Stikstofgebruiksruimte bijna vol? Laat kunstmest achterwege
Melkveehouders op zand- en veengrond met weidegang hebben op basis van stikstofgebruiksnormen van respectievelijk 250 en 265 kilo per hectare nog weinig stikstof beschikbaar voor de komende sneden. Hierdoor kan er na een drijfmestgift kunstmest achterwege blijven. Voor alle andere situaties is een aanvulling met kunstmest nodig, adviseren de WUR en het NMI, ook al bedraagt de kunstmestgift maar 50 kilo KAS per hectare. Is de gift kleiner, spaar deze dan op voor de daaropvolgende snede omdat de hoeveelheid te klein is om goed uit te kunnen rijden. Een andere mogelijkheid is om een kunstmest te gebruiken met een lager stikstofgehalte, zoals een 20-0-0 kunstmest. Ook is een blend met kalium of natrium een optie.
Een belangrijke vraag hierbij is hoeveel stikstofruimte er nog is. Dit hangt af van de hoeveelheid al aangewende dierlijke mest en kunstmest aan de ene kant en de stikstofgebruiksruimte aan de andere kant. Vaak is 70 tot 80 procent van de stikstofbemesting al voor 1 juli gegeven. Dit heeft invloed op de omvang van de giften in de volgende sneden.
Houd rekening met stikstofleverend vermogen
Als percelen sterk verschillen in stikstofleverend vermogen, dan kan de uitgespaarde stikstof eventueel extra worden bemest op de percelen met het laagste stikstofleverend vermogen. Hebben alle percelen een hoog stikstofleverend vermogen, dan kan kunstmest worden uitgespaard. Op kleigrond is meer gebruiksruimte – deze kan oplopen tot 385 kilo stikstof per hectare – en kan bij een situatie met alleen maaien wel worden bijbemest.
Op percelen met gras-klaver (en kruiden) wordt geen bemesting met kunstmest geadviseerd in de zomerperiode.
Uitgespaarde bemesting naar andere percelen
Om gras smakelijk te houden in de zomer wordt geadviseerd om een groeiduur van maximaal vier weken aan te houden voor een weidesnede en zes weken voor een maaisnede. Wanneer een perceel overwegend wordt geweid, bij warm weer in augustus en met voldoende vocht, dan stellen de WUR en NMI voor om te overwegen de laatste stikstofbemesting achterwege te laten. De uitgespaarde bemesting kan naar andere percelen.
Op veengronden geldt dat bij warm en vochtig weer in augustus, in het geheel geen stikstofbemesting nodig is vanwege de hoge nalevering uit de bodem.
Tekst: Stefan Buning
Geboren en getogen op een melkveebedrijf in de Achterhoek. Sinds 1998 werkzaam als redacteur bij Agrio. Als chef Melkvee is hij samen met zijn team verantwoordelijk voor het kritisch volgen van alles wat er in en om de melkveehouderij in Nederland gebeurt.
Beeld: Ruth van Schriek
Bron: Bemestingsadvies.nl