Extreem nat jaar: boeren krijgen drie weken uitstel inzaai vanggewas
Minister Wiersma van LVVN heeft dit besluit genomen op advies van de expertcommissie die concludeert dat het extreem natte voorjaar ervoor heeft gezorgd dat gewassen later gezaaid en gepoot zijn en dat de groeiperiode daarmee tot 1 oktober te kort zou zijn. Daarnaast geven de experts aan dat door de bijzonder late oogst dit jaar het vasthouden aan het inzaaien van een vanggewas voor 1 oktober in dit geval niet bijdraagt aan het doel: het opnemen van stikstof uit de bodem.
Dit jaar hebben boeren in heel Nederland tot en met 21 oktober de tijd om een vanggewas in te zaaien. Na de oogst van maïs moet het vanggewas binnen maximaal zeven dagen zijn ingezaaid. Bij overige teelten, zoals aardappels, geldt een oplopende korting op de stikstofgebruiksnorm voor volgend jaar, wanneer het vanggewas na 21 oktober wordt ingezaaid.
Hoofdteelt
Volgens de minister is het tijdig inzaaien van een vanggewas, zoals bijvoorbeeld gras, klaver of luzerne, belangrijk omdat de hoofdteelt niet voldoende stikstof opneemt. Het vanggewas na de hoofdteelt zorgt ervoor dat er stikstof uit de bodem wordt getrokken, daarmee spoelt het niet uit in ons grondwater. Hoe eerder een vanggewas wordt ingezaaid, hoe beter het zijn werk kan doen.
"Specifieke weersomstandigheden kunnen ertoe leiden dat gewassen niet voldoende rijp kunnen worden geoogst voor 1 oktober.”
In een brief aan de Tweede Kamers verklaart de minister dat ze zich in de afgelopen weken heeft laten informeren over de haalbaarheid van de inzaaidatum van vanggewassen op uiterlijk 1 oktober dit jaar. Femke Wiersma: „Wanneer op uiterlijk 1 oktober een vanggewas wordt ingezaaid betekent dit dat de oogst van de hoofdteelt vóór 1 oktober moet plaatsvinden. Specifieke weersomstandigheden kunnen ertoe leiden dat gewassen niet voldoende rijp kunnen worden geoogst voor 1 oktober.”
Expertcommissie
Een expertcommissie, bestaande uit vertegenwoordigers uit de sector, wetenschappers met kennis over (vang)gewassen, nitraatuitspoeling en veevoeding, en het KNMI, heeft aangegeven dat zelfs wanneer de weersomstandigheden de komende periode zeer gunstig zijn voor de groei en afrijping van gewassen, het niet haalbaar is om gewassen dit jaar voor 1 oktober rijp te oogsten, omdat het aantal benodigde groeidagen niet wordt gehaald. „Het onrijp oogsten van gewassen heeft gevolgen voor zowel de kwantitatieve als kwalitatieve opbrengsten, alsook voor de bewaring. Bovendien geeft het voeren van onrijpe snijmaïs risico’s voor de koegezondheid en melkproductie, alsook de methaan- en ammoniakuitstoot en conservering van de kuilen”, aldus minister Wiersma.
De opbouw van de korting van respectievelijk 5, 10 en 20 kg N/ha blijft onveranderd. Wanneer geen vanggewas is ingezaaid op 20 november 2024, wordt de maximale korting van 20 kg N/ha toegepast in het opvolgende kalenderjaar.
Tekst: Guus Queisen
Opgegroeid op een gemengd agrarisch bedrijf op een typisch Zuid-Limburgse carréboerderij. Na een financieel/economische opleiding en diverse functies sinds 1985 in deeltijd en sinds 1996 fulltime op freelance basis actief in de landbouwjournalistiek. Volg kritisch alle ontwikkelingen die (in-)direct aan de agrarische sector gerelateerd zijn. Bij Agrio werkzaam voor zowel de papieren als de digitale uitgaven van: Stal en Akker, Pigbusiness, Melkvee en Akkerwijzer.
Beeld: Susan Rexwinkel Agrio archief
Bron: Ministerie van LVVN