Kamer neemt wijziging mestwet aan: ook pluimvee- en varkensrechten worden afgeroomd
In de afgelopen weken hadden de intensieve sectoren zich flink geroerd. Pluimvee- en varkenshouders hebben hun mestverwerking op orde, stelden zij, en moeten dus geen afroming krijgen voor een probleem dat bij de melkveesector ligt. Vanwege dat argument hadden Eline Vedder (CDA) en André Flach (SGP) een amendement op de wet ingediend om deze sectoren uit te sluiten van afroming. Minister Wiersma had dat amendement ontraden: daarmee zou de restopgave volgens haar volledig bij de melkveehouderij worden neergelegd. „Op het moment dat we groepen gaan uitzonderen kan het gevolg zijn dat er toch een generieke korting nodig is”, stelde ze. Een zelfde redenering volgde ze bij het ontraden van een amendement om biologische boeren uit te sluiten van afroming.
In een verklaring voorafgaand aan de stemmingen erkende BBB-leider Caroline van der Plas dat die sectoren er alles aan hebben gedaan om onder hun sectorale mestplafonds te komen. Ze had de varkens- en pluimveesectoren daarom graag ontzien, maar toch zou ze het CDA/SGP-amendement niet steunen, zei ze. Volgens haar was het risico te groot dat de Europese Commissie Nederland dan een generieke korting zou opleggen die ook de intensieve sectoren zou treffen. Daarom, stelde ze, kon de BBB niet anders dan tegen dat amendement stemmen. Ook de andere coalitiepartijen steunden dat amendement niet, zodat daar geen meerderheid voor was.
Beetje minder
Een amendement van CU en BBB om niet 2024, maar 2023 als basisjaar te gebruiken bij het bepalen van mestproductieplafonds haalde het wel. Daarmee worden de afromingspercentages in de varkens- en pluimveehouderij wat lager: respectievelijk 22 en 13 procent, in plaats van 25 en 15. Ook nam de Kamer een motie aan van VVD en NSC die de regering vraagt om de leasemarkt voor pluimvee- en varkensrechten in de gaten te houden, maatregelen te nemen als er ongewenste effecten optreden en met de sectoren in gesprek te gaan over een systeem waarbij veehouders niet afhankelijk zijn van de leasemarkt.
Daarnaast wil de Kamer, via een motie van CU en VVD, een analyse krijgen van het effect van de wetswijziging op de waterkwaliteit, en ook op de emissies van stikstof en broeikasgassen.