Aantal melkveebedrijven met mestoverschot met 12 procent gestegen
86 procent van de melkveebedrijven produceerden in 2023 meer dierlijke mest dan volgens de gebruiksnormen op eigen grond mag worden aangewend. Van de hokdierbedrijven had zelfs 94 procent van de bedrijven een overproductie.
Regionale verschillen
De productie van stikstof en fosfaat in dierlijke mest is het grootst in de gebieden waar de intensieve veehouderij is geconcentreerd: het oostelijke deel van Noord-Brabant en de westelijke Veluwe. Het grootste deel van de mest wordt ook hier toegepast. Omdat de grond in deze regio’s vooral bestaat uit goed doorlatende zandgrond is de uitspoeling van stikstof naar grondwater relatief groot. Juist op deze zandgronden wordt een belangrijk deel van het drinkwater in Nederland gewonnen.
Verruiming verlaagd
De gebruiksnormen voor dierlijke mest stellen, volgens de Europese Nitraatrichtlijn, eisen aan het gebruik van stikstof uit dierlijke mest per hectare landbouwgrond. Volgens de Nitraatrichtlijn mag 170 kilogram stikstof uit dierlijke mest worden gebruikt per hectare. De Europese Commissie staat Nederland verruiming van deze norm toe (derogatie). In 2023 is deze verruiming verlaagd van 250 kilogram stikstof per hectare tot 240 kilogram stikstof per hectare.
80 procent grasland
De hogere bemestingsnorm geldt alleen bij het gebruik van graasdiermest en het bedrijfsareaal moet voor minstens 80 procent bestaan uit grasland. De derogatie voor zand- en lösspercelen in de provincies Overijssel, Gelderland, Utrecht, Noord-Brabant en Limburg is in 2023 verlaagd van 230 kg stikstof per hectare tot 220 kg stikstof per hectare. In nutriënten-verontreinigde gebieden is de derogatie in 2023 beperkt tot 220 kg stikstof per hectare en voor percelen in Natura 2000-gebieden is derogatie komen te vervallen. Ook mag er in 2023 geen mest meer worden uitgereden op bufferstroken langs waterlopen.
Voor fosfaat is met ingang van 2010 de gebruiksnorm gedifferentieerd naar de fosfaattoestand van de bodem. Bij een neutrale fosfaattoestand is vanaf 2020 de gebruiksnorm 70 kg per hectare bouwland en 95 kg per hectare grasland.