Zodebemesting pakt vaak niet gunstig uit voor het bodemleven
Het onderzoek toonde aan dat zowel de mestvorm als de manier van aanwenden van invloed zijn op het bodemleven. Waarbij de boer zelf de grootste rol speelt, aldus de onderzoekers. ‘De werkwijze van de boer bepaalt voor 40 procent de samenstelling van het bodemmicrobioom.’
Zodebemesten niet gunstig voor bodemleven
De verplichting tot het emissiearm aanwenden van drijfmest komt voort uit het streven om milieuschade als gevolg van ammoniakemissie te verminderen. Dit onderzoek toont echter aan dat zodebemesting niet altijd een gunstig effect heeft op het bodemleven. Bovengronds bemeste percelen scoren beter op bodembiologie. Bovengronds bemeste bodems maken meer plantgroei bevorderende hormonen aan en zijn in staat planten bij te staan in tijden van stress. Het onderzoek laat ook zien dat deze bodems de stikstof beter vastleggen, waardoor er minder kunstmest nodig is en de kans op uitspoeling van nitraat afneemt. Minder kunstmest betekent ook minder kosten, minder energieverbruik en dus een lagere CO2-footprint.
Meer goede bacteriën, schimmels en wormen
Bovengronds bemesten stimuleert de groei van schimmels en bacteriën die goed zijn voor de gewasontwikkeling, plantgezondheid en weerbaarheid tegen droogte. Gedurende het hele groeiseizoen is het aandeel van deze micro-organismen bij bovengrondse bemesting hoger dan bij zodebemesting. Deze wijze van mest toedienen is dan ook erg interessant voor boeren die zich aan willen passen aan het veranderende klimaat.
Bovendien heeft het bovengronds uitrijden van mest een positief effect op de populatie rode wormen in de bodem. Rode wormen spelen een belangrijke rol bij het vrijmaken van voedingsstoffen en het verbeteren van de bodemstructuur. Ook dienen deze wormen als belangrijke voedselbron voor weidevogels.
Digestaat zorgt voor meer plantengroei bevorderende schimmels
Over de impact van digestaat op het bodemleven is veel discussie. Dit onderzoek laat echter zien dat het gebruik van digestaat niet leidt tot een hogere aanwezigheid van ziekteverwekkers. Ook heeft de meststof geen negatief effect op de microbiologische diversiteit in de bodem. In tegendeel, in de met digestaat bemeste bodems is de microbiologische diversiteit vergelijkbaar of beter dan bij het toepassen van drijfmest of vaste mest. Zo neemt na de eerste bemesting met digestaat het aantal plantengroei bevorderende schimmels toe.
Digestaat als drijfmestvervanger
De keuze voor digestaat als meststof biedt een aantal voordelen in vergelijking met het gebruik van drijfmest. Het aantal plantgroei bevorderende schimmels neemt toe. De aanwezigheid van rode wormen blijft beter op peil, en digestaat draagt bij aan een duurzame energieproductie en het verlagen van de ammoniak- en methaanemissie. Kortom: digestaat lijkt voor de bodem een even goede of zelfs betere meststof dan drijfmest.
Bovengronds bemesten kan rol spelen in klimaataanpak
Los van de mestsoort heeft bovengronds bemesten een positief effect op het voorkomen van micro-organismen die de bodem beter bestand maken tegen droge periodes. Een ontwikkeling die, net als de eigenschap om stikstof beter vast te leggen, goed past binnen het klimaatbestendig maken van de bodem, oftewel binnen het actieprogramma Klimaatadaptief Nederland.
Kosten en milieu gespaard
Bij bovengronds bemesten (zowel drijfmest als vaste mest) wordt de natuurlijke capaciteit van de bodem om stikstof vast te leggen beter benut. Door de stikstofgift met kunstmest te verminderen, worden risico’s op nitraatuitspoeling verminderd, terwijl kosten, energiegebruik en de CO2-uitstoot van kunstmest worden verlaagd. Zo worden economische besparingen met ecologische voordelen verenigd, en geeft dit onderzoek aanleiding te veronderstellen dat bij het bovengronds uitrijden van mest de broeikasgasemissies afnemen. Verder onderzoek zal aan moeten tonen of die veronderstelling juist is.
Effecten van bemesting op het bodemleven en de stikstofkringloop
In samenwerking met zuivelcoöperatie FrieslandCampina heeft innovatie- en adviesbureau Bioclear earth een onderzoek uitgevoerd naar de effecten van bemesting op het bodemleven en de stikstofkringloop bij melkveebedrijven in de drie noordelijke provincies. Dit onderzoek is uitgevoerd in opdracht van de provincies Groningen, Drenthe en Friesland.
Lees hier het volledige onderzoeksverslag.
Tekst: Hermien van der Aa
Woont en werkt op een melkveebedrijf in Hernen met als neventakken educatie en zorglandbouw. Sinds 2020 parttime redacteur melkvee bij Agrio, waar ze hoofdzakelijk schrijft voor de website melkvee.nl, het vakblad Melkvee en de regiobladen
Beeld: Ruth van Schriek
Bron: Bioclear Earth