Veehouder verliest groot deel jongvee, vermoedelijk door Jacobskruiskruid
Eind van het eerste kwartaal van dit jaar benaderde een dierenarts de GD-Veekijker met een casus die doorliep tot in het tweede kwartaal. Op de jongveelocatie van het bedrijf waren in kortere tijd meerdere pinken gestorven. De hypothese was dat er mogelijk Jacobskruiskruid in het gevoerde hooi zat.
Op de melkveelocatie van hetzelfde bedrijf waren ook meerdere vaarzen gestorven, in verschillende lactatiestadia. Deze vaarzen waren van dezelfde lichting als de zieke en gestorven pinken.
De zieke vaarzen gingen binnen enkele dagen achteruit in melkproductie en gingen vervolgens dood. Ze hadden een sterk verminderde eetlust en wilden alleen nog maar hooi vreten. Vlak voordat ze doodgingen, vertoonden de vaarzen dezelfde verschijnselen van een stoornis aan het centrale zenuwstelsel als de getroffen pinken: kreunen, platliggen, slaan met de poten en symptomen van shock. In meerdere gevallen trad ook een rectumprolaps op: een gedeelte van de endeldarm komt dan door de anus naar buiten.
Bij de andere melkkoeien en het overige jongvee traden geen vergelijkbare symptomen op.
Natte kuil met schimmel
Toen de problemen speelden, werd er een vrij natte kuil gevoerd met enkele schimmelplekken. De veearts vermoedde dat de slechte kuilkwaliteit een rol kon spelen. Hij adviseerde de veehouder om deze kuil weg te halen en een betere te gaan voeren.
De Veekijker-dierenarts adviseerde verder bloedonderzoek: voor de bepaling van de gehalten vitaminen en mineralen en voor een leverscreening. Het advies was tevens om de kuil te testen op mycotoxines, de gifstoffen die vrij kunnen komen uit schimmels.
‘Stevige lever’
Er werden in totaal twee dieren naar GD ingestuurd voor pathologisch onderzoek. Bij beide werd een ‘stevige lever’ waargenomen, met flink veel littekenweefsel. Dat beeld komt overeen met een chronische vergiftiging met pyrrolizidine-alkaloïden zoals die aanwezig zijn in Jacobskruiskruid, maar ook met een chronische aflatoxine-vergiftiging. Met bloedonderzoek is er geen onderscheid te maken tussen die twee oorzaken. Aflatoxine is een tamelijk giftig type mycotoxine.
Bij het eerste ingezonden dier werd tevens een hoog gehalte koper gemeten. Ook waren er veel gifstoffen in de hersenen terechtgekomen, omdat de lever niet meer in staat was om die goed uit het bloed te filteren. Dat verklaarde het klinische beeld van een centrale zenuwstoornis, kort voor overlijden, blijkens het artikel in de oktober-editie van het blad VeekijkerNieuws.
Of er inderdaad aflatoxines dan wel Jacobskruiskruid aanwezig waren in de kuil was niet meer aan te tonen, omdat de veehouder de kuil had afgevoerd, op advies van de dierenarts.
Leverschade opgelopen als pink
Gezien de problemen bij de pinken vorig jaar en bij de vaarzen uit dezelfde lichting begin dit jaar, is het vermoeden dat die dieren als pink al leverschade hebben opgelopen door Jacobskruiskruid in het hooi. Daardoor zijn ze als vaars gevoeliger voor mycotoxines, een verhoogd kopergehalte of een hernieuwde blootstelling aan Jacobskruiskruid in het hooi.
Vanwege dit vermoeden is de veehouder geadviseerd om bij al het jongvee van die lichting de leverwaarden te laten onderzoeken. Uit het bloedonderzoek kwam naar voren dat verschillende dieren in wisselende mate afwijkingen hadden aan de leverwaarden. Uiteindelijk verloor de veehouder 75 procent van alle dieren uit die lichting. De verzekering is ingeschakeld om de betrokken dieren te vergoeden.
Tekst: Gineke Mons
Gineke Mons (1970) groeide op op een biologisch melkveebedrijf in Gelderland. Na haar studie journalistiek werkte ze 13 jaar bij het Agrarisch Dagblad. Sinds 2008 is ze freelance (landbouw)journalist, met het accent op veehouderij en diergezondheid.
Beeld: Ellen Meinen
Bron: GD Veekijker