Met luzerne van zilver naar goud
Ook is diepwortelende luzerne klimaatbestendig, wat goed past nu we steeds vaker langere periodes van extreem droog of nat weer zien. Luit Heikens is al 20 jaar bedrijfsleider bij de groenvoederdrogerij in Oldambt. Dit jaar hebben zij zo’n 1.350 hectare luzerne en luzerne-klaver onder contract bij akkerbouwers en veehouders.
“Landelijk is het areaal fors gegroeid. Voorheen stond er zo’n 7.000 hectare, maar dat is nu 12.000 hectare.” Dit vooral dankzij de eco-regelingen. Binnen het glb zijn met luzerne punten te scoren – en te stapelen – als rustgewas, stikstofbindend gewas en meerjarige teelt, waardoor telers redelijk eenvoudig goud kunnen halen.
Bodemverbeteraar
De teelt van luzerne is relatief goedkoop, zegt Heikens. Het gewas legt zelf stikstof vast en vraagt dus alleen wat fosfaat en kali uit dierlijke mest. Gewasbescherming is niet nodig. “En dankzij het diepe wortelstelsel heb je met luzerne ook minder uitspoeling van meststoffen naar het oppervlaktewater.”
Luzerne wortelt gemiddeld een meter diep. Het gewas komt van oorsprong uit de regio rond de middellandse zee en is daarmee goed droogtetolerant. “Zonder storende bodemlagen kan het wel tot twee meter diep gaan. De wortels blijven na de teelt achter; dat zorgt voor een goede waterafvoer. Luzerne is net als klaver een echte bodemverbeteraar, ook omdat het veel organische stof in de grond brengt.” In mengsels met gras zie je in droge periodes dat het gras profiteert van de aanwezigheid van luzerne, stelt hij.
3 jaar oogsten
Van luzerne wordt meestal 3 jaar geoogst. Qua rassenkeuze kiest Heikens bij voorkeur voor rassen die het goed doen in Noord-Frankrijk; qua klimaat komt dat redelijk overeen met Nederland. “Mezzo van LG is een van de betere rassen”, geeft hij aan. Luzerne is zaaibaar van april tot eind augustus. “Je moet een zaaibed maken als voor bieten. Niet te los, mooi mul, met fijne kluitjes. En niet te diep zaaien; maximaal 2 tot 3 centimeter.” Een gewas dat begin mei is gezaaid, kan rond 1 juli voor het eerst worden geoogst.
“Het ontwikkelt niet zo snel, omdat er veel beginenergie gaat zitten in de ontwikkeling van het wortelstelsel. Er groeit evenveel onder de grond als boven de grond.” Bij voorjaarsinzaai zijn in het eerste jaar meestal 2 snedes te maaien. Het tweede en derde jaar kan er 3 keer worden geoogst.
“Wij maaien bij 20 procent bloei. Dan heb je een vlotte hergroei. En het is gunstig voor bijen en vlinders. Als je te vaak maait, maai je het gewas weg. Het groeit namelijk niet terug vanuit de top, maar vanaf het maaiveld, uit de kroon.” Het eerste jaar kun je volgens de bedrijfsleider rekenen op 6 tot 10 ton drogestof per hectare. Het tweede jaar is 14 tot 17 ton gemiddeld en het derde jaar 12 tot 15 ton. Qua opbrengst kan het dus uitstekend concurreren met gras.
Voederwaarde
Omdat de teelt geen kunstmest of gewasbeschermingsmiddelen vergt, is luzerne zowel in de gangbare als biologische melkveehouderij goed toepasbaar. Het gewas is eiwitrijk – tussen de 13 en 20 procent eiwit, afhankelijk van hoe jong je het maait – en structuurrijk, maar wel goed verteerbaar. Bovendien is luzerne rijk aan vitaminen, aminozuren en mineralen. Het wordt ook wel ingekuild in combinatie met een toplaag van gras, om de kuil goed dicht te kunnen rijden. Heikens: “Qua voederwaarde moet je bij luzerne rekenen op circa 700 VEM, in de vorm van luzernebrok. Maar we horen van boeren dat ze er in de praktijk beter van melken, dan dat je op basis van de analyses zou verwachten. In Californië melkt iedereen op ‘alfalfa’, zoals het daar heet.”
Meer weten over luzerne?
Tekst: Limagrain Nederland BV