Denk aan de verplichte gewasrotatie op bouwland
Dit artikel is verschenen op alfa.nl. Lees de laatste actualiteiten over het gemeenschappelijk landbouwbeleid (GLB) op onze overzichtspagina.
Gewasrotatie, wat zijn de regels?
Bij GLMC 7 zijn drie normen te onderscheiden:
- Er wordt elk jaar op 1/3e deel van het bouwland een ander gewas als hoofdteelt geteeld. Of er worden één of meer volgteelten geteeld na de hoofdteelt, die blijven staan tot de volgende hoofdteelt. Het 1/3e deel waarop de rotatie plaatsvindt, is het deel van de totale oppervlakte van het bouwland, inclusief de vrijgestelde oppervlakte (zie hieronder).
- Eens per 4 jaar wordt er op een perceel bouwland een ander gewas als hoofdgewas geteeld.
- Op zand- en lössgrond moet in de periode van 1 januari 2023 tot 1 januari 2027 op een perceel minimaal één keer een rustgewas als hoofdteelt worden geteeld.
Vrijstellingen
Voor norm 1 en 2 zijn twee vrijstellingen van toepassing, namelijk:
- Als meer dan 75% van het totale bouwland voor tijdelijk grasland, braak en/of vlinderbloemige gewassen wordt ingezet.
- Als meer dan 75% van het totale landbouwareaal gebruikt wordt voor blijvend grasland, tijdelijk grasland of natte teelt.
Er geldt een vrijstelling van gewasrotatie op een perceel als deze:
- gebruikt wordt voor braak, natte teelt, meerjarige gewassen, grassen en kruidachtige voedergewassen;
- gebruikt wordt binnen een biologische productiemethode;
- in het ANLB beheer of de catalogus groenblauwe diensten valt, en de bovenstaande voorwaarden niet aansluiten;
- in de regio Oldambt of Hoeksche waard op zware kleigrond ligt. Er moet dan wel gewasdiversificatie toegepast worden in combinatie met continuteelt van wintertarwe, wintergerst, winterkoolzaad of winterraapzaad. Minimaal 3 van deze winterteelten dienen dan geteeld te worden, waarbij het gewas met de grootste oppervlakte maximaal 74% van het bouwland omvat en het gewas met de kleinste oppervlakte minimaal 5% van het bouwland omvat.
In de praktijk
Veel melkveehouders voldoen nu nog aan de vrijstelling voor gewasrotatie, omdat er meer dan 75% grasland is in het bouwplan. Wellicht dat dit op termijn gaat veranderen door de afbouw van derogatie en daarbij het vervallen van de 80% graslandeis voor derogatie.
Op zand- en lössgrond is de vrijstelling van 75% grasland er niet. Het is daarom van belang de verplichte gewasrotatie in ogenschouw te houden bij het opstellen van het bouwplan van 2025. Op de website van RVO is de lijst met rustgewassen beschikbaar. Neem deze door en bepaal welk gewas het beste binnen je bedrijf zou passen. Daarnaast is het ook verstandig om naar eventuele eco-activiteiten te kijken die bij deze rustgewassen horen. Zo staan er gewassen op de lijst die voldoen aan de voorwaarde van de eco-activiteit Stikstofbindend gewas. Met één van deze gewassen is het wellicht binnen jouw bedrijf mogelijk om extra premie te verkrijgen via de eco-regeling.
Let op bij huur van percelen
Voor agrariërs die percelen huren is van belang dat de rotatieverplichting perceelsgebonden is. Stel, je gaat vanaf 2025 bouwland huren op zand- of lössgrond, dan is het belangrijk om te weten welk gewas er in 2023 en 2024 is geteeld. Het kan namelijk zo zijn dat jij als huurder nog in 2025 of 2026 het verplichte rustgewas moet gaan telen. Voor agrariërs die niet aan de hiervoor genoemde vrijstellingen voldoen, geldt dit ook voor percelen bouwland op andere grondsoorten.
Vraag het je Alfa adviseur
Wil je meer weten over de GLMC7 gewasrotatie, of heb je andere vragen over het GLB of de eco-premie, neem dan contact op met de bedrijfskundig adviseur van jouw Alfa-vestiging.
Tekst: Willem Sikkema