar na afloop van het oogstseizoen wordt georganiseerd.
Je mag hier gewoon met je land doen wat je wilt.
Het is hier sowieso heel anders dan in Nederland. Je mag gewoon met je land doen wat je wilt. Als er bomen staan die weg kunnen, zet je de shovel er tegenaan en gooi je ze op een grote hoop. En die hoop steek je na 31 oktober in brand, of eerder als er sneeuw ligt. Het ruikt hier nu dus overal heerlijk naar houtvuur. Niemand heeft het over een vergunning.
Ook zul je in Nederland geen rodeo zien met onderdelen als ‘Catch the greased pig’ of ‘Milk the wild cow’, zoals ik deze zomer zag. Peuters van drie worden op een schaap gezet en losgelaten om rodeoskills te oefenen. Van jongs af aan leren ze om niet bang te zijn en door te pakken. Mensen zijn praktisch en nuchter ingesteld en ze hebben boerenhumor.
Absurd dikke kiepers
Het maïs oogsten gaat hier ook anders. In Nederland rijden we met silagewagens, hier gaat het oogsten met grote dumpers. Absurd dikke kiepers, die in Nederland niet eens de weg op mogen. De dagen tijdens de maïsoogst molken we vanaf half 5 de koeien en voerden we de kalveren, waarna we snel ontbeten. En dan met de hakselaar, twee trekkers met dumpers en een truck het land in. Via de 'gravelroads' reden we de hele dag heen en weer. De boer zat op een dikke kniktrekker met bulldozerblad om de kuilen aan te rijden. Om twaalf uur bracht de boerin eten in het land, om half vier gingen we melken en na zes uur weer verder met hakselen. Tussentijds aten bij de maïskuil, vaak werkten we door tot een uur of negen, tien, of langer. Het plastic werd met een kraan over de twee kuilen van 100 x 15 x 3,5 meter getrokken.
We have a moose!
Op mijn 'Canadese-wensenlijstje' stond: het zien van een eland. Dat had ik hier ook een keer genoemd. We waren druk bezig in de maïs, toen er in één keer over de radio werd geroepen: ‘Minke, we have a moose! Get your camera, film it! Here she comes!’ Geweldig om te zien. Coyotes zijn er hier ook veel. Ze lopen rondom de boerderij, ’s nachts hoor je ze huilen. Vanwege de grote bosbranden in de bergen worden er nu zelfs zwarte beren op plekken gezien, waar ze normaal niet voorkomen. Ook bij ons in de buurt is een beer gezien. We zitten op twee tot drie uur rijden vanaf de Rocky Mountains.
Inmiddels heb ik twee keer de zomer meegemaakt in Alberta. En één keer de herfst, met alle mooi kleurende bomen. Ik ben benieuwd naar de winter. Iets in mij wenst veel sneeuw, dat lijkt me leuk. Aan de andere kant ben ik een beetje bang voor wat ik wens. Stel dat we meters sneeuw krijgen of ‘black ice’ op de weg. Dat is gesmolten en weer opgevroren sneeuw, heel verraderlijk. Het lijkt op asfalt, maar het is ijs. Ik heb voor de zekerheid inmiddels winterbanden op de pick-up gelegd, waarin ik rijd.
Ik vraag mij regelmatig af: strenge vorst, hoe doen we dat met het vee. Het jongvee staat allemaal buiten in corals (kralen), met een kapschuur. Op dit moment ligt er een beetje sneeuw en is het overdag rond het vriespunt. ’s Nachts is het echter kouder en ze voorspellen de komende dagen -11 graden Celsius. De boer had het zelfs over een langere-termijnverwachting van -24 graden Celsius. Om te voorkomen dat de spenen van de nog af te kalven vaarzen bevriezen, worden 'kalfvaarzen' twee tot drie weken voor het kalven binnengehaald en komen ze bij de droge koeien te lopen. Om de twee dagen gaat er een dikke laag stro onder de kapschuur zodat de rest warm tegen elkaar aan kan liggen. Bij de kalveren houden twee kachels in de stal de temperatuur altijd boven nul. Ook als het erg koud wordt.
Behoefte aan water
Sneeuw is hier overigens meer dan welkom, want de grond is hier kneiterhard. Er is behoefte aan water. De lucht is heel droog. De kou voelt daardoor heel anders, niet waterkoud zoals in Nederland. Met matige vorst is het hier buiten eigenlijk heel aangenaam.
Op het bedrijf doen we alles samen en ben ik breed inzetbaar. Ik leer veel nieuwe dingen, zoals lassen. In Nederland deed ik al veel oogstwerk, maar hier zat ik voor het eerst in het graan. Ik heb mijn eerste vrachtwagen geladen met vierkante pakken stro. Melkveehouders verbouwen hier graan als veevoer. Met het stro wordt de kapschuur gestrooid. Een deel van het stro wordt gehakseld om het rantsoen meer prik te geven. Daarvoor komt hier een speciale vrachtwagen met een grote vijzel en hakselaar, dat heb je in Nederland niet. Je kiepert er een pak in en de vrachtwagen spuit het in de bunker.
Dure machines
Alles is hier groot, groter, grootst. De Agri-Trade in Red Deer, waar we afgelopen donderdag zijn geweest, heeft wel wat van een Nederlandse beurs. Alleen waren hier 31.000 bezoekers en 500 stands. Het beursterrein is 18.500 vierkante meter. Ook de machines zijn enorm groot zoals je op de foto kunt zien. Op deze beurs waren veel machines voor het verbouwen van graan. Wat zuidelijker in Alberta heb je graanboeren met land van 100 bij 100 kilometer. Die zitten een paar dagen op de combine, voor ze weer om kunnen draaien.
Het belangrijkste verschil is dat de machines hier enorm duur zijn. Wel twee keer zo duur als in Europa. Echt absurd. Mijn boerenfamilie laat een nieuwe shovel uit Engeland komen. Inclusief het scheepstransport kost die shovel nog altijd maar de helft van wat ze er hier voor moeten betalen.’
De blog van Minke verschijnt maandelijks op melkvee.nl
Tekst: Minke Kooistra
Beeld: Minke Kooistra