Fotoserie: Stikstofreductie in de veehouderij: hoe werkt meststrippen?
Zo ook Freek Vermeer, zoon en beoogd bedrijfsopvolger van een veehouder met circa 50 melkkoeien en 22.000 Beter Leven vleeskuikens, een piekbelaster 200 meter gelegen van een Natura2000-gebied. Freek verdiepte zich in het strippen van mest, ontdekte dat dit voor het eigen familiebedrijf nog niet rendabel is, maar raakte zo enthousiast over de technologie dat hij besloot zich aan te sluiten bij de vooruitgang en ging werken bij Farmcubes. Nu adviseert hij collega-veehouders die zich oriënteren in het strippen van hun mest en helpt hen bij het vinden van de best passende oplossing voor hun bedrijf. Ook heeft Freek goed nieuws voor zijn vader: er wordt gewerkt aan een meststripper die rendabel is voor boeren met minder dan 150 koeien.
Wanneer loont de aanschaf van een meststripper?
Een van de eerste vragen die Freek krijgt wanneer hij veehouders spreekt die zich oriënteren op meststrippen, is de terugverdientijd. "Is de investering in een Farmcubes wel rendabel voor mijn bedrijf?" Aangezien het antwoord op deze vraag voor iedere ondernemer anders is, maakt Freek eerst een rendementsberekening. Bij deze berekening kijkt hij naar de hoeveelheid mest op het bedrijf en de bijbehorende gehaltes, het aantal hectares en de beschikbare plaatsingsruimte. "Ik onderzoek wat de stikstofstripper doet op het bedrijf en hoeveel stikstof er dan uitgehaald kan worden," licht Freek toe. Over het rendement zegt hij: "De globale rendementsberekening geeft een indicatie. Bij een bedrijf met meer dan 150 koeien is een Farmcubes doorgaans binnen vijf jaar terugverdiend. Echter, de beweegredenen kunnen verschillen. Soms hebben ondernemers zulke grote mestproblemen dat een terugverdientijd van acht jaar ook acceptabel voor hen is."
Bij een positieve rendementsberekening schuift Freek al snel bij de boer aan tafel. In zo'n gesprek draait het voornamelijk om de werking van de Farmcubes. "Veehouders willen weten hoe het proces in zijn werk gaat en waar onze installaties draaien, zodat ze het in de praktijk kunnen zien," legt Freek uit. "Hoewel we al zo’n tien jaar bezig zijn met Farmcubes, blijft het product relatief nieuw. We hebben veel ervaring opgedaan, problemen aangepakt en het product aangepast aan de huidige eisen van boeren en wetgeving. En dat blijven we doen. Zo hebben we plannen voor een compact model: een stikstofstripper die rendabel is voor bedrijven met minder dan 150 koeien. Hierdoor kunnen meer melkveehouders gebruik maken van de technologie om hun mestprobleem op te lossen. We hopen eind dit jaar het prototype te testen."
Hoe werkt een meststripper?
Een meststripper onttrekt de minerale stikstof in de vorm van ammoniak uit mest en zet deze om in kunstmest. Dit proces vindt plaats in twee onderdelen van de Quadro stikstofstripper van Farmcubes: de stripkolom en de waskolom. In de stripkolom wordt ammoniak uit de mest gehaald door het verwarmen van de mest of door het toevoegen van loog, zoals natronloog. Freek legt uit: “Ammoniak kan op twee manieren uit de mest gestript worden. Door de pH naar 10 te verhogen of door de temperatuur naar 80 graden te verhogen. De vrijkomende ammoniak wordt vervolgens door luchtstromen meegenomen. Deze ammoniakrijke lucht gaat daarna naar de waskolom, waar deze wordt gewassen met een zure oplossing; zwavelzuur of salpeterzuur. Door het verlagen van de pH wordt de ammoniak uit de lucht ‘gewassen’. In dit proces wordt de ammoniak opgevangen en omgezet in ammoniumsulfaat (AMS) of ammoniumnitraat (AMN), stoffen die hopelijk binnenkort als kunstmestvervanger kunnen worden gebruikt, als de Renure wordt goedgekeurd.”
Voor het strippen wordt de mest eerst gescheiden in een dunne fractie en een dikke fractie. De dunne fractie wordt gestript en op het land geplaatst, terwijl de dikke fractie kan worden gebruikt als boxenstrooisel of kan worden uitgereden. Mocht er na het strippen toch nog te veel fosfaat of stikstof op de mestbalans staan, dan kan de dikke fractie ook afgevoerd worden. Zo kunnen mestafzetkosten worden verlaagd en de stikstof uit de mest beter worden benut.
Hoe zit het met de kosten van de afvoer?
De kosten voor het afvoeren van de dikke fractie variëren sterk, afhankelijk van de regio. Deze prijzen fluctueren en zijn vaak afhankelijk van vraag en aanbod. "De veehouder zou eigenlijk gewoon zijn eigen mest op zijn land moeten kunnen uitrijden," zegt Freek. "Maar nu moet je er kunstmest voor aankopen, wat qua CO2-voetafdruk veel hoger is om te maken dan het gebruik van eigen mest. Je moet al dat transport organiseren, wat eigenlijk helemaal niet logisch is. Ik heb geleerd dat politiek niet altijd logisch is, maar je kunt er wel slim naar handelen."
Vanuit het streven de kringloop op het boerenerf te sluiten, zoeken Freek en zijn collega’s continu naar de beste oplossingen voor de boeren, rekening houdend met de veranderende sector en overheidsbeleid. "Het uitrijden van eigen kunstmest mag nu nog niet," geeft Freek als voorbeeld, "daarom haalt Farmcubes dit product kosteloos bij de boeren op en voert het af naar Duitsland. In Duitsland wordt niet gekeken naar de oorsprong van mest zoals in Nederland, maar naar de kwaliteit van de kunstmest. De kunstmest die door een Farmcubes wordt geproduceerd, voldoet aan die hoge kwaliteit.”
In de praktijk: modulair systeem op maat
Farmcubes is een volledig modulair systeem dat op maat wordt opgebouwd volgens de specifieke behoeften van elk bedrijf. Boeren investeren alleen in de modules die ze nodig hebben en kunnen deze eenvoudig aan- en afkoppelen, zelfs achteraf. De fotoserie bij dit artikel toont een Quadro stikstofstripper bij een melkveehouder in Gelderland die 180 melkkoeien, ruim 20 droge koeien en ongeveer 60 stuks jongvee ouder dan 1 jaar heeft, evenals een vergelijkbaar aantal jonger dan 1 jaar. Voor de stikstofstripper staat een mestscheider die de mest verdeelt in dunne en dikke fracties. Het systeem omvat ook een vergister om de mest verder te verdunnen. Dit systeem wordt geleverd door een partner.
Bij deze trajecten wordt nauw samengewerkt met partners om gezamenlijk een optimaal stikstofreductiesysteem bij de boer opzetten. Freek neemt vanuit Farmcubes hierin de leiding en organiseert het contact en de samenwerking tussen de verschillende partijen. Freek: “Ik zorg ervoor dat we met alle betrokken partijen aan tafel komen, alle punten op papier krijgen en een tekening maken van hoe de situatie gaat worden. Hierbij gaan we ook na waar de leidingen komen te liggen en of er voldoende stroom is?”
De getoonde installatie is een voorbeeld van de veelzijdigheid van Farmcubes. Het systeem bevat elementen zoals een stikstofstripper en een warmtekrachtkoppeling van Farmcubes, en daarnaast een mestscheider en extra scheidings- en schoonmaaksystemen van gespecialiseerde partners. Deze modules samen maken het mogelijk een compleet stikstofreductiesysteem te creëren dat aansluit bij de specifieke behoeften van de veehouder.
De toekomst van meststrippen
De ontwikkelingen staan niet stil. Freek: “We hebben een product wat gewoon goed werkt en toch zijn we nog steeds aan het leren – daar moet ik wel eerlijk in zijn. We zitten kort op de bal, ook met Renure bijvoorbeeld. Straks moet duidelijk zijn hoe Renure gecontroleerd gaat worden, aan welke eisen de kunstmest moet voldoen en hoe het gemonitord gaat worden. Bijvoorbeeld, bij een varkensstal moet een NVWA inspecteur tegenwoordig altijd kunnen inbellen en kunnen inzien hoeveel zuur er gebruikt wordt, hoeveel loog er gebruikt wordt en wat de pH-waarden zijn. Dat zijn dingen die in de Farmcubes er al op zitten. We hebben een collega die de installaties op afstand in de gaten houdt en in actie komt bij opvallende afwijkingen. Ook de boer krijgt deze meldingen op zijn mobiel.”
Farmcubes biedt hiermee een bedrijfsspecifieke oplossing met veel flexibiliteit, waardoor het interessant is om te onderzoeken welke vorm het beste bij jouw bedrijf past, of je nu kiest voor een mobiele variant of gezamenlijke inkoop en gebruik door meerdere veehouders.