Denemarken legt CO2-heffing op voor koeien
Denemarken dendert duurzaam door
Apetrots waren ze maandag 24 juni, de vertegenwoordigers van de Deense regering, gemeenten, landbouw, industrie, vakbonden en natuurorganisaties. Het was ze gelukt te komen tot een ‘Akkoord voor een groen Denemarken’ (zie het kader op pagina 21). Dat was een ambitieus en ingrijpend pakket van maatregelen om de landbouw verder te verduurzamen. Waarbij de CO2-heffing op vee het meest in het oog springt. ‘Een historische reorganisatie en herstructurering van Denemarken als gebied en de Deense voedsel- en landbouwproductie’, zo staat te lezen in het akkoord.
De heffing van 16 euro per ton CO2e in 2030 tot 40 euro in 2035 na belastingvrijstelling liegt er niet om. De gemiddelde CO2e-productie per koe per jaar is volgens klimaat- en energiespecialist Hans Roust Thysen van Landbrug & Fødevare (L&F, Deense LTO) 5,5 ton gebaseerd op een gemiddelde productie in Denemarken van 10.000 kilo melk per koe per jaar. De heffing geldt alleen voor de CO2-productie uit de koe zelf (methaan), de stal en mestopslag. Bij een gemiddelde bedrijfsgrootte van 237 koeien in Denemarken betekent dat een heffing van bijna 21.000 euro in 2030 en ruim 52.000 euro in 2035.
Christen Sievertsen is directeur van de Deense melkveehoudersbond (Landsforeningen af Danske Mælkeproducenter, LDM). Hij noemt de CO2-belasting in principe ‘excessief’, maar hij denkt dat veel melkveehouders de belasting kunnen ontlopen als deze in 2030 ingaat. „Ze hebben om te beginnen een belastingvrijstelling van 60 procent. Als ze dan het additief Bovaer van DSM gebruiken, besparen ze nog eens 30 procent. Als ze dan ook nog investeren in een biogasinstallatie of mest leveren voor biogasproductie, dan hebben ze de laatste 10 procent. Maar we weten eigenlijk niet hoeveel het uiteindelijk gaat kosten, omdat de overheid bezig is met een EU-subsidie voor het gebruik van Bovaer.” Dit vloeit voort uit een eerdere afspraak voor de vermindering van de uitstoot van broeikasgassen die per 1 januari 2025 van kracht wordt.
Het akkoord geeft ons weer moed omdat we weten waar we aan toe zijn
‘Akkoord geeft ons moed’
Yke Kloppenburg heeft als voormalig landelijk bestuurslid rundvee van Landbrug & Fødevarer (L&F, zeg maar de Deense LTO) de onderhandelingen leidend tot het Groene Landbouwakkoord op de voet gevolgd. Ze vertrok met haar man Rein en twee kinderen in 2002 naar het Deense Gislinge op het eiland Sjaelland. Daar hebben ze nu een biologisch melkveebedrijf met 230 koeien en 285 hectare grond. „Het akkoord geeft ons weer moed omdat we weten waar we aan toe zijn.” Dat klinkt misschien vreemd tegen de achtergrond van een aanstaande CO2-heffing op vee en de onttrekking van 400.000 hectare landbouwgrond. „Maar in historisch perspectief is het niet anders dan de uitdagingen die we altijd al hebben gehad in de sector. Uitgangspunt voor de CO2-belasting zoals die er nu ligt, is dat die mogelijkheden biedt om de rundveehouderij te ontwikkelen. Daar wordt wereldwijd veel onderzoek naar gedaan, er komen vast nog oplossingen die we nu nog niet kennen.”
Kloppenburg zegt net als Sievertsen dat veel boeren de CO2-heffing (deels) kunnen ontlopen. Ze wijst daarbij op box 1 en 2 in het Groene Landbouwakkoord. In box 1 staan maatregelen die nu al ingezet kunnen worden ter verlaging van de CO2-uitstoot. Zoals minder bemesten, geoptimaliseerde voeding, het gebruik van plantaardige vetten als bijvoorbeeld Bergafat, weidegang en andere maatregelen. In box 2 staan emissie-verlagende technieken die momenteel worden onderzocht om daar uiteindelijk een emissie-verlagende factor aan te koppelen. Denk aan een biofilter, fakkelverbranding, drijfmestkoeling, drijflaag met tentzeil en andere technieken. Het is dan ook niet zozeer de CO2-heffing, maar de tijd die Kloppenburg zorgen baart. „We krijgen te maken met een gigantische herverdeling van land. Dat gaat veel tijd kosten met een hele bureaucratische setup er omheen. Dat is ook de reden waarom er een apart ministerie wordt opgericht.”
We krijgen te maken met een gigantische herverdeling van land
Geen kaalslag
Kloppenburg denkt niet dat het akkoord tot een kaalslag onder de Deense melkveehouders zal leiden. „Natuurlijk roepen mensen dat, maar dan moet je het in historisch perspectief plaatsen. Toen de melkquotering werd ingevoerd, waren er 35.000 melkveehouders in Denemarken. Toen wij hier kwamen in 2002, waren dat er nog 7.500, inmiddels zijn het er minder dan 2.200.”
Christen Sievertsen denkt dat er best wat Deense melkveehouders zullen besluiten om te stoppen. Maar hij ziet de 40 miljard Deense kronen (5,36 miljard euro) die zijn gereserveerd voor het Groenfonds als een middel voor warme herstructurering. „Als vakbond accepteren we het als boeren die vrijwillig stoppen, vanwege vergroeningsregels en belastingen, daar netjes voor worden betaald.”
‘Ik ga geen boete betalen voor een biologisch proces’
Bert Groen boert sinds 1995 in Denemarken. Maar het Deense landbouwakkoord was voor hem de druppel, waarna hij deze zomer besloot zijn bedrijf te verkopen.
„Ik ben echt voor innovatie en verduurzaming, maar wat er nu gebeurt, is niks anders dan boeren melken. Daar doe ik niet aan mee! Ik heb altijd gezegd dat ik geen boete ga betalen voor een biologisch proces.”
Toen op 24 juni het ‘Akkoord over een groen Denemarken’ werd gepresenteerd, met de CO2-taks als belangrijk onderdeel, was voor hem dan ook de maat vol. Hij besloot zijn melkveebedrijf met 150 koeien te verkopen. Dat was bepaald niet wat Bert en zijn vrouw Aafje voor ogen hadden toen ze in 1995 vertrokken van Kampereiland. Ze kochten toen in Nørager, een plaats in Noord-Jutland, een bedrijf met 58 koeien in toen nog een Hollandse stal op 36 hectare grond. In de jaren erna werd dat gestaag uitgebouwd tot nu 150 koeien die gemiddeld 12.000 kilo melk per jaar geven. Inmiddels ligt er 110 hectare onder het bedrijf en verrees er in 2000 een ligboxenstal, die in 2013 nog eens stevig is verbouwd en uitgebreid. De 56-jarige Groen heeft begin september een bod gekregen van een nog relatief jonge melkveehouder. „Die heeft nu 300 koeien, maar bouwt voor 650 koeien. We liggen nog een paar honderdduizend euro uit elkaar, maar ik heb goede hoop dat we er samen uit komen.”
Het Deense landbouwakkoord was voor Groen de druppel in de al overvolle emmer. Zo werd eerder al duidelijk dat de derogatie eind juli zou stoppen. En de scherpere dierenwelzijnseisen baarden hem al langer zorgen. „In 2034 moeten stallen daar aan voldoen. De landbouwvoorlichting heeft voor mijn bedrijf een rapport opgesteld, waarbij er naar 62 punten is gekeken. Daarvan kleurden 25 punten groen, 7 oranje en maar liefst 30 punten rood.” Groen heeft ook de oorspronkelijke drie opties voor een CO2-heffing op zijn bedrijf door laten rekenen van toen nog 100 euro, 50 euro of 16,75 euro per ton. „De goedkoopste optie kwam neer op jaarlijks 40.000 euro, de duurste optie op 200.000 euro.”
Lees de hele reportage op Melkvee.nl.
‘Ik ga verder groeien naar duizend koeien’
Joost Oppers ligt niet echt wakker van het Groene Deense Landbouwakkoord. Hij groeit door van 725 koeien nu naar 900 tot 1.000 stuks. Via inzet van Bovaer en technische maatregelen denkt hij de CO2-heffing die 2030 in gaat, te ontlopen.
Oppers vertrok samen met zijn vrouw Susan in 1998 uit Oirschot en streek neer in Sønder Felding, Midden-Jutland. Daar kochten ze een melkveebedrijf met een oude grupstal, 59 koeien en 56 hectare land. Inmiddels heeft hij 725 koeien op 800 hectare. En een handelsbedrijf waarmee hij jaarlijks de afzet van 70 miljoen kilo melk van een paar melkveehouders verzorgt. En hij handelt in diverse machines. „Door stil te staan is nog niemand groter geworden”, is dan ook zijn lijfspreuk. Dus knalt hij door en is hij bezig met een nieuwe ligboxenstal erbij en een nieuwe melkstal voor straks 900 tot 1.000 koeien.
Natuurlijk laat het Deense landbouwakkoord ook hem niet onberoerd. „Maar ik denk dat de soep uiteindelijk minder heet zal worden gegeten dan ze nu ogenschijnlijk wordt opgediend. De landbouw is nog steeds heel belangrijk in Denemarken; ze kunnen er echt niet zonder.” Oppers heeft doorgerekend dat hij, als hij tussen nu en 2030 niets doet om zijn CO2e-uitstoot te verlagen, voor zijn dan 900 koeien 200.000 euro kwijt zal zijn. „Maar ik heb dus nog voldoende tijd om de CO2-uitstoot van mijn koeien te verlagen. Ik stuur al jaren op een laag RE-gehalte in mijn rantsoen via zoveel mogelijk vers gras en voederbieten. En omdat ik redelijk extensief ben, koop ik relatief weinig krachtvoer in. En door mijn melkproductie verder te verhogen daalt mijn CO2-voetafdruk per kilo melk. Je moet gewoon zorgen dat je bij de beste 10 procent hoort!” Maar ook de melkprijs zal omhoog moeten, vindt hij. „Je kunt onmogelijk alles alleen afwentelen op ons als melkveehouders.”
Wat Oppers mist in het Deense landbouwakkoord is een structuurvisie met betrekking tot de melkveehouderij. „Wat voor melkveehouderij willen we? Door alle maatregelen zul je zien dat de bedrijven gemiddeld veel groter worden. Is dat wat de gemiddelde Deen wil? Ik denk zelf van niet, maar we worden er zo wel toe gedwongen.”
Een ambitieus vergroeningsplan
Op 24 juni, precies vijf (!) maanden na de start op 24 januari, presenteerde de Deense regering het ‘Akkoord voor een groen Denemarken’ (Aftale om et Grønt Danmark). Een ambitieus plan om de klimaat-, water-, natuur- en biodiversiteitsdoelen te halen met verstrekkende gevolgen voor de Deense landbouw. Het landbouwakkoord is tot stand gekomen met medewerking van L&F (de Deense LTO), de Danish Society for Nature Conservation, de vakbonden NNF en Dansk Metal, de Confederation of Danish Industry en de National Association of Local Authorities (gemeenten). Het akkoord moet nog door de Deense Tweede Kamer, maar de brede opvatting is dat dit geen probleem zal zijn.
De belangrijkste punten uit het akkoord zijn: de introductie van een CO2-heffing op vee vanaf 2030 en het opzetten van een fonds van 40 miljard Deense kronen (5,36 miljard euro). De CO2-heffing bedraagt in 2030 300 Deense kronen (40 euro) per ton CO2-equivalenten oplopend naar 750 kronen (100 euro) in 2035. Melkveehouders krijgen een vrijstelling van 60 procent, waardoor de heffing in 2030 netto 120 kronen (16 euro) en in 2035 300 kronen (40 euro) per ton CO2-equivalenten bedraagt.
Het opzetten van een fonds van 40 miljard Deense kronen (5,36 miljard euro) voor de aanleg van 250.000 hectare bos in 2045. Het onttrekken van 140.000 hectare laaggelegen koolstofrijke landbouwgrond (veen) tot 2030. En ongeveer 10 miljard Deense kronen (1,34 miljard euro) zal gebruikt worden voor een subsidieregeling voor biomassacentrales, waar via pyrolyse bij hoge temperaturen organisch afval (mest, gewasresten, residuen van afvalwater, hout) wordt verwerkt tot het koolstofrijke, houtskoolachtige product biochar voor het langdurig vastleggen van CO2.
Om de uitvoering in goede banen te leiden, wordt er een apart ministerie (Grøn Trepart) opgericht. Naast dit akkoord werd de Deense melkveehouderij al geconfronteerd met stopzetting van de derogatie en een hele set aan welzijnseisen, opgenomen in een wet uit 2010, waar elke Deense melkveehouder in 2034 aan moet voldoen.
Tekst: KPI: Rochus Kingmans
Gepokt en gemazeld in de landbouwjournalistiek en communicatie.
Beeld: Landpixel, Hans de Vries ApS