Bemestingsseizoen in Vlaanderen wordt niet verlengd
Nederlandse boeren kregen dinsdag een verlenging van de uitrijperiode van drijfmest op grasland, maar voor hun collega’s in Vlaanderen zit dat er niet in. Het ABS had gevraagd om de uitrijperiode voor grasland, en in tweede instantie ook voor akkerland, met minimaal 14 dagen te verlengen. De Mestbank heeft dit verzoek echter afgewezen. Na 14 augustus mag er dus geen vloeibare dierlijke mest meer worden uitgereden op grasland. Type 3 meststoffen, zoals kunstmest en effluent, mogen na 14 augustus nog wel worden toegepast.
„Het wetenschappelijk advies was positief”, aldus Wulfrancke. „Letterlijk staat er dat het bemestingsseizoen met 14 dagen kan worden verlengd, met de voorwaarde dat er maximaal 36 kilo werkzame stikstof (N) mag worden toegediend. Het is uitermate triest dat er, ondanks dit positieve advies, geen verlenging komt van het bemestingsseizoen.”
Einddatum niet klimaatrobuust
De einddatum van 15 augustus voor bemesting op grasland is volgens ABS niet klimaatrobuust en daarom achterhaald. „In vergelijking met zo’n 10 jaar geleden worden er nu steevast kwantitatief goede snedes gras gemaaid tot eind oktober, mede door het verlengde groeiseizoen als gevolg van veranderde groeiomstandigheden”, legt Wulfrancke uit.
„Bij onderbemesting levert dat later geoogste gras echter een lagere kwaliteit. Door een gebrek aan stikstof daalt het eiwitgehalte en daarmee ook de voederwaarde. Eiwit uit gras is een belangrijke en goedkope bron van eiwit voor koeien. Hoe meer eiwit uit gras, hoe minder extern hoeft te worden aangevoerd.”
De Mestbank wijst in haar afwijzing op de mogelijke veroordeling van Vlaanderen door Europa wegens het ontbreken van een aangescherpt mestbeleid en op de veroordeling door de Brusselse rechtbank vanwege de ontoereikende waterkwaliteit. „Hoe vaak moeten landbouwers nog het slachtoffer worden van een slabakkende overheid?”, vraagt Wulfrancke zich af.
„Het sterke plan MAP 7, dat op 7 maart 2023 door de landbouw- en milieusector werd uitgewerkt, is anderhalf jaar later nog steeds niet in wetgeving omgezet, ondanks de dreigingen vanuit de rechtbank. Wat is er nog meer nodig? Landbouwers doen veel voor een betere waterkwaliteit en een hogere biodiversiteit. Het is frustrerend om vast te stellen dat een wetenschappelijk advies geen basis kan zijn voor verlenging. Dit speelt alleen in de kaart van critici die het plan MAP 7 te streng of te zwak vinden.”
Overleg met de Mestbank
De vraag om het bemestingsseizoen te verlengen, is door de landbouwsector niet recent gesteld. Al op 28 juni vond er overleg plaats met de Mestbank over dit onderwerp. Naar aanleiding van dat overleg vroeg de Mestbank aan een team wetenschappers of een verlenging milieukundig verantwoord zou zijn. „Door niet in te gaan op onze vraag komen we geen stap dichterbij het klimaatrobuuste en circulaire landbouwsysteem dat de maatschappij wenst”, stelt Wulfrancke.
„Veehouders worden nu verplicht om mest uit te rijden op ongunstige momenten, terwijl het beter zou zijn om dit een of twee weken later te doen. Het alternatief om tot 31 augustus kunstmest te gebruiken voor de laatste stikstofbehoefte van gras, druist eveneens in tegen alle logica van circulaire landbouw. Nu wordt de mogelijkheid ontnomen om dierlijke mest in te zetten op grasland, terwijl is aangetoond dat dit geen milieurisico oplevert, zoals nutriëntenlekkage naar waterlichamen. Stikstof uit organische mest is immers minder gevoelig voor uitspoeling dan die uit kunstmest, en door het langere groeiseizoen is de opname door het gras verzekerd.”
Tekst: Matthias Vanheerentals
Beeld: Ruth van Schriek