Minister bevestigt: ‘Champost is dierlijke mest’
Voor champost geldt op dit moment een werkingscoëfficiënt van 25 procent. Dat wil zeggen dat 25 procent van de totale hoeveelheid stikstof moet worden meegeteld in de stikstofgebruiksnorm. De werkingscoëfficiënt van compost komt uit op 10 procent.
Fosfaatgebruiksnorm blijft limiterend
Wiersma benadrukt in de brief dat een eventuele aanpassing van de werkingscoëfficiënt weliswaar enige ruimte en lucht kan bieden aan veehouders, maar dat de fosfaatgebruiksruimte in de meeste gevallen limiterend is en blijft. De minister gaat duidelijk niet mee in het idee dat champost en compost twee vergelijkbare meststoffen zijn, die op dezelfde manier en in dezelfde hoeveelheden moeten kunnen worden ingezet.
Composteren geen erkende verwerkingsmethode
Champost is één van de dierlijke meststromen welke uitgezonderd is van de verwerkingsplicht. Hoewel de in champost gebruikte compost vaak al is gehygiëniseerd (oftewel gecomposteerd), blijft champost volgens de Meststoffenwet een dierlijke meststof. De Meststoffenwet erkent composteren niet als een officiële verwerkingsmethode van mest, waardoor gecomposteerde mest niet kan worden aangemerkt als verwerkte mest. Champost kan dus wel enige verlichting bieden op de toch al krappe mestmarkt, maar of het genoeg is om de druk volledig weg te halen, valt te bezien.
Tekst: Hermien van der Aa
Woont en werkt op een melkveebedrijf in Hernen met als neventakken educatie en zorglandbouw. Sinds 2020 parttime redacteur melkvee bij Agrio, waar ze hoofdzakelijk schrijft voor de website melkvee.nl, het vakblad Melkvee en de regiobladen
Beeld: Ruth van Schriek
Bron: Tweede Kamer