Emissie stal stijgt licht ondanks lager ruw eiwitgehalte in voer
De laagste gemiddelde ammoniakemissie, gemeten over 3 jaar, was 5,1 kilo en de hoogste was 12,3 kilo per dierplaats per jaar. Een grote spreiding zien de onderzoekers als ruimte voor verbetering. ‘Inzicht in de verschillen gaat hopelijk mogelijkheden geven om in de toekomst te komen tot reductie’, meldt het Netwerk Praktijkbedrijven op haar website.
Net als bij ammoniak laat ook de uitstoot van methaan een spreiding zien. De gemiddelde emissie van methaan bedroeg 153 kilo per dierplaats per jaar. De laagste gemiddelde methaanemissie over drie jaren was 100 kilo en de hoogste gemiddelde was 297 kilo per dierplaats per jaar.
Relatie ventilatie en temperatuur
De stalmeetuitkomsten betekenen niet dat de managementmaatregelen, zoals het verlagen van het ruw eiwitgehalte, niet werken, stellen de onderzoekers. ‘De werking van elk van deze maatregelen is namelijk aangetoond in onderzoek onder gecontroleerde omstandigheden. De stalmeetbedrijven laten zien wat de invloed van de dagelijkse praktijk betekent. Er kunnen dus nog andere factoren zijn die de daling in ammoniakemissie beïnvloeden. Vervolganalyses aan de hand van meerdere dataverzamelingen binnen Netwerk Praktijkbedrijven zullen nog plaatsvinden.’
De stalmetingen leverden nieuwe inzichten op. In de metingen is een relatie zichtbaar tussen het ventilatiedebiet en de ammoniakemissie (bij verschillende temperaturen), waarbij de ammoniakemissie stijgt wanneer de ventilatie toeneemt. Ook is er een relatie gevonden tussen de staltemperatuur en ammoniakemissie, waarbij de ammoniakemissie stijgt bij een hogere temperatuur. Per 1000 kubieke meter per dier per uur nam de emissie in de zomer met 1 kilo en in de winter met 2,3 kilo ammoniak per GVE per jaar toe.
CLM-onderzoeker Erik van Well: ‘De weersomstandigheden leidden in meetjaar 3 tot 4 procent hogere temperatuur in de stal en een 9,5 procent hoger ventilatiedebiet ten opzichte van meetjaar 1. Deze stijgingen in temperatuur en ventilatiedebiet kunnen een verklaring zijn voor de licht toegenomen ammoniakemissie in de stallen van de 15 bedrijven. Hierdoor kan het effect van een daling in ruw eiwitgehalte op de ammoniakemissie worden vertroebeld.’
Wellicht was de stijging van ventilatie en temperatuur, en daarmee de stijging in ammoniakemissie, hoger dan het verlagende effect van een lager ruw eiwit (en inspanning op andere managementmaatregelen) op de ammoniakemissie.
Automatisch ventilatiegordijn
De relatie tussen ventilatie en ammoniakemissie biedt perspectief, stellen de onderzoekers, omdat dat betekent dat de ammoniakemissie kan worden beperkt door de ventilatie door automatische regeling van ventilatiegordijnen te verminderen.
Om de emissies te meten, hing over de volle lengte van de stallen een leiding met monsterpunten om de concentraties van ammoniak, methaan en kooldioxide continu te meten met sensoren. Ook buiten de stal werden deze concentraties gemeten, omdat het verschil tussen de binnen- en buitenlucht de emissie vanuit de stal bepaalt.
Het onderzoek is een samenwerking tussen Wageningen Livestock Research (WLR), die continue metingen uitvoert op 10 bedrijven, en CLM Onderzoek en Advies (CLM), die de metingen op 5 bedrijven uitvoert. Naast continue metingen vonden er zesmaal per jaar puntmetingen plaats waarop de continue metingen werden geijkt. Tijdens een puntmeting werd gedurende 24 uur een luchtmonster genomen van de stallucht en buitenlucht. De luchtmonsters werden vervolgens geanalyseerd in het lab van WLR.
Tekst: Stefan Buning
Geboren en getogen op een melkveebedrijf in de Achterhoek. Sinds 1998 werkzaam als redacteur bij Agrio. Als chef Melkvee is hij samen met zijn team verantwoordelijk voor het kritisch volgen van alles wat er in en om de melkveehouderij in Nederland gebeurt.
Beeld: Ellen Meinen
Bron: Netwerk Praktijkbedrijven