Rabobank en FrieslandCampina sluiten zich aan bij ReFerm om monomestvergisting te stimuleren
‘Met deze - al langer bestaande en bewezen - technieken kunnen veehouderijen hun stikstof- en broeikasgasemissies verlagen’, meldt de Rabobank als toelichting op haar toetreden tot ReFerm. Ook zetten de monomestvergisters de verse mest om in hernieuwbare energie: biogas. ‘Dit duurzame gas levert de agrarische ondernemer tegen een financiële vergoeding aan het Nederlandse gasnetwerk, en kan bijvoorbeeld door huishoudens worden gebruikt.’
Forse investering
Zo’n installatie die biogas opwaardeert tot aardgaskwaliteit vergt een forse investering van - afhankelijk van de grootte - minimaal 1,5 miljoen euro, becijfert de Rabobank. Dat is inclusief stalaanpassingen, infra en na-opslag voor het digestaat. ‘Ondanks de voordelen zorgen de beperkte vergunningverlening en het huidige subsidieniveau ervoor dat nu nog te weinig veehouderijen een monomestvergister kunnen laten bouwen’, constateert de Rabobank. ‘Nog te weinig projecten zijn voor een bank financierbaar.’ Met de aansluiting bij ReFerm hoopt de Rabobank samen met de achttien andere partners de barrières weg te kunnen nemen voor de bouw van meer monomestvergisters in Nederland.
Effectiever met partners
Met verschillende partijen in de keten werkt ReFerm aan een werkbare en kosteneffectieve oplossing voor het stikstofvraagstuk en de reductie van broeikasgassen, aldus de Rabobank. ‘ReFerm en partners gebruiken hun ervaring om te ondersteunen bij de ontwikkeling van kansrijke projecten en juridische borging van de emissiereducties in vergunningen en opbrengsten van gas en of melk/vlees.’ Partners in het consortium zijn zowel de bouwers, installateurs, voerleveranciers, als energiebedrijven om het geproduceerde biogas af te nemen.
Emissiereductie essentieel
Rabobank heeft als visie dat een toekomstgerichte veehouderij in 2040 emissiearm is, aldus Marijn Dekkers (sectormanager melkveehouderij). „Dat kan onder andere door een vergister op het erf te plaatsen of (verse) mest aan een vergister te leveren. Op basis van twintig jaar ervaring met het financieren van biogasinstallaties zien wij een professionele vergister van bij voorkeur meer dan 15.000 ton mest op één locatie, dat geldt voor een bedrijf van ongeveer 500 melkkoeien, als meest toekomstbestendige model. Bij deze omvang is het ook eerder interessant om een stikstofstripper en dus de productie van kunstmestvervangers toe te passen. Je ziet ook dat melkveehouders willen samenwerken in hub's, maar levert veel puzzelstukjes op. Bijvoorbeeld op het gebied van logisitiek en vergunningverlening.”
Dekker merkt dat er momenteel veel belangstelling is voor mestvergisting. „Er zijn veel melkveehouders die zich op de mogelijkheden oriënteren. Ze willen weten of het iets is wat bij hen bedrijf past.”
Kennisdeling
FrieslandCampina is al sinds 2016 actief op monomestvergisting en samen met leden-melkveehouders heeft de coöperatie naar eigen zeggen veel kennis en ervaring opgebouwd die ze als consortiumpartner zullen inbrengen. Daarnaast faciliteert FrieslandCampina kennisdeling tussen melkveehouders door middel van bijvoorbeeld workshops en studiegroepen.
De zuivelcoöperatie is enthousiast over het toetreden tot ReFerm. Sanne Griffioen (Director Farm Sustainability FrieslandCampina): ‘Als coöperatie begrijpen we als geen ander dat je verder komt wanneer je krachten bundelt. We zijn dan ook enthousiast over onze toetreding tot het ReFerm consortium. We kijken ernaar uit om met de leden en de andere partners verder te bouwen aan een toekomstbestendige sector die goede voeding biedt in balans met de planeet.’
Tekst: Erik Kruisselbrink
Is als freelance vakbladredacteur van vele markten thuis.
Beeld: Ellen Meinen Agrio Archief