Column: ‘Aan de vooravond van een derde wereldoorlog is het huidige uitkoopbeleid van (melk)veebedrijven onhoudbaar!’

Met oplopende spanningen in de wereld staan we aan de vooravond van een grootschalig wereldwijd conflict. Daarbij ligt de focus vooral op defensie, maar worden de gevolgen voor de landbouw vergeten. De landbouw die een ramp tegemoet gaat als morgen de wereld in oorlog raakt. Want wat blijft er over van ons zogenaamde efficiënte landbouwland als er geen import van grondstoffen kan plaatsvinden? En wat blijft er over van de sterk gemechaniseerde veehouderij als er geen gas voor kunstmest en geen diesel voor machines is?
Geen voer is geen vee!
Jan Bieleman
Jan Bieleman, een van Nederlands bekendste agrarische historici, beschreef in zijn boeken al hoe het de landbouw verging tijdens de laatste twee wereldoorlogen. De import van grondstoffen en meststoffen viel bijna volledig stil. Met als gevolg: krimp! Krimp van met name de pluimveestapel (89 procent) en de varkensstapel (63 procent). Ook de melkveehouderij ontkwam niet aan een forse krimp (20 procent). Geen voer is geen vee! Het (met name plantaardige) dieet van de bevolking stond voorop, waarbij boeren verplicht werden om grasland te scheuren om granen te telen. Ingrijpende gebeurtenissen die nodig waren om Nederland door de oorlogsjaren heen te loodsen.
Krimp op basis van stikstofdepositie is waanzin
Het lijkt wel of de ernst van de huidige wereldwijde spanningen nog niet echt landen in Nederland. Wij maken ons zo druk over stikstof dat we de wereld om ons heen vergeten en inzetten op krimp van de veehouderij. Willekeurige krimp via uitkoop van veebedrijven moet ons kleine kikkerlandje redden van de ondergang, terwijl elders hele gebieden onbewoonbaar worden vanwege oorlogen. Krimp op basis van stikstofdepositie is dan ook waanzin! Het is symptoombestrijding voor een land dat leeft op import. Hoe pijnlijk om te zien dat we niet leren van de geschiedenis. Dat we de wetmatigheden van een krimp in oorlogstijd niet gebruiken om op een juiste manier na te denken over een gezonde veehouderijsector in Nederland.
Die wetmatigheden werken als volgt:
1: Als het dier niet in Nederland is geboren en je het vlees niet of nauwelijks nuttigt in Nederland, dan heeft de sector geen bestaansrecht. De eerste sector die grotendeels verdwijnt in oorlogstijd is de kalverhouderij. Melkveehouders in Nederland moeten zelf zorgen voor het afmesten van overtollig jongvee.
2: Een dier wat concurreert met de humane consumptie verdwijnt. Pluimvee heeft een te grote feed-food competitie en verdwijnt net als in voorgaande oorlogen bijna geheel.
3: De omvang van de grotendeels grondloze varkenshouderij wordt bepaald door resten uit de humane industrie. Een krimp van 60 tot 70 procent in oorlogstijd is onvermijdelijk.
4: De melkveehouderij krimpt tot het niveau van grondgebonden melkveehouderij. Grondgebonden wil daar zeggen: je kunt zoveel dieren houden als dat je gras kunt oogsten zonder de beschikbaarheid van kunstmest. Uit de vorige wereldoorlogen bleek dat naast voer, energie schaars was. De koe moest het gras zelf halen en de mest zelf wegbrengen. Dat betekent een ramp voor intensieve bedrijven met weinig of geen huiskavel.
De wetmatigheden voor krimp in oorlogstijd bieden als enige echt oplossing voor het terugbrengen van de balans tussen bodem, voer, mest, dier (ook aantallen dieren) en natuur. Dat is een harde boodschap voor de sectoren met minder of geen bestaansrecht in Nederland. Als er werkelijk een wereldwijd conflict uitbreekt, dan heb je als land en als boer niets meer te kiezen, dan wordt er voor je gekozen. Gekozen krimp in de volgorde: kalverhouderij, pluimveehouderij, varkenshouderij en als laatste de melkveehouderij.
Het is dan ook ironisch dat de focus nu ligt op de uitkoop van met name melkveebedrijven dichtbij natuurgebieden, terwijl deze bedrijven in oorlogstijd juist het meeste bestaansrecht hadden. Landbouw en natuur zorgden in voorgaande oorlogen voor overleving van veehouders en akkerbouwers met vee dicht bij natuurgebieden.
De Haagse trein, niet geremd door enige voorkennis, draaft gewoon door!
De oneerlijkheid, onwetendheid en roekeloosheid van het huidige beleid gaan mij oprecht aan het hart. Juist ook omdat de huidige manier van krimp niet gaat helpen om de problemen met bodem, water, milieu en natuur op te lossen. Dat terwijl de wetmatigheden van een krimp in oorlogstijd dat wel doen!
Niets geleerd van de geschiedenis
De Haagse trein, niet geremd door enige voorkennis, draaft gewoon door! Als zelfs Caroline van der Plas het niet meer snapt door te zeggen dat ze de intensieve sectoren niet wil laten krimpen ‘omdat zij hun mestafzet hebben geregeld’, dan heeft ze van de geschiedenis niets geleerd. Hetzelfde geldt voor Wiersma die zich vooral druk lijkt te maken over het terughalen van de derogatie en het verhogen van de excretietabel om voor boeren meer mest op het eigen erf te kunnen houden. Het zijn altijd weer de end of pipe oplossingen die niet werken, zeker niet in oorlogstijd. Je regelt je mestafzet niet als je als pluimveehouder de mest van de hennen laat verbranden bij BMC in Moerdijk om vervolgens voor het equivalent van honderdduizenden buitenlandse hectares tarwe, mais en soja te importeren om jouw veestapel te kunnen voeren. In oorlogstijd draait de fabriek in Moerdijk niet. En in oorlogstijd heb je niets aan een verhoging van de excretietabel, want die excretie is er niet!
Ik hoop oprecht niet dat er een oorlog voor nodig is om de ogen van het kabinet te openen en hun huidige beleid van krimp stop te zetten. Een bom onder de (melk)veehouderij in een land dat niet wil leren van zijn geschiedenis. Laten we hopen dat hij niet afgaat. Letterlijk en figuurlijk!
Over Harm Rijneveld
Harm Rijneveld is adviseur bij Terug naar de basis advies.
Tekst: Harm Rijneveld
Beeld: HAS Den Bosch