Nieuwe standaard voor eerlijke vergelijking resultaten melkveehouderij
Nieuw kengetal vervangt meetmelk
Eind september 2024 startte de diervoederfabrikant met een vijftiental bankiers en accountants een open dialoog over de vraag: Hoe kunnen we melkveehouders helpen hun bedrijfsvoering toekomstbestendig en rendabele te maken? „Centraal in deze dialoog stonden de kengetallen ‘voerwinst’ en het nieuwe VGM”, legt Van der Schie uit.
Voerwinst
Voerwinst is een kengetal dat het verschil tussen melkopbrengst en voerkosten weergeeft. Het geeft de melkveehouder direct inzicht in het rendement per koe. „Voerwinst is simpel gezegd melkopbrengst min voerkosten. Maar vaak gaat het mis wanneer we gaan vergelijken”, aldus Van der Schie. „De garantieprijs of standaardmelkprijs geven alleen een indicatie van het werkelijk prijsniveau en kloppen alleen bij 4,45 procent vet en 3,58 procent eiwit. Het kengetal meetmelk, gecorrigeerd voor vet en eiwit is gebaseerd op energiebehoefte, waardoor de prijs voor een kilogram meetmelk varieert.
Werkelijke grammen vet en eiwit
VGM vervangt het traditionele kengetal meetmelk, dat vaak wordt toegepast om de melkproductie te corrigeren naar gehaltes, maar een vertekend beeld geeft van de daadwerkelijke productie en opbrengst.
VGM geeft een frisse blik op melkproductie
Het nieuwe kenmerk geeft inzicht in de daadwerkelijk geproduceerde kilogrammen vet en eiwit, in lijn met de percentages waarop melkfabrieken uitbetalen: 4,45 procent vet en 3,58 procent eiwit. „Het is ontstaan uit de behoefte om bedrijven op basis van werkelijke producties te kunnen beoordelen en vergelijken”, legt Van der Schie uit. „Melkfabrieken hanteren een verschillende prijsopbouw voor vet- en eiwitprijzen. Vergelijken is daarom heel moeilijk. Dat voorkomen we met dit nieuwe kengetal”.
Betere vergelijking
Erik Verhoeven van Biemans Accountants was een van de aanwezigen. „Wij stellen een kritieke opbrengstprijs op, waarin ook de voerwinst genoemd wordt. Vanuit onze rol gebruiken we dit vooral voor de interne ontwikkeling van de onderneming. Het sterke van deze bijeenkomst is, dat geprobeerd wordt door periodieke input van gegevens een voerwinstkengetal te gaan gebruiken, waarin bijvoorbeeld eigen ruwvoer ingerekend wordt tegen de marktprijs. Dan kom je wel dichterbij een betere vergelijkingsmogelijkheid met andere ondernemingen. Ik kan me voorstellen dat melkveehouders op die manier meer inzicht krijgen hoe de voerwinst ervoor staat.” Hij geeft aan het nieuwe kengetal zeker onder de aandacht te brengen bij zijn klanten. „Vanuit onze rol als accountant gaan wij dit niet maandelijks monitoren. Dat hoort meer bij de bedrijfsadviseurs thuis, maar uiteindelijk moeten de resultaten leiden tot rendement”, aldus Verhoeven.
Strategische keuzes
Van der Schie geeft aan dat die taak inderdaad bij de bedrijfsadviseurs ligt. „Met de focus op voerwinst én de introductie van het nieuwe kengetal zetten we een nieuwe standaard voor een toekomstgerichte melkveehouderij. Deze kengetallen geven je als ondernemer de tools om keuzes te maken op basis van duidelijke, betrouwbare data en vergelijkingen. Een basis voor een rendabele melkveehouderij”, besluit Van der Schie.