Familie de Lange vervangt A2 melkrobots voor A5: ‘Veel technische vooruitgang in 24 jaar’
Pionier met vier
Zo’n 24 jaar geleden was Klaas de Lange een van de eerste melkveehouders waar meer dan één robot werd geplaatst. ‘Dat was toen best wat uitzoekerij om die robots met elkaar te laten communiceren, zeg maar gerust dat het ‘out of the box’ denken vroeg’, blikt hij terug. De ondernemer van Weerribben Zuivel zag in het automatisch melken een verlichting van werkzaamheden op het bedrijf. ‘We hadden toen een jong gezin, het melkveebedrijf en een tak zelfzuivelen. Ik was veel op pad en deed toen ook veel alleen, dus de robots waren heel welkom.’ Met vier robots in één stal is dat meer dan gelukt, geeft Klaas aan. ‘Toen was de verwachting dat ze na 10 tot 15 jaar wel weer vernieuwd zouden moeten worden. Dat ze 24 jaar goed gefunctioneerd hebben had niemand durven dromen. Na 24 jaar draaiden ze eigenlijk nog precies hetzelfde als bij de opstart. Het is een hele goede investering gebleken.’
Of toch weer traditioneel?
Nu na 24 jaar, met inmiddels zijn kinderen in het bedrijf, werd door Klaas en zijn familie opnieuw de afweging gemaakt om het robotmelken te vervolgen of te kiezen voor traditioneel melken. ‘Ik was er wel snel uit dat we weer zouden gaan robotmelken, maar mijn zoon heeft in verschillende landen stage gelopen en in hoge capaciteit melkstallen gewerkt. Hij zag ook wel voordelen in traditioneel melken, ook omdat we echt fervente weiders zijn.’ Klaas vertelt dat uiteindelijk ook zijn zoon vol overtuiging en met voortschrijdend inzicht weer voor het robotmelken koos. ‘Het maakt het werk flexibel met minder lichamelijke belasting en het is ook voor het welzijn van de koeien beter.’
Robot = koewelzijn
En dat laatste is voor De Weerribben een belangrijke insteek voor de toekomst. De bedoeling was om de nieuwe robots in de nieuwe stal te plaatsen waar ingezet is op meer welzijn van de 300 koeien. ‘We ontvangen veel bezoekers, de nieuwe stal wordt ons visitekaartje. De bouw van de stal loopt wat vertraging op, maar met de robotwissel hoefden ze niet te wachten’, aldus Klaas die aangeeft dat ze dit jaar nog wel de nieuwe huisvesting in gebruik hopen te kunnen nemen. ‘De nieuwe A5’s zijn ‘plug and play’ en dus heel snel en gemakkelijk over te zetten naar de nieuwe stal. We hoefden niet te wachten.’
Oude functioneerden prima
De oude robots waren zeker ook wel aan vervanging toe? ‘Nee, eigenlijk niet’, geeft Klaas meteen aan. ‘Ze functioneerden nog prima, het liep nog steeds als een tierelier’, verzekert hij. Een switch naar een nieuw model was echter nodig om een hoog niveau van service en onderhoud te kunnen garanderen. ‘We merken nu ook wel dat de nieuwe techniek in de A5’s een verbetering is. Hij sluit sneller aan, levert meer data zodat we ook makkelijker kunnen managen en het aantal storingen was niet veel, maar is nu nog minder.’
De capaciteit is ongetwijfeld ook hoger, geeft de ondernemer aan. ‘Het aantal koeien op de nieuwe robot is nog gelijk gebleven. We kunnen in de oude stal gewoonweg niet meer koeien houden. Maar de nieuwe robots hebben nu meer vrije tijd en kunnen zeker meer koeien aan.’
Soepele omschakeling
Over het soepel verlopen van de omschakeling had Klaas overigens geen enkele zorg. ‘’s Morgens werden de oude robots eruit gehaald en ’s middags draaiden de nieuwe robots al. Dat was een geoliede machine.’ Bijzonder was dat servicemonteur Henk Bennink er met de eerste plaatsing in 2000 ook al bij was. ‘Voor hem was robotmelken toen ook nog nieuw. Hij is met ons meegegroeid en heeft ook nu weer geholpen met het omruilen. Dan weet je dat het goed komt’, vertelt Klaas die toevoegt dat de Lely-organisatie in die 24 jaar ook flink is veranderd. ‘Er is nu een veel grotere dichtheid aan robots en aan servicecentra.’ Of de ondernemers ook nog naar een andere kleur hebben gekeken? ‘Zeker wel, maar resultaten uit het verleden zeggen wel degelijk ook wat over succes in de toekomst. Wat goed is moet je goed houden.’