Video: Meer gras en geld met minder input
Het grote inzicht bij Agnes de Boer en haar vriend Klaas Jan Mulder kwam jaren geleden. Ze boeren in het Groningse Leens met toen 55 koeien die, gemolken door een robot, jaarlijks gemiddeld 8500 kilo melk gaven. ,,We dachten toen: hoe efficiënt zijn we nu echt?”, weet Agnes zich nog goed te herinneren. ,,Als je de hectares en de transportkilometers achter de input, die we toen nog wel gebruikten in de vorm van kracht- en ruwvoer, meeteelt dan zet je dat wel aan het denken. Al rekenend, redenerend en een cursus bij PureGraze kwamen we tot de conclusie dat we onszelf eigenlijk voor de gek hielden. Dat we niet vanuit liters melk moesten denken en doen, maar vanuit de gedachte hoe we ons bedrijf zo toekomstgericht mogelijk kunnen maken.” Agnes en Klaas Jan hebben toen het roer van hun sinds 2009 biologische bedrijf omgegooid: ze zijn meer koeien gaan houden naar nu 69, die nu gemiddeld 6000 kilo melk geven en ze zijn veel meer gaan weiden (het streven is 5000 weide-uren per jaar!). Ze beschikken over 50 ha kleigrond (45% afslibbaar) met een huiskavel van 41 ha. De afhankelijkheid van externe input is inmiddels nihil. Agnes gaf de koeien eerst nog een tijdje gedroogde grasbrok in de robot, maar daar is ze ook mee gestopt. ,,De koeien moeten het hier gewoon zelf uit de wei halen.”
9.500 kilo ds per jaar
Het lukt Agnes en Klaas Jan om gemiddeld 9500 kg ds van een hectare te halen. Hoe doen ze dat tegen de achtergrond dat ze geen externe input in de vorm van kunstmest hebben? Agnes vertelt in de video dat daarbij 4 zaken belangrijk zijn:
- Minder drijfmest per keer en flink verdunnen.
Na elke maaisnede wordt maximaal 15 m3 drijfmest per ha uitgereden, die ook nog eens fifty-fifty is verdund met water. Waarbij ze in het voorjaar ook nog eens zeewater gebruiken (een ritje van 20 minuten). ,,Die combinatie heeft een goede verhouding aan mineralen.” Als klap op de vuurpijl rijden ze de mest ook nog eens bovengronds uit, waarvoor ze een ontheffing hebben. ,,Dat is veel beter voor de bodem en het bodemleven.”
- Bekalken
,,Uit bodemanalyses bleek dat we meer moesten bekalken. In het voorjaar geven we nu 500 kilo/ha snel oplosbare kalk en in het najaar 150 kilo wat trager oplosbare kalk per ha.”
- Kruidenrijk grasland
,,Kruiden en klavers produceren behoorlijk veel meer dan percelen met alleen gras. Ik denk dat we daardoor zeker wel 2000 kilo ds per ha meer opbrengst realiseren!” In samenwerking met een akkerbouwer vernieuwt Agnes jaarlijks 15 ha kruidenrijk grasland. Ook al beroerd ze de bodem zo min mogelijk door bijvoorbeeld het gras te frezen in plaats van de ploegen, is de continue herinzaai Agnes toch een doorn in het oog. ,,Het past eigenlijk niet in onze kringloopvisie, want nieuw inzaaien is immers ook externe input. Maar het is al wel veel duurzamer dan voer van over de hele wereld hier naartoe halen. Ik hoop dat veredelaars gaan komen met gras/kruiden-mengsels waarbij de kruiden de competitie met gras beter en langer aan kunnen.”
- Stripgrazen
Dit systeem is voor Agnes geen discussiepunt: ,,Het is gewoon het beste systeem als je koeien zelf zoveel mogelijk gras op wilt laten halen.” Ze werkt volgens het A,B,C-systeem waarbij de huiskavel is verdeeld in drie blokken. ’s Ochtends, ’s middags en ’s avonds krijgen de koeien een strip in zo’n blok waar ze 8 uur kunnen grazen. ,,Bij ons staat het maaien helemaal in dienst van het weiden. Na twee, maximaal drie keer weiden maaien we een snede uit en na 1 augustus maaien we de weidepercelen niet meer.”
Het begint met lef!
Binnen het project Grip op Gras begeleidt Marjolein Feiken een groep biologische melkveehouders en één biologisch dynamische melkveehouder. Stuk voor stuk ondernemers die voortdurend op zoek zijn om met zo min mogelijk externe input hun bedrijf rond te zetten. Aan welke spreekwoordelijke knoppen draaien ze dan? In de video noemt Feiken er zeven:
- Lef
,,Het begint met lef. Je moet het doen met wat je zelf hebt. Ondanks het natte voorjaar zag je dat de meeste van deze boeren de koeien wel naar buiten deden; uiteraard moesten ze wel creatief zijn en maatregelen nemen tegen vertrappen, maar ze gingen wel.”
- Land
Natuurlijk moet je over voldoende eigen grond beschikken. ,,Maar óók als je bijvoorbeeld meer dan 3 koeien per ha hebt is het goed kritisch te kijken naar de inputs op je bedrijf. Door die te verminderen zal al heel vaak de efficiëntie omhoog gaan, omdat bij goed management de opbrengst veel minder daalt dan de inputs. Dat is winst voor je portemonnee, de benutting en voor de verliezen.”
- Koester je bodem
,,De meeste bioboeren zijn erg bezig met de bodem(gezondheid). Het toepassen van vaste mest i.p.v. drijfmest. Verder bekalken ze beter en preciezer, passen andere inzaaitechnieken toe en kiezen voor alternatieve onkruidbestrijding.”
- Kruiden
,,Met kruidenrijk grasland heb je meer kans van slagen bij minder input dan als je alleen maar grasklaver hebt. Het zorgt voor een hogere opbrengst, voor meer diversiteit in het rantsoen en in de bodem door de veelal diepere beworteling.”
- Weiden
,,Kies het beweidingssysteem dat het best bij je past. Stripgrazen is bewezen het beste systeem, zeker als je wat intensiever bent, maar het is niet het enig zaligmakende systeem.”
- Afkalfpatroon
,,Denk na in hoeverre een voorjaar afkalvende veestapel iets voor je is. De verse koeien profiteren dan volop van de topkwaliteit en -kwantiteit in het voorjaar.”
- Fokkerij
Agnes laat op haar bedrijf zien dat ook ‘gewone’ Holsteiners haar bedrijfssysteem goed aan kunnen; de driftig grazende koeien zien er vol, rond en gezond uit. Toch is zij, net zoals andere biologische melkveehouders, aan het kijken of ze met een driewegkruising met Fleckvieh en Jersey de gehaltes er beter onder kan houden.
‘Vertrouw op je koeien’
Marjolein geeft tot slot van de video mee: ,,Kijk naar wat er allemaal binnenkomt op je bedrijf en bedenk: wat kan ik weglaten?” Waar Agnes aan toevoegt: ,,Vertrouw op je gras en je koeien. Je koeien kunnen veel meer met gras dan je denkt en uiteindelijk is dat heel goed voor je portemonnee!”