Wim de Hoop stelt nieuwe gebruiksnorm dierlijke mest voor: 115 kilogram ammoniumstikstof per hectare
De mestproductie van een melkveebedrijf wordt berekend op basis van de RVO-mestexcretienormen per koe en het aantal dieren op het bedrijf. Per punt lager ureum daalt de forfaitair berekende stikstofexcretie met bijna 1,5 procent.
Lager ureum, minder mest en minder ammoniumstikstof
Een analyse van kringloopwijzers in 2016, uitgevoerd door DLV-advies (Strikkeling, 2016) laat zien dat de werkelijke excretie ongeveer 1 procent lager ligt dan de excretienormen die RVO hanteert. Wilco Van Cooten, projectleider MDM en Wim De Hoop, zelfstandig adviseur bij ‘Kennis Center voor Groene Groei’, pleiten dan ook voor een aanpassing van de RVO-excretienormen in Tabel 6 (RVO).
Het verlagen van het ureumgehalte resulteert dan niet alleen in een lagere mestproductie, volgens tabel 6, maar leidt ook tot een aanzienlijke daling van de hoeveelheid ammoniumstikstof in de mest. Een verlaging van het ureumgetal met 10 punten zorgt voor een daling van de hoeveel ammoniumstikstof met 54 procent.
Bij ureum van 25 | Bij ureum van 15 | |
Mestexcretie per koe met 8500 liter melk per jaar in kg N per jaar | 124 | 93 |
Kg N per ton mest | 4,1 | 3,1 |
Kg N organisch per ton mest | 1,9 | 1,9 |
Kg ammonium-N per ton mest | 2,2 | 1,2 |
C/N-verhouding in de mest | 8 | 10,6 |
Lager ureum, minder uitspoeling
Een verlaging van het ureumgehalte draagt ook bij aan het verlagen van de nitraatuitspoeling. Doordat de drijfmest dan minder ammoniumstikstof bevat, wordt er minder stikstof omgezet in nitraat, waardoor de kans op uitspoelen afneemt.
Organische stikstof in mest is minder uitspoelingsgevoelig, omdat een deel van deze stikstof als aminozuren kan worden opgenomen door de plant.
Nitraatrichtlijn op basis van ammoniumstikstof
De maximale stikstofgift uit de EU-Nitraatrichtlijn, nu 170 kilogram stikstof per hectare, zou beter alleen betrekking kunnen hebben op de ammoniumstikstof in de dierlijke mest, aldus de Hoop. In de jaren negentig lag het percentage ammoniumstikstof in dierlijke mest op 68 procent. Dat betekent dat van die 170 kilogram stikstof, 115 kilogram ammoniumstikstof is. De Hoop is voorstander van het aanpassen van de gebruiksnorm voor dierlijke mest van 170 kilogram stikstof per hectare naar 115 kilogram ammoniumstikstof per hectare. „Deze norm draagt bij aan vermindering van de nitraatuitspoeling”, stelt De Hoop. „Mede omdat er dan meer organische stof kan worden uitgereden, waardoor het organisch stofgehalte in de bodem kan worden behouden of zelfs stijgen. Meer organische stof in de bodem betekent minder nitraatuitspoeling. Door een daling van het stikstofgehalte in de mest stijgt de koolstof-stikstofverhouding van de mest. En volgens het recent gehouden Topmest Symposium is mest rijper bij een hogerekoolstof-stikstofverhouding en treedt er minder rotting op, waardoor de mestkwaliteit toeneemt.”
Onbestendig eiwit
Organische stikstof in mest spoelt veel minder snel uit, omdat het gewas een deel van deze stikstof vrij goed op kan nemen via de aminozuren. Het toepassen van ammonium- of ureumstikstof heeft, zeker in het voorjaar, de voorkeur boven het toepassen van nitraatstikstof als KAS. Ammoniumstikstof wordt eerst gebonden aan het klei-humus-complex en komt daarna geleidelijk vrij. In KAS zit 50 procent nitraatstikstof, die bij regen veel sneller uitspoelt dan ammoniumstikstof. De plant is in staat nitraatstikstof snel op te nemen. De snelle opname zorgt voor een hoge stikstofopname, maar ook voor de vorming van meer onbestendig eiwit. De benutting van onbestendig eiwit door koeien is lager dan de benutting van darmverteerbaar eiwit, waardoor het ureumgehalte stijgt. „Uit een studie met gegevens van het Landelijk Meetnet effecten Mestbeleid (LEIrapport 2010-053) bleek dat op bedrijfsniveau per kilogram ‘kunstmest-stikstof’ uiteindelijk meer uitspoeling was dan per kilogram ‘dierlijke mest-stikstof’. Om het ureumgehalte te verlagen kan een lagere kunstmestgift dus nuttig zijn”, legt De Hoop uit.
Doelsturing forse impuls voor verlagen ureumgehalte
Renure-meststoffen kunnen een bijdrage leveren aan het terugdringen van het mestoverschot. Voor het omzetten van dierlijke mest in kunstmeststoffen en het effect daarvan kent de sector verschillende pilots. De meest bekende is de centrale verwerking van dierlijke mest in onder andere mineralenconcentraat. Op bedrijfsniveau maken boeren gebruik van de stikstofkraker, de Lely Sphere en de Cow Toilet. De stikstofkraker verwerkt mest tot een kunstmestfractie en een dikke en een dunne fractie. De Lely Sphere vangt bij de gescheiden opgevangen urine ammoniak weg en maakt daar kunstmest van. De Cow Toilet vangt een deel van de koeienurine op die als kunstmest kan worden gebruikt. De laatste twee vangen een deel van de ammoniumstikstof in de mest af en dat product werkt uitstekend als kunstmestvervanger en zou derhalve ook in de RENURE richtlijn moet worden opgenomen. Daarmee wordt de ammoniakemissie van de melkveehouderijbedrijven lager. Naarmate het ureumgehalte lager is, zoals uit de tabel blijkt, is het gehalte aan ammoniumstikstof in de mest lager. Het blijft dus aantrekkelijk om vooreerst te sturen op een lager ureumgehalte en op efficiënt bodem- en voermanagement. Met de invoering van doelsturing kan deze werkwijze een forse impuls krijgen.
Zijn er wel voldoende circulaire meststoffen?
Stichting Het Nederlands Centrum voor Ontwikkeling van Kringloopprecisiebemesting (NCOK) bracht recent de ontwikkelingen in het gebruik van stikstof-kunstmeststoffen middels een factsheet in beeld, zie afbeelding.
In een tweede factsheet laat NCOK zien hoe het huidige verbruik van 190 miljoen kilogram stikstof-kunstmest kan worden vervangen door circulaire kunstmeststoffen. Door de afbouw van de derogatie zal meer kunstmest worden gebruikt, tegelijkertijd is er de verwachting dat bij afbouw van de derogatie meer bedrijven RENURE-meststoffen of varianten daarvan gaan produceren.
Circulaire meststoffen, inclusief de RENURE-meststoffen, kunnen goed met een precisiebemester worden toegediend. Bij inline blenden kunnen circulaire meststoffen en drijfmest zelfs in één werkgang worden toegediend. Dat maakt het mogelijk per perceel vanuit een ‘plantenvoedingskeuken’ de juiste mix van meststoffen, in de juiste hoeveelheid, op het juiste tijdstip en op de juiste plaats toe te dienen. Dat heeft voordelen voor de gewasgroei en -kwaliteit, maar ook voor de emissiereductie, het uitgangspunt van het huidige regeringsbeleid.
Opwaarderen eco-activiteit precisiebemesting
Binnen het MDM-project passen meerdere melkveehouders met lage ureumgehalten, met tevredenheid inline blenden toe. Op één van de bedrijven met een ureumgehalte van rond de 18 bleek de mest maar een ammoniak-stikstof te bevatten van 1,4 kilogram per ton mest. Dan is slimme aanvulling door inline blending op maat een goede werkwijze.
Precisiebemesting wordt sinds januari 2024 beloond, in het kader van het GLB door middel van een bonus voor precisiebemesting als eco-activiteit. Die bonus vormt een eenvoudig en effectief instrument voor emissiereductie, NCOK pleit derhalve voor verhoging van die bonus.
Meer toelichting en informatie in 5 webinars
In vijf webinars op maandagavonden wordt meer toelichting en informatie gegeven. De webinars vinden plaats om de twee weken van 20.00 uur tot 21.15 uur, op de volgende data:
- 7 oktober: Bodem en bemesting: de basis voor het bedrijf (zie deze webiste voor meer informatie)
- 21 oktober: Kansen voor minder mestoverschotten en circulaire meststoffen
- 4 november: Efficiënter voeren met laag ureum en lage emissies
- 18 november: Kwaliteit van drinkwater voor koeien kan/moet beter
- 2 december: Beleid kan effectief sturen op doelvoorschriften, zoals ureum of stikstofoverschot
Bijdragen van onder andere: Henri van Ittersum (veevoedingsdeskundige), Wilco van Cooten (bodem en bemesting), George Laan (bemesting, kwaliteit drinkwater en mest), Herre Bartlema (circulaire precisiebemesting), Wim de Hoop (praktijk en beleid) en melkveehouders.
Aanmelden kan bij Wim de Hoop via: dehoop@kcgg.nl.
Tekst: Hermien van der Aa
Woont en werkt op een melkveebedrijf in Hernen met als neventakken educatie en zorglandbouw. Sinds 2020 parttime redacteur melkvee bij Agrio, waar ze hoofdzakelijk schrijft voor de website melkvee.nl, het vakblad Melkvee en de regiobladen
Tekst: Wim de Hoop, Wilco van Cooten
Beeld: Hermien van der Aa