Video: Weidegang past prima bij robotmelken
,,Met de huiskavel die we hebben kan en moet je vind ik zoveel mogelijk het verse gras benutten. Door koeien die het zoveel mogelijk zelf ophalen. Bovendien levert weidegang een plus op via de weidepremie en de VLOG-melk, waar weidegang ook een onderdeel van is.” Dit is in de kern de reden waarom Emiel de Bruijn uit Haps robotmelken en weidegang al ruim tien jaar combineert.
Samen met zijn ouders heeft hij 100 melk- en kalfkoeien op een huiskavel van 29 ha, waarvan 22 ha voor de koeien en 6,5 ha voor het jongvee. De Brabander hanteert als weidesysteem Nieuw Nederlands Weiden op twee platforms. Platform 1 heeft 6 weitjes, het 2e platform 7 weitjes. Elk weitje is ongeveer 1,65 ha groot. Idealiter maken de koeien per platform 5 rondjes over de percelen, waarna De Bruijn overstapt op het andere platform, om zo het eerste platform schoon te maaien. Ze melken al sinds 2001 met een robot, sinds 2017 met het tweebox-systeem van GEA; de MI One.
Slim schemering benutten
In het voorjaar gaan de koeien ’s ochtends (vanaf 07:00) en ’s middags (vanaf 16:00) naar buiten. Dat zijn volgens De Bruijn dé momenten waarop de koeien graag en veel vers gras willen vreten. Op dit moment gaan de koeien alleen ’s middags vanaf 16:00 naar buiten. ,,Slim vooral de avondschemering benutten”, noemt Mark de Beer dat, WeideCoach en ruwvoerexpert bij Groeikracht. ,,Juist met een melkrobot kun je heel goed beweiden, want een koe vreet ontzettend veel gras tijdens de schemer.” Omdat een robotmelker niet gebonden is aan de traditionele melktijden ’s ochtend en ’s avonds, kan hij immers juist op die momenten de koeien in de wei hebben. En dat werkt erg goed beaamt De Bruijn die op de piek dit voorjaar een droge stofopname wist te realiseren van 9,5 kg per koe per dag. Nu zit hij rond de 5 kg, waar hij erg blij mee is, want gemiddeld haalt hij dat niet in een droge zomer op de droge Brabantse zandgrond. De nattigheid is dus nog ergens voor goed voor geweest.
Zes basisregels
Toch wordt Mark de Beer nog geregeld om advies gevraagd omdat de combinatie robot en weidegang niet loopt. ,,Wat je dan vaak ziet is een overvolle robot, een bepekte huiskavel, een hoge bijvoeding en jongvee dat niet heeft leren weiden. Dan doe je dus echt je best om het systeem te laten falen”, formuleert hij uitdagend. Voor een succesvolle combinatie van robot en weidegang hanteert De Beer zes basisregels:
1. Denk vanuit het koppel. ,,De hele koppel naar buiten, de hele koppel naar binnen, dat is echt de basis.”
2. Kies een passend weidesysteem. Melkveehouders met voldoende grasaanbod en ruimte qua arbeid: stripgrazen. Kies anders voor het meer eenvoudige en robuuste systeem van roterend standweiden oftewel Nieuw Nederlands Weiden.
3. Stem de weidegang af op de omvang van de huiskavel. Volgens De Beer kunnen ook bedrijven met een beperkte huiskavel prima beweiden. ,,Kies dan voor een systeem met één platform. Waarbij je in het voorjaar rondjes draait op je hele huiskavel.” Op een gegeven moment moet je dan een keuze maken. Of je doet de koeien helemaal naar binnen, je maait de huiskavel schoon, bemest het waarna je het opnieuw maait. ,,Dan heb je mooi etgroen voor beweiding in de nazomer.” De andere optie is om de huiskavel wat De Beer noemt stelselmatig schoon te maaien. ,,Je haalt er telkens zeg twee perceeltjes uit die je schoon maait terwijl je op de andere percelen rondjes blijft weiden.”
Wil je als robotmelker nog meer vers gras in de koeien benutten, dan komt onbeperkt (dag & nacht) weiden in beeld. Waarbij het koppel niet in zijn geheel naar buiten en naar binnen kan, maar de koeien dat gefaseerd in kleine groepjes doen, waarbij de robot vaak een functie als weidepoort heeft. De Beer: ,,Vaak werkt het dan goed om dagelijks 2 á 3 nieuwe percelen of stroken gras aan te bieden om de koeien vanuit de robot weer te verleiden om naar de wei te gaan. Het AB(C)-weidesysteem of stripgrazen. Zeer beperkt of niks bijvoeren op stal helpt ook om de koeien gretig naar buiten te laten gaan.”
4. Zorg voor genoeg vrije tijd in robot. ,,Als je robot zo vol zit dat je al in de stress schiet als de melk wordt opgehaald, omdat de robot dan een uur aan het reinigen is, dan moet je helemaal niet willen beweiden”, is de prikkelende stelling van De Beer. Je hebt volgens hem gewoon speling nodig om goed te kunnen beweiden. ,,Reken maar eens uit of die laatste 5 koeien op je robot wel zo rendabel zijn”, daagt hij de robotmelkers uit.
5. Stem de bijvoeding af op het weideritme. Dit geldt natuurlijk voor elk bedrijf dat weidegang toepast. Maar voor robotmelkers komt er nog een aspect bij, namelijk dat ze gretig moeten zijn om buiten gras te vreten. De Bruijn doet dat door een tijdje voordat de weidepoort automatisch opengaat het voerhek dicht te zetten. En de koeien moeten vervolgens ook weer gretig zijn om binnen te komen, omdat ze weten dat er een vers, smakelijk en bereikbaar rantsoen voor het voerhek ligt.
6. Zorg voor genoeg water tijdens het weiden. Hoe meer weide-uren, hoe belangrijker het is. Bij De Bruijn kunnen de koeien flink bijtanken in een grote waterbak direct buiten de stal. Maar bij nog meer weidegang adviseert De Beer om bijvoorbeeld per twee weitjes te zorgen voor een waterbak. Of een centraal waterpunt, bereikbaar vanuit meerdere weitjes.
‘Pak die kans!’
Tot slot geven beide mannen een belangrijk advies richting robotmelkers. ,,Met een robot kun je bij uitstek in de schemering weiden; pak die kans, succes gegarandeerd”, zegt De Bruijn. Waar De Beer aan toevoegt: ,,En kijk altijd goed naar de koe, want die liegt niet, die heeft altijd gelijk. Als het niet lekker loopt: kijk eerst kritisch naar jezelf en je systeem.” Ook bij robotmelken kun je profiteren van het hoge rendement van veel vers gras in de koe.