Monitoring van vreettijd geeft snel inzicht in gezondheidsproblemen koe
Het vreetgedrag op koppelniveau geeft de veehouder informatie over het rantsoen. Bij een smakelijk rantsoen komen koeien vaker naar het voerhek om kleine porties voer op te nemen. Het vreetgedrag op koeniveau zegt vooral iets over de gezondheid van de koe zelf.
Sensoren zien meer
Het is voor melkveehouders nagenoeg onmogelijk om zonder hulpmiddelen goed zicht te hebben op de vreet- en herkauwactiviteit van iedere individuele koe. Met sensoren lukt dat wel. Zodra de vreet- en herkauwactiviteit van een koe afwijkt, is dat een duidelijke en betrouwbare indicatie dat er iets met een koe aan de hand is en ontvangt de melkveehouder een melding van het systeem. Hoe sneller een boer daarop acteert, hoe sneller de koe weer opknapt en hoe kleiner de nadelige effecten op de melkproductie. Ervaringen in de praktijk wijzen uit dat veehouders die gebruik maken van vreet- en herkauwmetingen zieke koeien gemiddeld genomen één dag eerder in beeld hebben.
Scherp zicht op herstel
Met een monitoringssysteem kan een veehouder vervolgens ook ieder moment van de dag zien hoe de koe op een behandeling reageert en of hij nog verdere actie moet ondernemen.
Lichaamstemperatuur is vaak een goede graadmeter om vast te stellen of een koe gezond is of niet. Is een koe eenmaal behandeld met een ontstekingsremmer, dan vervalt de waarde van deze parameter. De geregistreerde vreettijd geeft dan een veel beter beeld of een koe opknapt of niet.
Boeren zijn zich nog niet altijd bewust van de waarde van deze parameter, stelt Marc van Straten, teamleider SenseHub bij MSD. „De parameter is van grote waarde voor de boer om nauwgezet te kunnen volgen of de koe herstelt.” Zet het herstel van een koe toch niet door, ontvangt de veehouder opnieuw een melding dat de koe niet genoeg vreet en kan hij de behandeling aanpassen.
Vreettijd in minuten
„Door de vreettijd in minuten, en niet in procenten weer te geven, weet een boer direct hoeveel minuten per dag een koe vreet. Dat is belangrijk bij het beoordelen van het herstel van de koe. Na ziekte gaat een koe eerst weer vreten en daarna pas herkauwen. Met een goed monitoringssysteem kan een veehouder na een uur al zien hoe de koe reageert op een behandeling”, aldus Pols.
Ook aanpassingen in het rantsoen kunnen met sensoren heel makkelijk in beeld worden gebracht. Veranderingen in het rantsoen, het tijdstip van voeren, etcetera zijn vaak direct terug te zien in veranderingen in de vreetactiviteit van het koppel. „Een koe is een gewoontedier. Het snel in beeld krijgen van afwijkingen in het normale patroon van vreten en herkauwen zijn dan ook super essensiteel”, benadrukt Van Straten.